George Orwell: nieuw, nieuwer, nieuwst!

Het houdt niet op: telkens is er weer biografisch nieuws over George Orwell (1903-1950). Nadat David Taylors eerste biografie Orwell – The Life was gepubliceerd in 2003, namen lezers contact met hem op om antwoord te geven op vragen die hij in het boek had gesteld. Vragen, onzekerheden, twijfels, aarzelingen, speculaties (niet te veel), vermoedens, benoeming van mysteries – mits duidelijk uitgesproken in een biografie – lijken dus een probaat middel om te zijner tijd als biograaf een tweede, betere biografie te kunnen schrijven. Want dat is Taylors Orwell – The New Life.

Hij schrijft dat er al nieuw materiaal opdook vlak voordat Orwell – The Life in 2003 naar de drukker ging, met name brieven die Orwell aan zijn grote vriend Malcolm Muggeridge had gestuurd en die verstopt zaten in Muggeridges archief in Wheaton College, Illinois. Maar er kwam nog veel meer na 2003, ook weer uit Wheaton.

In 1998 was het twintigste en laatste deel verschenen van de Complete Works met alle toen bekende non-fictie van Orwell, zoals brieven, dagboeken, artikelen en essays, waarvan Taylor dankbaar gebruik heeft gemaakt.

Tegen 2006 was er zoveel nieuw materiaal boven water gekomen dat redacteur Peter Davison een aanvulling op zijn monumentale serie kon publiceren, The Lost Orwell. Die bevat onder meer de interessante briefwisseling van Orwell met zijn Franse vertaler René Raimbault, brieven van Orwells eerste vrouw Eileen, en artikelen die hij vlak na de oorlog schreef. Daaronder bevindt zich een ontroerend stuk over zijn verblijf in bevrijd Parijs, dat nog geplaagd werd door tekorten aan voedsel en sigaretten, en een essay over de schrijver H.G. Wells die in 1946 overleed.

George Orwell in 1940. Bron: BBC (public domain)

In 2010 verscheen van Davison Orwell: A Life in Letters, met daarin opnieuw nooit eerder gepubliceerde brieven. Maar ‘een van de belangrijkste rechtvaardigingen’ voor Orwell – The New Life was de vondst van een verzameling brieven die een hunkerende Orwell aan Eleanor Jacques schreef en van een collectie brieven die hij tussen 1931 en 1949 aan Brenda Salkeld had geschreven. Je begrijpt de opwinding van Taylor, want het thema ‘Orwell en vrouwen’ vertoonde toen nog steeds hiaten. De geadopteerde zoon van Orwell, de inmiddels bejaarde Richard Blair, kocht de hele boedel en doneerde de brieven aan het Orwell Archive. Daardoor werden deze Fundgruben ook toegankelijk voor onderzoekers als Taylor. Uit de noten blijkt overigens dat dit archief ook nog steeds voor verrassingen kan zorgen, alsof het materiaal niet professioneel geïnventariseerd is.

Ook bijzonder is dat Taylor toestemming kreeg om te citeren uit de niet gepubliceerde dagboeken van Inez Holden (1903-1975), ooit een bekende schrijfster met wie Orwell een boek over de Tweede Wereldoorlog had willen schrijven en die het als een soort Grieks eenvrouwskoor altijd presteerde om aanwezig te zijn op sleutelmomenten in Orwells leven. Zij luisterde stiekem mee tijdens zijn ontmoetingen met andere schrijvers en noteerde zijn reacties op momenten van persoonlijk leed,’ aldus een rake samenvatting van Holdens rol door een recensent van het Times Literary Supplement.

Al met al hebben de nieuwe bronnen niet gezorgd voor een radicaal ander beeld van Orwell. Dat zal voor de meeste lezers die zijn werk kennen wel een opluchting zijn in deze tijden van postume veroordeling voor ‘grensoverschrijdend’ gedrag (hij had al jong opgebiecht dat hij zijn Birmaanse bediende af en toe sloeg). Wellicht handig om te vermelden: in The New Life heeft Taylor slechts enkele korte tekstjes uit de biografie van 2003 overgenomen, ’to break the narrative’, zoals Orwell and the Rats (Winston Smith, de held/antiheld uit 1984, is voor niets zo bang als ratten).

Elke nieuwe fan van Orwell kan deze biografie lezen, die als het ware een soort niet-academische versie is van wat de erudiete Taylor ook geschreven had kunnen hebben. Zijn respect voor de feiten, voor de klare taal van documenten, zijn jacht op details door de jaren heen, zijn obsessief te noemen – maar dat ervaart de lezer alleen in de noten, waar ook duidelijk wordt hoeveel mensen hij wel niet heeft geïnterviewd.

In die schrijfstijl is Taylor niet zo veel anders dan de auteur van de eerste grote ‘complete’ biografie van Orwell uit 1980, die van Bernard Crick, wiens aanpakhet midden hield tussen academisch en ‘populair’ (toch nog te veel informatieve details die beter naar de noten verplaatst hadden kunnen worden). Crick had niets tegen ‘populist biographies’ als ze maar gebaseerd waren op degelijk onderzoek van academisch niveau. [1]

Crick, overleden in 2008, moest overigens meemaken dat vraagtekens gezet konden worden bij de degelijkheid van zijn research of de kwaliteit van BBC-archivarissen, omdat in 1985 een fors boek uitkwam met de teksten over literatuur die Orwell tijdens de oorlog schreef voor de internationale, op India gerichte Britse staatsradio, talks die hij zelf presenteerde. (De jacht op geluidsopnames, zodat de fan eindelijk ook Orwells stem zou kunnen horen, lijkt inmiddels gestaakt.)

Het boek, Orwell – The War Broadcasts, geredigeerd door W.J. West, was een enorme aanwinst voor Orwell-liefhebbers. Een miniem deel van die teksten was door de BBC al overgedragen aan het Orwell Archive maar ’the very existence of the remainder was unsuspected by scholars.’ Er zitten pareltjes in deze collectie, zoals een hilarisch fictief interview van Orwell met Jonathan Swift (1667-1745, auteur van onder meer de satire Gulliver’s Travels).

Komt er nog meer spectaculair materiaal boven water? Het gapende gat in wat bekend is over Orwells tijd als Brits politieman in Birma en de wording van zijn roman Burmese Days lijkt permanent te worden. Er gaan geruchten dat een deel van Orwells dagboeken in het archief van de Komintern in Moskou ligt, waar enorme brokken uit verdwenen zijn sinds de openstelling, misschien niet alleen om politieke redenen maar ook om ze later te verkopen aan de hoogste bieder? Biografen zullen in deze dagen dus vermoedelijk geduld moeten hebben tot Poetin (van 1952), eindelijk ook wijlen is. Ik kan niet wachten.

En dan te bedenken dat Orwell zelf heel expliciet helemaal geen biografie wilde.

[1] Bernard Crick, Essays on Politics & Literature, 1989, zie het hoofdstuk over The Difficulties of Writing Biography.

Orwell – The New Life
D.J. Taylor
Uitgeverij Constable
ISBN hardcover 9781472132963
ISBN ebook 9781472132956
Verschenen in mei 2023

Bestelinformatie

Bestel als hardcover bij bol.com (€ 33,71)
Bestel als e-book bij bol.com (€ 16,99)

Anneke van Ammelrooy
Anneke van Ammelrooy
Anneke van Ammelrooy (1955) is journalist en vertaalster. Ze schreef onder andere Alles is er niet, een persoonlijk verslag van haar eerste jaar in Irak. Ze was hoofdredactrice van het Leids universiteitsweekblad Mare, Publiek Domein, Keesings Historisch Archief en OR-informatie. Voor de Volkskrant schreef ze over cultuur en politiek. Bij het ANP was ze redacteur Arabische landen. Ze werkt aan een boek over de toekomst van politieke partijen (2003-2010).

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in