Frederik Kaiser, grondlegger van de academische sterrenkunde

Toen Stephen Hawking in 1982 een populair wetenschappelijk werk over het universum wilde schrijven (A brief history of time, from the big bang to black holes) bezwoer zijn uitgever hem geen formules in het boek op te nemen. Elke formule in het boek zou onvermijdelijk leiden tot een halvering van het aantal lezers. Hawking bracht de uitdaging tot een goed einde. Hetzelfde kan gezegd worden van Rob van den Berg die in Een passie voor precisie. Fredrik Kaiser (1808-1872). Vader van de Leidse Sterrewacht het leven en werk schetst van de grootste Nederlandse sterrenkundige uit de negentiende eeuw. Van den Berg zou in 2020 promoveren op de biografie van J.H. van ā€™t Hoff (Een gedreven buitenstaander), maar besloot zijn promotie uit te stellen omdat hij geen zin had om te promoveren achter een beeldscherm. Om niet in een zwart gat te vallen stortte hij zich op de biografie van Frederik Kaiser, die hij in recordtijd voltooide en die eveneens de kwaliteit van een dissertatie heeft. Kaiser was in de negentiende eeuw niet alleen de man die de academische sterrenkunde in Nederland op de kaart heeft gezet, maar ook degene die de sterrenkunde wist te populariseren. Zijn boek De sterrenhemel uit 1844 was het in Nederland best verkochte populair wetenschappelijke boek van de negentiende eeuw. In zekere zin treedt Van den Berg in de voetsporen van Kaiser door diens leven en werk ook voor een niet in de sterrenkunde opgeleid publiek inzichtelijk te maken. Zonder een enkele formule te gebruiken.

Een nieuwe Sterrewacht

Frederik Kaiser werd in 1808 in Amsterdam geboren in een familie van uit Duitsland afkomstige migranten. Toen hij negen jaar was stierf zijn vader en werd Frederik opgenomen in het huis van zijn oom J.F. Keijser, die zijn naam vernederlandst had en die als amateursterrenkundige een goede naam had opgebouwd. Onder begeleiding van zijn oom publiceerde Kaiser al op jonge leeftijd astronomische berekeningen. Toen hij achttien was kreeg hij een aanstelling als observator op de Sterrewacht van de Leidse universiteit, gevestigd op het dak van het academiegebouw. Kaiser moest met slechte apparatuur werken in een tochtig gebouw. Zijn metingen werden verstoord door de trillingen die het straatverkeer en de klokkentorens veroorzaakten. Hij ruĆÆneerde zijn toch al niet sterke gezondheid door bij nacht en ontij de vele trappen naar het observatorium te beklimmen om in weer en wind zijn waarnemingen te doen. In 1835 maakt hij naam als sterrenkundige toen de voorspellingen die hij een jaar eerder had gedaan over planeet Halley bleken uit te komen. Een paar jaar later kreeg hij een leerstoel in Leiden en zag het als zijn missie om een modern ingericht observatorium in Leiden te stichten. Het hoofdstuk waarin de strijd voor deze nieuwe sterrenwacht wordt beschreven is een hoogtepunt in de biografie, met een interessante rol voor Thorbecke. In 1853, toen de stichting van een nieuw sterrenkundig observatorium in de Tweede Kamer werd behandeld, zag Thorbecke het belang van deze investering in de wetenschappelijke infrastructuur niet in. Hij betoogde dat ā€˜innerlijke kracht, vlijt, ijver en vernuft vergoedt wat aan uiterlijke toerusting ontbreekt. De schoonste werken zijn met geringe middelen tot stand gebracht.ā€™ Tien jaar later was Thorbeckes mening over investeringen fundamenteel veranderd. ā€˜Ik ben hier gekomen met de spade op den schouderā€™ zei hij in 1862 in de Tweede Kamer ter verdediging van het wetsontwerp voor de aanleg van het Noordzeekanaal en de Nieuwe Waterweg. Hij was er inmiddels van overtuigd dat de overheid het voortouw moet nemen bij investeringen in de infrastructuur. Na de weigering van de regering om een observatorium te bekostigen kwam een crowdfundingsactie op gang. Die bracht niet genoeg geld op maar wel zoveel dat de druk op de regering verder werd opgevoerd. In 1856 kwam er groen licht uit Den Haag. Daarmee was het observatorium echter nog niet gerealiseerd. Na een bittere strijd over de plaats werd gekozen voor de Hortus, die daarvoor, tot woede van de directeur, een deel van zijn tuinen moest inleveren. Kaiser lag ook voortdurend overhoop met de architect en uiteraard werden de begrote kosten overschreden. Van den Berg vertelt het allemaal fraai en met veel gevoel voor detail. Na veel strijd werd de Sterrewacht in 1864 in gebruik genomen.

Klagen en mopperen

Kaisers betekenis voor de sterrenkunde in Nederland is groot. Hij legde halverwege de negentiende eeuw de basis voor de academische sterrenkunde in Nederland. In Nederland werd de sterrenkunde vooral bedreven door gezelschappen van verlichte burgers, de ā€˜konstgenotenā€™. De twee universiteiten met een sterrenwacht, Utrecht en Leiden, konden niet wedijveren met het buitenland. Kaiser zette zich onvermoeibaar in voor een betere toerusting van de academische sterrenkunde. Hij is niet de man van de spectaculaire nieuwe ontdekkingen maar hij maakte naam met de kwaliteit van zijn metingen. Die passie voor precisie maakte hem in Europa beroemd. Kaiser was geen gemakkelijke man in de omgang. Klagen en mopperen had hij tot een kunst verheven. Hij klaagde over zijn gezondheid, over de werkdruk, over de apparatuur waar hij mee moest werken, over de kwaliteit van zijn medewerkers, over de uitgevers van zijn werk, over de verplichtingen die het lidmaatschap van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW) met zich meebracht, over het beslag dat iedereen op zijn tijd probeerde te leggen. Dat klagen en mopperen deed hij met een scherpe pen en dat maakt het lezen van zijn biografie tot een genot. Kaiser was tot nu toe vrij onbekend, maar deze biografie maakt duidelijk dat hij met zijn onvermoeibare inzet de basis heeft gelegd voor de latere bloei van de sterrenkunde in Nederland. Ontdekkers van de hemel bouwen tot op den dag van heden voort op zijn werk.

Een passie voor precisie. Frederik Kaiser (1808-1872), Vader van de Leidse Sterrewacht
Rob van den Berg:
Prometheus
ISBN 9789044651478
Verschenen in juni 2022

Bestelinformatie

Bestel als paperback bij bol.com (ā‚¬ 30,00)

Koop bij Athenaeum Boekhandel

Bestel als paperback bij Athenaeum Boekhandel (ā‚¬ 30,00)
Sjak Rutten
Sjak Rutten
Sjak Rutten is onderwijskundige en historicus. Hij promoveerde in 2019 op een biografie van de meest succesvolle ontwikkelaar van leesmethoden uit de Nederlandse onderwijsgeschiedenis: frater Caesarius Mommers (1925-2007), De leesvader van Nederland.

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in