Caspar David Friedrich (1774-1840) en de oerknal van de Romantiek

Bijna iedereen zal weleens het schilderij De wandelaar boven de nevelen hebben gezien, niet in het echt, maar in reproductie, want dit werk van Caspar David Friedrich is zo vaak gebruikt en misbruikt om een gedachte of gevoel te illustreren dat het deel uitmaakt van ons collectief geheugen.

Toch laat kunsthistoricus Florian Illies in zijn nieuwe biografie van de Duitse meester de Romantiek niet beginnen met dit schilderij, maar met Monnik aan zee, waarop je eigenlijk alleen maar een groots luchtspektakel in donkere tinten en een lichter gekleurde streep zand ziet en Ć©Ć©n piepkleine figuur. Denk het figuurtje weg en je ziet een abstract schilderij dat hevig doet denken aan de minder dubbelzinnige streepschilderijen van Mark Rothko (1903-1970). Illies definieert Monnik aan zee (van 1810) dan ook niet alleen als ā€œde oerknal van de Romantiekā€ maar ook als een belangrijke voorbode van de abstracte kunst die ruim een eeuw later tot volle wasdom zou komen. Hij staat daarin niet alleen. In 1975 verscheen het standaardwerk Modern Painting and the Northern Romantic Tradition van Robert Rosenblum, met op de omslag de monnik aan het strand en de ondertitel Friedrich to Rothko.

Monnik aan de zee, ca 108-1810 (public domain)

Drie desillusies

Goed, oerknal. Maar hoe gebeurde die? Wat was er voor nodig om een individuele kunstenaar die weg te laten inslaan? Het waren, zeker, revolutionaire tijden, ook Friedrich had als twintiger niets op met de onderhand tot schandaal verworden Europese adel, grootste koper van kunst. Helaas was de Franse Revolutie uitgemond in de verwoestende Napoleontische oorlogen waarvan er al vijf hadden plaatsgevonden toen hij zijn monnik schilderde. De overwinning door Europese koningshuizen was eigenlijk ook een domper voor een anti-royalist. Kortom: drie desillusies op een rij zonder enig hoopgevend perspectief, waarna een gelovig christen als Friedrich zich ook nog eens kon afvragen wat eigenlijk de bedoeling van God met de wereld was. De deur naar individualistisch verzet ā€“ ook tegen de aan overheden gelieerde kunstacademies ā€“ en persoonlijke oplossingen om het leven vol te houden (lange wandeltochten in de Natuur) staat dan wijd open, dunkt me.

Daar bovenop kwam  persoonlijk leed. Friedrich verloor op zijn zesde zijn moeder en kort daarna zijn zus Barbara, op zijn dertiende stierf zijn twaalfjarige broer Christoffer aan een hartstilstand, toen deze hem redde van de verdrinkingsdood, en drie jaar later overleed zijn zus Maria. Van ā€œkinderlijk oervertrouwenā€ kan dan geen sprake meer zijn, meent Illies.

Vuur, Water, Aarde en Lucht

In de biografie worden voor Friedrichs oerknal gaandeweg meer elementen aangedragen maar niet volgens de van-de-wieg-tot-het-graf-aanpak. Illies heeft het leven van Friedrich en de vervolggeschiedenis gevat in tientallen fragmenten, van enkele zinnen tot enkele pagina’s, die  gerangschikt zijn in de thema’s Vuur, Water, Aarde en Lucht. Meestal is die rangschikking best toepasselijk ā€“ Friedrich woonde bij de waters van de Oostzee en later naast de Elbe ā€“ dan weer een tikkeltje geforceerd, in ieder geval nogal experimenteel voor een biografie. Ik vroeg me ook serieus af of Illies voor deze stijl van fragmenten heeft gekozen omdat hij als kunsthistorisch popularisator denkt dat de jongste generaties lezers maar kort hun aandacht ergens bij kunnen houden ā€“ of omdat chronologische verhalen al gauw de verdenking op zich laden geschreven te zijn door experts die zich braaf aan eigenlijk controversiĆ«le feiten houden. Hoe dan ook is de versnippering wel een handige manier voor Illies om allerlei weetjes te slijten over grote namen in de 20e eeuw die iets met Friedrichs werk hadden: Thomas Mann, Walt Disney, F.W. Murnau, Leni Riefenstahl, Samuel Beckett.

Per thema komen Friedrichs eigenzinnigheid voorbij, zijn vrouwen en kinderen, genereuze familie, geldproblemen, favoriete plekken, zijn enige twee woonplaatsen Greifswald en Dresden, zijn beste Duitse en buitenlandse vrienden, educatie, professionele frustraties, intens christelijke geloof, politieke loyaliteiten, datums van ontstaan en uitleg over titels van zijn werken en vooral hoe onbevooroordeeld daarnaar te kijken ā€“ met enkele verrassende eyeopeners.

Zo bespreekt Illies de merkwaardige kleuren van de hemel op enkele schilderijen, die niets te maken blijken te hebben met mystieke kitsch maar met de uitbarsting van de vulkaan Tambora in Indonesiƫ in april 1815. Die bezorgde de halve wereld in 1816 het jaar zonder zomer , strenge winters en misoogsten.

Het ook weer bijna abstracte schilderij De IJszee blijkt eerst Die gescheiterte Hoffnung geheten te hebben. Je ziet kruiend ijs, tegen elkaar opbotsende ijsschotsen die, als je goed kijkt, een schip vermorzeld blijken te hebben. Het is uit 1824, toen Friedrich in Dresden geen baan als ā€œProfessor der Landschaftklasseā€ aan de kunstacademie kreeg maar een lagere functie en dat kwetste hem diep. Het betekende dat hij maar half zoveel salaris kreeg en voor het onderhoud van zijn vrouw en drie kinderen  afhankelijk bleef van de niet zo daverende verkoop van zijn tekeningen en schilderijen.

De ijszee, ca 1823-1824 Bron: Hamburger Kunsthalle (Public Domain)

Nachleben

Maar minstens zo belangrijk zijn Illies’ verhalen over de lange, soms bizarre weg die zijn tekeningen en schilderijen in twee eeuwen hebben afgelegd, van de paleizen, slaapkamers en musea van eerste kopers, bewonderaars, verzamelaars en veilinghuizen via latere al of niet gedwongen verkoop door Joodse Duitsers in de nazi-tijd, geslaagde en mislukte verhuizingen om Duitse kunstwerken te beschermen tegen Britse tapijtbombardementen, geplande roofpartijen en spontane vernietiging door wraakzuchtige soldaten van het Rode Leger, illegale handel in de DDR en diefstal in het Westen door slimme gasten van de Yugo-mafia.

Illies vertelt het verhaal van een kunstenaar die na zijn dood snel vergeten werd en wiens werk lange tijd niemand wilde kopen, tot zijn eerste herontdekking rond 1906. Dat hij veel later een culturele heldenrol kreeg toebedeeld in nazi-Duitsland, lag zeker ook aan de artistieke smaak van Adolf Hitler maar toch vooral aan de korte tijd dat ook Dresden door Napoleons leger werd bezet. Ook Friedrich wilde toen zijn volksgenoten door middel van zijn kunst mobiliseren, door te herinneren aan eerder succesvol verzet tegen indringers. Zijn landgenoten waren toen nog geen Duitsers, dat werden ze pas door Bismarcks vereniging van alle afzonderlijke staatjes rond Pruisen in 1871 in het nieuwe Reich. Wat ik niet wist: De wandelaar boven de nevelen is gekleed in toen verboden ‘republikeinse kleren’. Dus Napoleon mocht uiteindelijk tegen Europa’s vorstenhuizen verloren hebben, Friedrich bleef zijn afkeer van de adel trouw.

Na de Tweede Wereldoorlog kreeg de arme Friedrich dan weer te maken met marxistische kunsthistorici in de DDR die hem als voormalig inwoner van Dresden voor het socialisme  claimden, en nog later met linkse kunsthistorici van de ’68-generatie in de Bondsrepubliek die wel vonden dat hij goed kon schilderen maar eigenlijk met zijn naar nevels en hemels starende mensen ā€œde passiviteit van zijn klasse, het kleinburgerdom, wilde legitimerenā€.

Illies durft gelukkig ook te zeggen dat niet al het werk van Friedrich even sterk is als de meesterwerken die branden, oorlogen en ideologische onzin hebben overleefd. De schilder zelf bleef soms maanden dokteren aan schilderijen en was zelden tevreden. Na deze biografie kan de lezer in ieder geval begrijpen dat de betiteling van Caspar David Friedrich als ‘landschapsschilder’ wel het grootste misverstand is dat hem heel zijn leven heeft begeleid. Wat schilderde hij dan wel? Illies legt het uit.

Zauber der Stille ā€“ Caspar David Friedrichs Reise durch die Zeiten
Florian Illies
S. Fischer Verlag
ISBN 9783103972528
Verschenen in april 2023

In 2024, jaar van de 250e verjaardag van Caspar David Friedrich, organiseren musea in Hamburg, Berlijn, Dresden, Greifswald en New York tentoonstellingen (zie cdfriedrich.de en caspardavid.de). Op 18 april verschijnt de Nederlandse vertaling

Bestelinformatie


Bestel als paperback bij bol.com (ā‚¬ 24,99)
Anneke van Ammelrooy
Anneke van Ammelrooy
Anneke van Ammelrooy (1955) is journalist en vertaalster. Ze schreef onder andere Alles is er niet, een persoonlijk verslag van haar eerste jaar in Irak. Ze was hoofdredactrice van het Leids universiteitsweekblad Mare, Publiek Domein, Keesings Historisch Archief en OR-informatie. Voor de Volkskrant schreef ze over cultuur en politiek. Bij het ANP was ze redacteur Arabische landen. Ze werkt aan een boek over de toekomst van politieke partijen (2003-2010).

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in