‘Brakman was een maniakale herinneraar’

Interview met Nico Keuning, biograaf van Willem Brakman

Schrijver Willem Brakman (1922-2008) maakt het zijn lezers niet gemakkelijk. Zijn boeken worden tamelijk ontoegankelijk genoemd. De schrijver keek op een heel eigen manier naar de wereld en dat universum, een mix van verbeelding en autobiografische gegevens, deelde hij met zijn lezers. Biograaf Nico Keuning (1952) omschrijft zijn oeuvre als: ‘een weergave van zijn geest’. ,,Brakman is een schrijver met veel verbeeldingskracht en humor.’’ De biografie Een ongeneeslijk heimwee. Leven en werk van Willem Brakman is een reconstructie van een leven in de ban van het heimwee naar het kind dat hij ooit was.

Brakman groeide op in de volksbuurt Duindorp in Den Haag, waar hij zowel gelukzalige indrukken als indringende nare ervaringen opdeed. ,,Wim was een introverte, gevoelige jongen. Wellicht zou hij nu aangemerkt worden als hoogbegaafd. Hij keek op een indringende manier naar voorwerpen, kende elke winkel, iedere etalage en elk object. Een argeloos kind met veel fantasie, levend in zijn eigen wereld.’’ Door zijn pestende buurjongens kwam hij met enkele onverhoedse stompen wel in de werkelijkheid terecht, maar die ontvluchtte hij weer, door zich op dierbare plekken terug te trekken. Onvindbaar voor de hyena’s, die hem te grazen wilden nemen.

Dom is Wim allerminst, maar als introvert en overgevoelig jongetje wist hij zich in de jungle van de straat tussen de hyena’s geen raad. Hij blokkeerde door de misverstanden met schoolmeesters, het onbegrip en de talloze overweldigende indrukken.

Nico Keuning, Een ongeneeslijk heimwee. Leven en werk van Willem Brakman

Het heimwee naar zijn kindertijd is voor Brakman, zijn hele schrijversleven lang, een sterke drijfveer geweest. ,,Hij heeft alles gedaan om dat verleden, in zijn boeken, opnieuw tot leven te wekken. Maar het gaat over veel meer dan nostalgie, ook zijn verdriet en zijn angsten horen daarbij. Hij geeft er echter een compleet nieuwe draai aan. Boek na boek creëert hij uit brokstukken verleden een nieuw heden. Hij was een maniakaal herinneraar.’’

Willem Brakman en minister Til Gardeniers bij de uitreiking van de PC Hooftprijs in 1981 © Marcel Antonisse / Anefo (cc0)

Brakman is al heel lang een vaste constante in het leven van Keuning. Al sinds de jaren tachtig, toen hij met zijn werk in aanraking kwam. Later besprak hij als literatuurrecensent van het Haarlems Dagblad enkele van zijn romans. Keuning noemt hem een taalvirtuoos. ,,Brakman schrijft nooit een lineair verhaal. Hij springt van de ene scène naar de andere, associatief, de lezer soms in verwarring achterlatend.’’

Geen concessies

De lezer moet moeite doen voor zijn boeken. ,,Je moet geduld hebben en gewoonweg genieten van zijn stijl,’’ stelt Keuning. ,,Je moet zijn boeken veroveren.’’ Zelf zei Brakman in 1997 in een interview van Toine de Graaf in De Groene Amsterdammer:

,,Een goed boek is niet geschreven om het einde, maar het einde is de weg die je hebt afgelegd. Dat vind ik de hoogste vorm van lezen. Maar die vorm geldt niet meer in deze tijd, waar een verwachtingspatroon zo snel mogelijk moet worden ingevuld, waar zinnen niet langer mogen zijn dan vijf woorden, waar het altijd moet gaan om modieuze onderwerpen en waar je absoluut maar dan ook absoluut geen enkel raadsel meer in een boek aantreft. Het is een boekske in een hoekske.’’

Brakman kon niet anders dan op die manier schrijven, is zichzelf altijd trouw gebleven. ,,Hij kon hele toegankelijke scènes schrijven maar die stopten soms abrupt. Voor hem was de samenhang vanzelfsprekend maar voor de lezers was dat niet altijd het geval. Toch heeft hij nooit concessies gedaan. Hij koos, egocentrisch als hij was, altijd zijn eigen weg. Brakman heeft zich noch door familie, noch door vrienden, noch door Kamervragen ooit beperkingen op laten leggen.’’

Daarin ging hij zo ver, dat zelfs opmerkingen die zijn kinderen aan tafel maakten, in zijn boeken terecht kwamen. Dit niet altijd tot genoegen van dochter Paulien. Ook zijn vrouw Moof duikt vaak in zijn boeken op. Zij bleef daar redelijk stoïcijns onder, heeft hem altijd vrijgesteld en liet hem zijn gang gaan. De schrijverswereld was van hem, zij ging haar eigen weg. Al raakten die twee werelden elkaar soms wel. Fietsen met haar man was echter niet altijd even plezierig omdat hij tijdens die fietstochtjes vaak ‘afwezig’ was. Moof zei dan tegen hem: ‘Gaan we leuk fietsen of gaan we denkfietsen?’ ‘’

Schoonzuster Co, de vrouw van zijn twee jaar oudere broer Jack, was uit heel ander hout gesneden. Zij wilde meteen na zijn debuut Een Winterreis (1961), waarin de vader als loser wordt beschreven, een rechtszaak tegen de schrijver aanspannen, wat haar door de familie niet in dank werd afgenomen. De relatie met ‘de koude kant’, is nooit meer goed gekomen. Toen Jack uiteindelijk in 1989 in Vancouver overleed, belde een nichtje het bericht aan de familie door. Een exacte overlijdensdatum is niet terug te vinden. ,,Ook een overlijdensbericht is er niet. Een intrigerend gegeven. Dat zegt veel over de relatie met Co.’’

Invalshoek

De band tussen de beide broers bleef, ondanks deze verwijdering, bestaan. Die vriendschap is één van de rode draden, die Keuning gebruikte in zijn biografie. ,,Jack was, in tegenstelling tot zijn broer, een avontuurlijk type. Hij woonde in Israël, Indonesië (Celebes), en emigreerde ten slotte naar Canada. Wim, twee jaar jonger, zat alleen maar thuis. Hij keek in zijn jeugdjaren, enorm tegen zijn oudere broer op. Die was sociaal, sportief en ondernemend, alles wat Wim niet was. Jack ging met oudere jongens om die boeken lazen en discussieerden over literatuur, iets wat Wim in hoge mate intrigeerde. Overeenkomsten waren er ook. Beide mannen waren eigenzinnig en erg op zichzelf. Jack kreeg bijvoorbeeld problemen op zijn werk omdat hij het beter dacht te weten dan de directeur.’’

Een biograaf zoekt altijd een eigen invalshoek. In het geval van Keuning is dat de scheidslijn tussen fictie en werkelijkheid. ,,Een prachtig thema, dan valt er al veel weg. Er moet een focus zijn, anders verzand je in details. De grote valkuil voor biografen. Dan is er geen ontsnappen meer aan en zak je weg in het moeras, waar je nooit meer uitkomt. Het is zaak de wezenlijke elementen, in de relatie leven en werk, naar boven te halen.’’

Twee jaar lang deed Keuning onderzoek. Hij begon met het herlezen van het complete oeuvre, 55 boeken, spitte ondermeer 61 archiefdozen door en sprak met familie en vrienden. Volgens hem is het een kwestie van geduld hebben, wachten tot de schakels van de ketting als vanzelf in elkaar vallen. ,,Ik heb inmiddels ervaring genoeg om er op te vertrouwen dat het uiteindelijk goed komt en dat ik na die twee jaar onderzoek genoeg materiaal heb. De drang tot schrijven dient zich dan als vanzelf aan. Datzelfde geldt ook voor de vorm, die als door een wonder ontstaat.’’

© Eric Palmen (CC BY 4.0)

De biograaf koos er voor het boek op te delen in vieren. De delen corresponderen met de adressen waar de schrijver heeft gewoond: Den Haag, Enschede: de Varviksingel en de Prinsestraat en tot slot, twintig jaar Boekelo. ,,Het is monnikenwerk. Ik ben twee jaar geleden met vervroegd pensioen gegaan, zodat ik dit boek kon voltooien. Het schrijven ging relatief snel maar je moet toch alles in je eentje uitdokteren: evenwichtige hoofdstukken, overgangen.’’ Het was voor Keuning verrassend om te constateren, dat zoveel van Brakman’s boeken leunen op autobiografische elementen. ,,Veel meer dan ik had gedacht. Brakman had de behoefte om mensen uit zijn werkelijkheid in zijn boeken toe te laten. Van buurvrouw Van Paap, meester Besteman tot dokter Van Heel, komen onder hun eigen naam voor.’’

Nol Gregoor

Het belangrijkste authentieke personage dat in het oeuvre van Brakman rondloopt, is dat van dichter, rijksambtenaar, literair journalist en Vestdijk-kenner Nol Gregoor. ,,De vriendschap met Nol is er een van animositeit. Toch bleven ze elkaar trouw. Ze leerden elkaar in 1944 kennen, via een wederzijdse vriend. Nol was tien jaar ouder dan Wim en introduceerde hem in de wereld van literatuur en kunst. Via hem leerde Wim ook Simon Vestdijk kennen, die hij in 1961 zijn debuutroman Een winterreis opstuurde. Dat leidde tot een correspondentie, die tot 1969 voortduurde. In 2018 verscheen Gaven, giften en vergiften, een weerslag van deze briefwisseling, ingeleid en samengesteld door Keuning. De auteurs, beiden arts, schreven elkaar over hun ervaringen met zwaarmoedigheid en over hun boeken. Brakman, die in Enschede werkte als bedrijfsarts, leverde Vestdijk een halve apotheek aan antidepressiva. Ook wederzijdse vriend Nol Gregoor was een gewild onderwerp. Het ontlokte Brakman de opmerking: ,,We roddelen wel erg veel over Nol, vind je niet?”

,,Vestdijk was voor Brakman het grote voorbeeld. Er was een grote wederzijdse bewondering, ze begrepen elkaar gelijk. Vriend Nol is zijn hele leven lang met Vestdijk bezig geweest. Hij ging in 1950 zelfs in Doorn wonen, om dichter bij Vestdijk te zijn, waar Brakman de schrijver ook bezocht. Ondanks de nodige rivaliteit tussen Wim en Nol is het nooit tot een definitieve breuk gekomen. Sterker nog, nadat Nol in 2000 overleed, speelde hij in alle volgende boeken van Brakman een prominente rol. Dat zegt toch wel iets.’’

Enorm oeuvre

Keuning schreef eerder biografieën van Max de Jong, Jan Arends, Bob den Uyl en Johnny van Doorn. Hoe past Brakman in dit rijtje? In de proloog zegt Keuning: ‘Het begint met lezen, de vonk die overslaat, bewondering. Wie is deze dichter, of schrijver? Zo wordt de lezer biograaf, die in de voetsporen treedt van de schrijver’.

,,Brakman is een heel excentrieke man en een serieuze literaire schrijver. Daarom valt hij, naar mijn idee, in mijn biografieën beslist niet uit de toon. Het begint met mijn interesse in het werk. Dan word je nieuwsgierig naar de persoon, diens leven. Max de Jong, de compromisloze romanticus, Johnny van Doorn, de wilde performer versus de rustige verhalenschrijver Jan Arends, dichter, schrijver en psychiatrisch patiënt, Bob den Uyl met zijn tobberigheid, drank en humor. Bij Brakman intrigeerde mij de veelheid, zijn enorme rijke oeuvre. Hij neemt in de literaire wereld een unieke plaats in. In 1992 staat hij met 468 recensies op de derde plaats van de LiteRom-cd, samen met Gerard Reve (536) en Willem Frederik Hermans (615). Zijn werk is nog steeds verkrijgbaar. De verhalen in druk, zijn andere werk als E-book en er zijn luisterboeken beschikbaar. Ik kom gelukkig ook nog steeds jonge mensen tegen die zijn werk lezen. Bart Vervaeck, hoogleraar aan de faculteit Letteren in Leuven behandelt romans van Brakman met zijn studenten, omdat er zoveel in die boeken te beleven is.’’

,,Als ik Brakman vroeger op televisie hoorde praten, dacht ik: dat kun je zó opschrijven. Hij spreekt literatuur. Schrijven was voor hem onontkoombaar. Brakman schreef voor de ideale lezer. Dat hij daarmee geen groot publiek bereikte, heeft wel enigszins bitter gestemd, maar het weerhield hem er niet van om door te gaan op de ingeslagen weg. Hij kon niet anders. In een halve eeuw heeft hij een volstrekt uniek oeuvre bij elkaar geschreven. Een wereld op zichzelf. Daar heb ik enorme bewondering voor.’’

Een ongeneeslijk heimwee. Leven en werk van Willem Brakman
Nico Keuning
Querido
ISBN 9789021419343
Verschijnt 4 februari aanstaande in de boekhandel

Bestelinformatie

Bestel als paperback bij bol.com (€ 34,99)

Koop bij Athenaeum Boekhandel

Bestel als hardcover bij Athenaeum Boekhandel (€ 34,99)

Marita de Jong
Marita de Jong
Marita de Jong is journaliste. Ze werkte jarenlang voor NDC Mediagroep en was als redacteur verbonden aan het cultureel opinieblad De Moanne. Tegenwoordig schrijft ze voor De Moanne, de website Fryslân1 en doet ze ondermeer pr werkzaamheden voor Museum Belvédère en Collegium Vocale Fryslân. In 2008 verscheen bij de Afûk haar boek: 14 schilders uit de Belvédère.

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in