Het verdriet van Antoni van Leeuwenhoek

Rond 1680 liet Antoni van Leeuwenhoek zich portretteren door zijn stadgenoot Johannes Verkolje. We zien een zelfverzekerde Delftenaar, met een beminnelijke glimlach rond de lippen. Hij heeft een kompasser in zijn hand. De globe, het pincet en de aantekeningen suggereren een man van de studie. Het lakzegel en de ganzenveer met inktpot duiden op zijn levendige correspondentie. Van Leeuwenhoek is geen kamergeleerde, maar een man die midden in de wereld staat.

Geen vanzelfsprekende geleerde

Geertje Dekkers maakt in haar beknopte biografie alleszins duidelijk dat de wetenschappelijke carriere van Antoni van Leeuwenhoek geen vanzelfsprekendheid was. Zijn grootvader Thonis, geboren in 1570, kon nog niet lezen en schrijven. Hoewel Antoni een fervent brievenschrijver was, beheerste hij alleen het Nederlands. Latijn, Frans of Engels zat niet in zijn talenpakket, wat nogal een handicap was voor een man van de wetenschap. Toch groeide Van Leeuwenhoek uit tot een gerespecteerd en prominent lid van de Royal Society, op dat moment een van de meest prestigieuze wetenschappelijke genootschappen in Europa. Hij werd dat op voordracht van Reinier de Graaf, die aan de universiteit van Leiden furore had gemaakt met zijn onderzoek naar de werking van de alvleesklier en met zijn ontdekking van de ā€˜Graafse follikelsā€™ een pionier zou worden in de vrouwelijke voorplantingsanatomie. Constantijn Huygens maakte nogal wat voorbehoud bij het kandidaat lidmaatschap. Van Leeuwenhoek was weliswaar ā€˜van nature nieuwsgierig en ijverigā€™, maar een eminent geleerde was hij niet, ā€˜noch in de wetenschappen, noch in de talen, en is in het bijzonder een filosoof die niets van wiskunde weetā€™. Ā Toch werd hij, zeven jaar na die sneer van Huygens, in 1680 een fellow van de Royal Society. Het portret van Verkolje getuigt ervan. De enige leesbare tekst op het schilderij, Caroli Secundi, is een verwijzing naar de beschermheer van het genootschap, Karel II. Van Leeuwenhoek, lakenhandelaar en notabele in Delft (hij was er kamerbewaarder en wijkmeester-generaal) liet zich in zijn zelfpresentatie maar op Ć©Ć©n ding voorstaan: hij was bovenal een man van de wetenschap.

Antoni van Leeuwenhoek op een portret van Johannes Verkolje, circa 1680-1688. Bron: Rijksmuseum (public domain)

Dierkens

Waar had Van Leeuwenhoek zijn lidmaatschap dan aan te danken? Zijn microscopische observaties oogsten tot in de hoogste regionen alom bewondering. Het is zeer aannemelijk dat tsaar Peter de Grote bij zijn bezoek aan Nederland ook de woning van Van Leeuwenhoek aan het Gouden Hoofd heeft bezocht. De kwaliteit van zijn microscopen, zo groot als een lucifersdoosje, bestaande uit Ć©Ć©n lens, stond buiten kijf. En hij was een meester in het maken van preparaten. Van Leeuwenhoek wist nog een vlo van zijn testikels te ontdoen. Met dat gereedschap toegerust werd Van Leeuwenhoek de ontdekker van de ā€˜kleine dierkensā€™ in het water van het Berkelse meer, waarmee hij feitelijk een begin maakte met het onderzoek naar de micro-organismen. De ā€˜rode klootjesā€™ in zijn eigen bloed kon hij nog niet op waarde schatten, want in zijn mechanische wereldbeeld was ā€˜zuurstofā€™ of sowieso de chemie van het menselijk lichaam nog een onontgonnen terrein, maar hij zag ze wel. Hij ontdekte de ā€˜zaaddiertjesā€™ in zijn sperma en benadrukte nadrukkelijk dat hij die op eerbare wijze verkregen had: tijdens de coĆÆtus met zijn lieftallige tweede echtgenote Cornelia Swalmius.

Homo Universalis

Geertje Dekkers weet haar verhaal met dit soort details mooi op te smukken. Van Leeuwenhoek behoorde nog tot de generatie van de Homo Universalis die, gedreven door een tomeloze nieuwsgierigheid en niet gedwarsboomd door enige wetenschappelijke systematiek, alles onderzoekt wat los en vast zit. Onder andere: peperwater, palingenbloed, oorsmeer, honden- en hanentestikels, mijten- en vlooienballen, lucht, tandaanslag, wichelroedes, pus, kalksteen, slakkenhuisjes, en het huidweefsel van een Braziliaans meisje (een ā€˜Moorinneā€™, aldus Van Leeuwenhoek) dat als een curiositeit naar Nederland werd verscheept. Zijn nieuwsgierigheid ging zo ver dat hij in zijn kous twee luizen verstopte, om te ondervinden hoe en in welk tempo zij zich vermenigvuldigden. Na een aantal dagen gaf hij de brui aan dit experiment. Ā 

Het was ook een wereld die beheerst werd door kinnesinne. Van Leeuwenhoek vond een aartsvijand in Nicolaas Hartsoeker, omdat die beweerde eerder de ā€˜zaaddiertjesā€™ in sperma te hebben geobserveerd. Hij beschuldigde Van Leeuwenhoek van plagiaat en stak de draak met zijn onsystematische onderzoeksmethoden. Ook met Jan Swammerdam, die andere pionier op het gebied van de voortplantingskunde, kon Van Leeuwenhoek moeilijk door een deur. In vele opzichten bleef hij de zoon van een mandenmaker, die door zijn broeders in de wetenschap minzaam gewezen werd op zijn gebrekkige opleiding. Niet meer dan een ambachtsman, geen geleerde, dat was het grote verdriet van Antoni van Leeuwenhoek. Geertje Dekkers vertelt dat verhaal met furore: goed gedocumenteerd, zakelijk en met zichtbaar plezier in haar onderwerp. Ā Ā Ā Ā 

Veel klein en curieus. De wereld van Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723)
Geertje Dekkers
Unieboek Het Spectrum
ISBN paperback 9789000379828
ISBN e-book 9789000379835
Verschenen in april 2023

Bestelinformatie

Bestel als paperback bij bol.com (ā‚¬ 24,99)
Bestel als e-book bij bol.com (ā‚¬ 14,99)
Eric Palmen
Eric Palmen
Eric Palmen is historicus en hoofdredacteur van Biografieportaal. Hij schreef onder andere Kaat Mossel, helleveeg van Rotterdam en Dwaze liefde, een familiegeschiedenis, uitgegeven bij Prometheus. Voor Historisch Nieuwsblad, de Volkskrant,Vrij Nederland, Het Parool en Elsevier Weekblad schreef hij artikelen over de biografie.

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in