Harry Mulisch en Robbert  Ammerlaan. Reisverslag van een vriendschap

Op de eerste verdieping aan de Leidsekade zag het grootste deel van zijn oeuvre het levenslicht. Daar, in zijn werkkamer, schreef Harry Mulisch werken als De aanslag, De ontdekking van de hemel en De procedure. De kamer zelf is ontegenzeggelijk Mulischiaans: alles in de kamer verwijst op enigerlei wijze naar het schrijverschap en het oeuvre. De schedel van Zeeger Vermeulen, een replica van de Steen van Rosetta, de werkbibliotheek met veel werken van Nietzsche, Goethe en Thomas Mann, de schetsen van Piranesi en natuurlijk het pijpenrek aan het schrijfbureau.

De schrijver en zijn oeuvre zijn in de kamer alomaanwezig. In Zijn eigen land beschrijft oud-directeur van uitgeverij De Bezige Bij Robbert Ammerlaan de kamer waar Mulisch zijn schrijfwerk verrichtte. Zelf noemt hij het een ‘verslag van een zoektocht door Mulisch’ literair laboratorium en daarmee door zijn leven en werk.’ Ammerlaan was sinds 1999 de directeur van de uitgeverij waar Mulisch vrijwel zijn hele schrijversleven aan verbonden was. In de jaren die volgden raakten de heren bevriend. Een paar jaar voor zijn overlijden spraken Ammerlaan en Mulisch over de wenselijkheid van een biografie en wie in dat geval de biograaf moest zijn. Een aantal weken later begon Mulisch er opnieuw over en zei tegen Ammerlaan: ‘Jij, jij moet het doen.’ Hij heeft die taak op zich genomen.

Mulisch’ privé-domein

Zijn eigen land is niet de Mulisch-biografie waar Robbert Ammerlaan aan werkt. Het is een expeditie door de werkkamer, een expeditie die Ammerlaan heeft afgelegd in het kader van het schrijven van de biografie. Het bijzondere van dit boek ligt in het feit dat het speelveld beperkt en rijk tegelijk is. De feitelijke ruimte waarbinnen de reis zich voltrekt is beperkt, maar de vondsten in die beperkte ruimte presenteren een ongekende rijkdom. Uitgangspunt van het boek zijn de in de kamer aanwezig objecten. Aan de hand daarvan loodst Ammerlaan de lezer langs belangrijke momenten en mensen in het leven van Mulisch. De door Mulisch zelf aangewezen biograaf krijgt als eerste toegang tot de notitieboekjes, agenda’s, dagboeken en een verzameling aan Mulisch geschreven brieven. Opvallend is dat uit dit privé-domein duidelijk wordt dat de onkreukbare zekerheid van Mulisch in het openbare leven voor een deel schijn was.  In de periode dat bij Mulisch een maagtumor werd ontdekt schreef hij: ‘Hier klopt iets niet. Ik had dit niet mogen zien. De operatie zou wel eens mis kunnen gaan.’ Het is een beeld dat past bij wat Sander Bax in zijn De Mulisch Mythe uiteenzet, namelijk dat de publieke persoon Mulisch een mythe van zichzelf heeft gecreëerd. Hij is als schrijver meester over zijn leven. Dit wordt versterkt door een brief die Ammerlaan vond, getiteld: Brief aan mijn kind. Later voegt Mulisch hier in potlood aan toe ‘ongeboren’. Het is 1961, Mulisch doet voor Elsevier verslag van het proces tegen Adolf Eichmann. In het kader van nader onderzoek, bezoekt Mulisch samen met zijn zwangere vriendin Ineke Verwayen concentratiekamp Auschwitz. Alvorens huiswaarts te keren brengt het stel een meerdaags bezoek aan Wenen. Hier maken ze een ritje in de botsauto’s. Later concludeert Mulisch dat dit ritje de oorzaak moet zijn van de miskraam. De brief aan zijn ongeboren kind wordt aangevuld met een korte notitie, die als volgt eindigt:

“De zaak 40/61 dus bezegeld door de dood van mijn ongeboren kind. (Zonder Eichmann had het geleefd).”

Aan de hand van aantekeningen geeft Ammerlaan ook een beeld van de plek die Mulisch innam ten aanzien van de (Nederlandse) letteren en zijn eigen reflectie daarop. Zijn moeizame relatie met Gerard Reve – mede ten aanzien van de betekenis van het begrip ironie – is genoegzaam bekend. Dat Mulisch ook niet accordeerde met de andere grote schrijver van na de Tweede Wereldoorlog is misschien minder bekend. Na het overlijden van W.F. Hermans – de eerste van de Grote Drie die overleed -noteert Mulisch:

“Dat hij een geslaagde schrijver is geworden met zijn mislukkingsideologie toont de mislukking van die ideologie aan. Alleen op die paradoxale manier had hij gelijk.”

Autobiografischer zijn ze er niet.

De biograaf van Mulisch staat voor een ingewikkelde opdracht. De auteur wist als geen ander zijn eigen leven te verweven met zijn werk. Twee expliciet autobiografische boeken (Voer voor psychologen en Mijn getijdenboek) maken deel uit van een oeuvre dat van alfa tot omega het leven van de schrijver ademt. Ammerlaan komt in dit werk zelden tot schokkende nieuwtjes. De hiervoor genoemde Brief aan mijn ongeboren kind en de mogelijke vondst van de afscheidsbrief die Mulisch schreef toen hij in een vliegtuig met brandende motor zat (volgens Mulisch zelf met potlood geschreven, maar het gevonden exemplaar is met pen geschreven) vormen hierop de uitzondering. Wat hij vooral doet is een verdiepingsslag maken. Hoewel als rode draad door het oeuvre het leven van de schrijver loopt, blijft dit tot op zekere hoogte ook gefictionaliseerd. Waar Sander Bax zich richt op de publieke persoonlijkheid van Mulisch en hoe deze tot op zekere hoogte zichzelf fictionaliseert, is het Ammerlaan die zich verdiept in de persoon Harry Mulisch, de man achter de mythe. Hij brengt ook de voor het grote publiek onbekende kwetsbare kant in beeld.

De werkkamer van Mulisch – ik bezocht die zelf tijdens het eerste Harry Mulisch Festival – is strak geordend. De vele foto’s in het boek van Ammerlaan laten dat zien. Die orde is noodzakelijk bij het schrijven van een zo met elkaar samenhangend oeuvre. Mulisch heeft zijn werkkamer net als zijn oeuvre van een heldere en doordachte compositie voorzien. Sommige objecten in de ruimte vragen direct de aandacht, zoals de schedel van Zeeger Vermeulen. Deze heeft een prominente plek in de schrijverskamer en kreeg binnen het oeuvre een centrale rol in het boek Paralipomena Orphica. De objecten in de kamer zijn verweven met het oeuvre van de schrijver, ze zijn het tastbare bewijs ervan.

Hoewel slechts indirect in de attributen aanwezig, komt in het boek duidelijk naar voren hoe belangrijk vriendschap was voor Mulisch. Hij kende een innige vriendschap met zijn aartsvriend schaker Hein Donner. Die vriendschap bekoelde, nadat Donner tot de kern van Mulisch schrijverschap probeerde door te dringen. Later vormde zich rond Mulisch een hechte vriendengroep, de Herenclub. Een gezelschap van louter heren met verdiensten op het gebied van de kunst, politiek of op een ander maatschappelijk vlak. Ammerlaan verklaart deze behoefte aan vriendschap uit het feit dat Mulisch nooit een gewone band met zijn ouders had en daarom al snel was aangewezen op vrienden.

De grote uitbarsting

Ammerlaan volgt in zijn boek dezelfde route als het oeuvre van Mulisch: richting het eind barst de vulkaan. Die uitbarsting is het schrijven en de publicatie van De ontdekking van de hemel. In dit werk komt alles samen: zijn ouders, zijn liefdes, zijn reportages, zijn vriendschap met Hein Donner, de schetsen van Piranesi, zijn eeuwige fascinatie voor de dood en zijn liefde voor de oude Griekse cultuur. Het is dit boek waar alle lijntjes uit zijn daarvoor gepubliceerde werken en zijn leven bij elkaar komen. Ammerlaan ziet De ontdekking van de hemel als het literaire deel van Mulisch’ autobiografie, De compositie van de wereld vormt het filosofische deel ervan.

Na zijn grootste boek te hebben geschreven en de hemel te hebben ontdekt, restte er nog een ding: het onbegrensde kwaad verklaren. Het is het slotstuk van zijn oeuvre, de roman Siegfried, gepubliceerd in 2001. Deze roman draait om het ontmaskeren van Hitler, de man die hem al zijn hele leven had geobsedeerd. Het schrijven van een boek over Hitler ging hem geenszins in de koude kleren zitten, zo blijkt ook uit de volgende notitie:

“Werk aan passage over Hitler. Nu en dan sidder ik van mijn eigen boek.”

De laatste woorden uit de roman, blijken voor de schrijver een worsteling te zijn geweest in het voortzettend van zijn schrijverswerkzaamheid. De laatste zin luidt: “Daarna niets meer”. Voor Mulisch’ oeuvre gold hetzelfde.

Ode aan de vriendschap

Met Zijn eigen land heeft Robbert Ammerlaan de werkkamer van Harry Mulisch enigszins tastbaar gemaakt. Het is een bijzonder reisverslag door het werkvertrek aan de Leidsekade, een vluchtig verslag van het leven van Mulisch en een prachtige expeditie door diens oeuvre. Voor de liefhebber van Mulisch een grote lading leesplezier, een boek om opzettelijk in te verdwalen, zodat de tocht nog langer duurt. Maar voor hen die Mulisch en zijn werk nauwelijks of geheel niet kennen, is dit boek een aangename introductie. Zij dienen wel gewaarschuwd te worden. Ammerlaan schrijft zo enthousiast en krachtig over (de werken van) Mulisch, dat je na het lezen direct in een boek van De Grote Een duikt.

Zijn eigen land is bovenal een ode aan Harry Mulisch en diens oeuvre. Het is een ode aan de vriendschap tussen Ammerlaan en Mulisch. Ammerlaan laat bekende Mulisch-adekdotes de revue passeren, maar tussen de regels door komt voortdurend de vriendschap met Mulisch naar voren. Een vorm van wederzijds respect en vertrouwen tussen auteur en uitgever. Hierdoor komt Ammerlaan richting het schrijven van de biografie in een worsteling met betrokkenheid aan de ene kant en afstand tot het onderwerp van zijn boek aan de andere. Hier ligt voor Ammerlaan de grote uitdaging bij het schrijven van de biografie van Mulisch: voldoende afstand bewaren, zonder de in dit boek gehanteerde en zeer plezierige schrijfstijl te verliezen. Met Zijn eigen land legt Robbert Ammerlaan de verwachtingen voor de uiteindelijke biografie hoog. Het is afwachten of deze verwachting waar te maken is. Of dat zo zal zijn, zal de tijd leren. Een streefdatum voor publicatie heeft Ammerlaan tot nu toe niet genoemd.

Zijn eigen land. Een reis door de werkkamer van Harry Mulisch
Robbert Ammerlaan
De Bezige Bij
ISBN 9789023496847
Verschenen in november 2016

Bestelinformatie

Koop bij Athenaeum Boekhandel

Bestel hier als hardcover bij Athenaeum Boekhandel (€ 39,99)

Koop bij bol.com

Bestel hier als hardcover bij bol.com (€ 39,99)

Niek Wind
Niek Windhttp://www.niekwind.nl
Niek Wind is fractievoorzitter van Gemeentebelangen Borger-Odoorn en schrijft bespiegelende artikelen over literatuur, filosofie en politiek op zijn blog www.niekwind.nl.

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in