Kleurrijke biografie van Tonia Stieltjes. Mevr. S. blijft onbekend

Minstens twaalf portretten schilderde Jan Sluijters van Tonia Stieltjes (1881-1932). Toch bleef zijn model lang de onbekende ‘mevrouw S.’ In haar biografie Tonia Stieltjes. Activiste, model en wilskrachtdokter beschrijft Esther Schreuder weliswaar de feiten van Tonia’s kleurrijke leven, maar wat ze dacht of voelde blijft grotendeels in het donker.

Gesina Antonia Milgens werd in 1881 geboren als Tonia Milgens, dochter van de zwarte Anthony Milgens en de witte dienstbode Maria Heidman. Anthony leefde 24 jaar in slavernij in Suriname voordat hij zeeman en later in Amsterdam bierbrouwer werd. Tonia groeide op in Kattenburg, op de Oostelijke eilanden van Amsterdam, een wijk vol krotten en narigheid. Schreuder verbindt Tonia’s latere strijdbaarheid als activiste met haar jeugd in het ruige Kattenburg en met de opstandige reputatie van de Kattenburgers.

Ze heeft haar vader nauwelijks gekend, want hij stierf toen zij vier jaar was. Haar moeder hertrouwde met de eveneens zwarte zeeman Henry Dufort uit Suriname. Niet lang daarna werd Tonia aan beide ogen blind. Eind 1896 werd ze intern opgenomen in het Blinden Instituut in Amsterdam, waar ze een uitstekende opleiding kreeg, waarschijnlijk veel beter dan wanneer ze in Kattenburg was gebleven. Ze bleef er tot haar achttiende en kreeg in één oog het gezichtsvermogen gedeeltelijk terug.

Een stimulerend milieu

Een interessant hoofdstuk van de biografie gaat over ‘Tonia en de Wibauts’. Tonia werd net als haar moeder dienstbode en kreeg in 1904 een baan bij de socialistische voorman Floor Wibaut (later wethouder in Amsterdam). Diens vrouw Mathilde Wibaut-Berdenis van Berlekom zette zich actief in voor het kiesrecht. De Wibauts omringden zich ook met kunstenaars, onder meer door hun inzet voor de Vereniging Kunst aan het Volk. In dit centrum van de socialistische en artistieke elite van Nederland maakte Tonia een snelle persoonlijke ontwikkeling door. Mathilde Wibaut wilde arbeidersvrouwen ontwikkelen en gaf bijvoorbeeld ‘les in schrijven’ aan haar dienstbode Tonia. Ze betrok haar in 1905 ook bij de oprichting van de Sociaal Democratische Vrouwenpropagandaclub.

Wilskrachtdokter

Snel na haar komst bij de Wibauts werd Tonja bestuurslid en later voorzitster van de Vakbond voor Dienstboden: Allen voor Elkander. Twee jaar lang woonde ze op de Leidsegracht 47, het centrum van de activiteiten van de Amsterdamse vakbondsafdeling. Of ze toen ook nog bij de Wibauts werkte, wordt niet duidelijk. Ze had het al heel druk, want ze schreef regelmatig in het dienstbodenblad ‘Ons Streven’, organiseerde bijeenkomsten en uitstapjes en sprak op congressen. Als eerste zwarte vakbondsvoorvrouw werd ze een bekende Amsterdamse. Ze betitelde zichzelf als ‘wilskrachtdokter’ en was een inspirerend voorbeeld voor de aangesloten dienstbodes. Ook zorgde ze ervoor dat het gehate fooienstelsel werd vervangen door tien procent loonsverhoging. Enige tijd was ze directrice van het (commerciële?) ‘Bemiddelingsbureau tot plaatsing van dienstboden’. Een groot conflict tussen de Amsterdamse en Haagse afdelingen van de vakbond eindigde in winst voor Tonia.   

In 1908 werd ze zwanger en ze trouwde met fotograaf Jan de Meijere, afkomstig uit een welgesteld artsenmilieu. Als gehuwde vrouw kon ze geen bestuurslid zijn van de bond, maar ze mocht wel directrice van het bemiddelingsbureau blijven. Het echtpaar verkeerde in artistieke kringen en trok veel op met de socialistische Koos en Irene Vorrink. Ze kregen twee kinderen, maar het huwelijk eindigde in 1915 in een scheiding. Tonia trok in bij haar nieuwe liefde, civiel ingenieur Wim Stieltjes, uit een destijds bekende koloniale familie.

Kunstenaarsmodel

Nadat Tonia de schilder Jan Sluijters leerde kennen, vroeg hij haar rond 1919 om model voor hem te staan. Hij schilderde uiteindelijk minstens twaalf portretten en naakten waarop Tonia te zien is, vaak in felkleurige kleding. Recensenten van tentoonstellingen herkenden in Sluijters naaktmodel de voormalige vakbondsvrouw.  Schreuder schrijft: “Sluijters bleef ongetwijfeld geïnteresseerd in Tonia als model vanwege haar uiteenlopende karaktereigenschappen, stemmingswisselingen en gezichtsuitdrukkingen.” Ook Wim Schuhmacher portretteerde haar onder de titel ‘Mulattin’.

In 1919 vertrok het gezin naar Parijs, waar veel meer mensen van kleur woonden, zodat Tonia en de kinderen minder opvielen. Tonia begon in Prijs een nieuwe alternatieve ‘familie’ om zich heen te verzamelen en bezocht met Wim verschillende kunstenaars in hun ateliers. Wim had net een erfenis gekregen en zolang er geld was, ondersteunden zij kunstenaars financieel. Hun huis in Montparnasse werd een verzamelplek voor kunstenaars en intellectuelen. Vooral tussen Piet Mondriaan en Tonia ontstond een goede band. Hij legde aan haar al zijn schilder- en schrijfwerk voor en hij nam haar oordeel heel serieus. Later zei hij tegen kunstenaar Michel Seuphor dat alleen Tonia hem echt begreep. Ook de liefde voor muziek, met name jazz, verbond hen. Zo ging Tonia vaak met Mondriaan dansen. Of er ook sprake was van een intieme relatie, is niet duidelijk. Tonia had wel een affaire met een andere man en de relatie met Wim Stieltjes wankelde.

“Tonia was alles”

Mede vanwege financiële problemen verhuisden ze naar Den Haag. Dat Nederlandse intermezzo werd echter geen succes. Pensionhouders weigerden een kamer te verhuren aan een vrouw van kleur, die zich in een opvallend lichte tint poederde volgens de Parijse mode. Tonia’s vriendin Lena Milius schreef aan haar ex-man Theo van Doesburg: “Hij is een vent van niets en zij is wel aardig en hartelijk, maar het is een bezoeking om met haar op straat te lopen, met de hele Haagse straatjeugd achter ons aan. Daar houd ik nu eenmaal niet van.” In Amsterdam ging het iets beter en daar poseerde Tonia weer voor Sluijters. In 1922 trouwden Wim Stieltjes en Tonia eindelijk officieel, maar in 1925 vertrok Tonia, aanvankelijk alleen, weer naar Parijs. En nu voorgoed. Ze pakte de draad met Mondriaan weer op en ging op zondagen met haar dochter Marcella naar zijn atelier om te luisteren naar zijn lezingen over filosofie. Ook raakte ze bevriend met Charley Toorop en veel andere kunstenaars en schrijvers. Haar gezondheid, die al vanaf haar jeugd precair was, verslechterde. Ze had hart-, long- en nierproblemen en ging vaak kuren, als er geld voor was. Na de beurskrach van 1929 was Stieltjes echter sterk verarmd. Op 30 oktober 1932 stierf ze, 51 jaar oud, in Parijs. Mondriaan was compleet uit het veld geslagen. Hij verzuchtte: “Tonia was alles, die alles tot iets maakte.”

Tussen gewoon en bijzonder

Schreuder schrijft in haar inleiding:

‘Deze biografie wil geen moraliserende geschiedschrijving zijn over ‘heldendaden’ van Tonia. Tonia bevond zich tussen ‘gewoon’ en ‘bijzonder’ in.’

Ze vindt haar levensgeschiedenis relevant omdat Tonia invloed had op haar omgeving en een van de vele vrouwen en Nederlanders van kleur was die zijn weggedrukt uit de (kunst)geschiedenis. Tonia Stieltjes is inderdaad een interessant ontwerp voor een biografie. Haar achtergrond en levensloop maakten me gelijk nieuwsgierig. Maar het boek viel me tegen en dat komt vooral omdat de persoon van Tonia ver van me af bleef. Wat dacht en voelde ze? Hoe reflecteerde ze op het model zijn? Er zijn amper egodocumenten van haar zelf bewaard gebleven en ook de getuigenissen van anderen over haar zijn schaars. Om dat tekort aan persoonlijke bronnen te compenseren, bouwde Schreuder Tonia’s geschiedenis en omgeving op uit andere bronnen. Daardoor geeft ze de leefwereld van Tonia weliswaar goed weer, maar dat doet ze zo uitvoerig dat Tonia vaak verdwijnt in het decor. Zo wijdt ze een hele alinea aan een te water geraakt paard dat Tonia misschien had kunnen zien vanuit haar woning. 

Veel zinnen bevatten het woord ‘waarschijnlijk’, ‘mogelijk’ of ‘misschien’. Dat is uiteraard vaker zo in biografieën, maar Schreuder overtuigde me zelden van haar aannames, die ze in haar uitvoerige notenapparaat ook niet hard kan maken. Een voorbeeld: “De kunstenaars Willem Witsen en Jacobus van Looy tekenden in 1882 ieder een portret van een naamloze zwarte matroos. Mogelijk was dit een bekende van Anthony Milgens.” Dat wekt de indruk dat Tonia een ‘vehikel’ was om te schrijven over vrouwen van kleur in het Amsterdam rond 1900.

Mijn grootste bezwaar is dat de biografe te veel zelf invult over de motivaties en het gedrag van Tonia. Over haar contacten met het adellijke echtpaar Ella en Louk Hoyack schrijft zij bijvoorbeeld: “Bij een Kattenburgs meisje dat vroeger naar de armenschool was gegaan, zullen hun leven en cultuur de nieuwsgierigheid geprikkeld hebben.” Of over het mecenaat van de Stieltjes in Parijs: “Dit zal ongetwijfeld zijn uitgegaan van Tonia, die sinds haar jeugd gewend was te delen, zowel woonruimte als bezit.” Op die manier maakt Schreuder haar heldin toch ‘bijzonderder’ dan ze mijns inziens kan verantwoorden.

Hoewel de tekst me dus tegenviel, heb ik het boek wél met plezier bekeken. De reproducties van de felgekleurde schilderijen van Sluijters zijn prachtig. Schreuder heeft veel historische foto’s verzameld die samen een goed beeld geven van de wereld waarin Tonia leefde. De tekening die dochter Marcella van Tonia maakte, is ook fraai. Kunstenaars Brian Elstak en Iris Kensmil hebben speciaal voor dit boek delen uit Tonia’s leven verbeeld. Hun sfeervolle tekeningen en schilderijen van Tonia-in-actie vullen de statische portretten van Tonia mooi aan. Ze zijn door vormgeefster Lyanne Tonk verwerkt tot geslaagd grafisch kunstwerk. Die werken, portretfoto’s en enkele schilderijen van Sluijters met Tonia zijn ook te zien op de tentoonstelling ‘Tonia, model en activiste’, tot maart 2024 in de Nardinc Galerij in Singer Laren.

Tonia Stieltjes – Activiste, model en wilskrachtdokter
Esther Schreuder
Waanders Uitgevers
ISBN 9789462625129
Verschenen in oktober 2023

Bestelinformatie

Bestel als hardcover bij bol.com (€ 29,95)

Petra Teunissen-Nijsse
Petra Teunissen-Nijsse
Petra Teunissen-Nijsse werkt als freelance redacteur, journalist en biografisch onderzoeker. Zij publiceerde over Louis Couperus, Carry van Bruggen en Clare Lennart. In juni 2017 promoveerde zij op het proefschrift Voor ’t gewone leven ongeschikt. Een biografie van Clare Lennart. Haar tekstbureau heet Leven in Woorden

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in