Isaac Le Maire, tegen de keer ten tijde van de VOC

De coronacrisis had soms wonderlijke gevolgen. De Belgische journalist en reisleider Tom Dieusaert kreeg toen ineens de tijd om een historische zoektocht te beginnen naar de levenswandel van de gewiekste koopman Isaac Le Maire ten tijde van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). Dieusaerts kwaliteiten als gids en onderzoeksjournalist kwamen hem daarbij goed van pas: daardoor is zijn boek Rond de Kaap een spannende speurtocht én levendige biografie geworden. Hij volgt in zijn boek het spoor van Le Maire terug vanaf Doornik, via Antwerpen, Amsterdam, Den Helder, Egmond, Puerto Deseado tot in Kaap Hoorn. Overal heeft Dieusaert interessante en soms toevallige ontmoetingen met personen die hem verder helpen met de levensgeschiedenis van Le Maire en de wereld waarin zijn hoofdpersoon leefde.

Antwerpse vluchteling in Amsterdam

Isaac Le Maire (ca. 1558-1624) behoorde tot een van de honderden protestantse kooplui die tijdens de Tachtigjarige Oorlog na de val van Antwerpen in 1585 naar Amsterdam vluchtte. Door de val en de afsluiting van de Schelde door de noordelijke Nederlanders kwam een einde aan de bloeitijd van de havenstad en werd Amsterdam de handelsmetropool van Europa. Le Maire kwam oorspronkelijk uit Doornik (nu Tournai) in het Franstalige Henegouwen. Zijn vader Jacques was daar een succesvolle koopman. De protestantse familie trok daar weg, toen het Spaanse leger onder aanvoering van de hertog van Parma in het zuiden oprukte. In Antwerpen zette Isaac met succes zijn eigen handelsactiviteiten op, maar hij moest daar al na vier jaar vluchten voor de Spaanse troepen die de stad belegerden. Kort tevoren was hij getrouwd met Maria Walraven, met wie hij 22 kinderen kreeg – volgens de overlevering, want het is nog nooit iemand gelukt om alle kinderen in de geboorteregisters te vinden.

In Amsterdam handelde hij, met twee eveneens uit Antwerpen gevluchte compagnons, in alles wat volgens hem winst kon opleveren: onder meer zout, graan en vis. Grote afstanden en andere obstakels telden niet voor hem: ondanks de oorlog met Spanje handelde hij gewoon door met Portugal en ook Spanje, hij was actief in Rusland en het Middellandse Zeegebied. Als het maar winst opleverde en daarvoor nam hij grote risico’s. Zo kwam hij ook op het spoor van de lucratieve specerijenhandel met Oost-Indië. Hij stichtte met het oog hierop de Nieuwe Brabantse Compagnie (vooral bestaande uit inschrijvers uit de zuidelijke Nederlanden) die in 1602 door de bemoeienis van de raadspensionaris Johan van Oldenbarnevelt samenging met andere handelmaatschappijen in de VOC. Deze monsterfusie kreeg van de Staten-Generaal het monopolie op de overzeese handel in het gebied ten oosten van Kaap de Goede Hoop en ten westen van de Straat van Magellaan.

Kaart van de Straat Le Maire tussen Vuurland en Statenland van Wilhelm Jansz. Blaeu, 1635. Bron: Nationaal Archief (public domain)

Binnen en buiten de VOC

De VOC was eigenlijk een onmogelijke constructie met meer dan zeventig bewindhebbers uit de verschillende compagnies. Daaruit werd een soort centraal bestuur gekozen: de Heeren XVII, waarvan Le Maire er een van was. Hij was weliswaar de grootste investeerder, maar raakte al snel betrokken bij een hoogoplopend conflict. Le Maire werd beschuldigd van gesjoemel met onkostennota’s en daarop volgde een gedwongen ontslag. Met een verklaring dat hij nooit handel zou drijven in het octrooigebied van de VOC, ontkwam hij aan een rechtszaak. Toch liet hij het daarbij niet zitten. Uit wrok over zijn behandeling door de andere bewindvoerders, probeerde hij eerst de VOC te dwarsbomen en zelfs kapot te maken. Hij smeedde allerlei plannen om het VOC-monopolie te omzeilen. Hij spande met de Franse koning samen om een concurrerende compagnie op te zetten en richtte met andere kooplieden een onderneming op om de aandelen van de VOC nadelig te beïnvloeden. Dat mislukte allemaal en hij verhuisde naar Egmond waar hij een nog gewaagder plan ontwikkelde: een andere vaarroute naar Oost-Indië.

Een andere vaarroute, zuidelijker van de Straat van Magellaan, zou betekenen dat Le Maire ontkwam aan de definitie van het octrooigebied van de VOC: namelijk ‘ten westen van de Straat van Magellaan’. Nadat hij enkele notabelen in het nabijgelegen Hoorn had overtuigd van die mogelijkheid, richtte hij de Australische Compagnie op die een zuidelijker vaarweg zou zoeken. Dat werd een roemruchte tocht die werd uitgevoerd door zijn zonen Jacob en Willem. Zij slaagden erin met schipper Willem Cornelisz Schouten, ondanks allerlei grote tegenslagen, een veel kortere vaarweg te vinden om naar Oost-Indië te komen. Deze vaarweg tussen Vuurland en een langgerekt eiland (sindsdien Stateneiland) werd door hen Straat Le Maire gedoopt (die in later eeuwen een andere naam kreeg). De vaarweg was weliswaar moeilijker te bevaren, maar vele malen sneller dan de route door de Straat van Magellaan, die ooit ontdekt was door Olivier van Noort.  

De expeditie van zijn zonen Jacob en Willem, die via de nieuwe route Oost-Indië bereikte, liep echter dramatisch af. Het schip De Eendracht werd in Batavia door de beruchte Jan Pietersz Coen met alle documenten en het scheepsjournaal in beslag genomen. Tot overmaat van ramp overleed Jacob op de terugreis en in de Republiek wilden weinigen geloven dat de broers Jacob en Willem Le Maire werkelijk een nieuwe route hadden gevonden. Hun vader heeft nog jarenlang een juridisch gevecht gevoerd om erkenning te krijgen. Hij kreeg deze uiteindelijk wel, maar daar had hij een hoge prijs voor betaald. In 1624 werd Le Maire naast zijn vrouw in Egmond-Binnen begraven met een grafsteen, waarop vermeld staat dat hij meer dan 150.000 gulden verloren had, maar niet zijn eer. Dat bedrag was bovendien met een nulletje te weinig nog een vergissing en moest waarschijnlijk veel meer zijn. 

Een uiterst boeiende zoektocht

Dieusaert schreef al eerder een spannend reisverhaal over zijn tocht met een Kever van Mexico Stad naar Buenos Aires, waar hij momenteel woont. Ditmaal reisde hij Isaac Le Maire achterna, omdat hij als reisleider in Patagonië had ontdekt dat verschillende plaatsnamen Nederlands klinken en veel kaartmakers van het gebied in Antwerpen waren geboren. Hij concentreert zich in zijn boek op Le Maire, maar weidt als een echte reisgids bij zijn zoektocht uitvoerig uit over de historie van al die plaatsen die hij bezoekt. Zo trekt hij naar Frans-Vlaanderen en de Westhoek, waar de Beeldenstorm in 1566 begon en de beroemde predikant en cartograaf Peter Plancius geboren werd als Pieter Platevoet. Dat geeft hem de gelegenheid aandacht te besteden aan het vroege protestantisme in de Zuidelijke Nederlanden, waar nu niets meer van over is. Dezelfde Plancius was degene die later een grote rol speelde in het rechtzinnige protestantisme in Amsterdam en Le Maire hielp met het ontdekken van een nieuwe westelijke route naar het Verre Oosten. Op deze manier slaagt Dieusaert erin de biografie van één tegendraadse figuur om te vormen tot een spannende geschiedenis van een stormachtige periode in de geschiedenis van de Nederlanden in de zeventiende eeuw. Een mooie prestatie.  

Rond de Kaap. Isaac Le Maire contra de VOC
Tom Dieusaert
Erstberg
ISBN paperback 9789464750294
ISBN e-book 9789464750430
Verschenen in juli 2023

Bestelinformatie

Bestel als paperback bij bol.com (€ 29,50)
Bestel als e-book bij bol.com (€ 15,00)

Sjoerd Karsten
Sjoerd Karsten
Sjoerd Karsten is emeritus-hoogleraar Onderwijskunde aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn proefschrift, Op het breukvlak van opvoeding en politiek. Een studie naar socialistische volksonderwijzers rond de eeuwwisseling verscheen in 1996. Hij publiceerde een biografie over de 'rode bovenmeester' Adriaan Gerhard. Sjoerd is een fervent wandelaar, getuige zijn trektocht door Nederland vanaf het najaar van 2012.

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in