Herman Salomonson alias Melis Stoke

Menno ter Braak classificeert in 1935 zijn proza en poëzie als ‘amusementslectuur’ en is – voor zijn doen – nog tamelijk mild over de literaire waarde ervan. Het oeuvre van Herman Salomonson, alias Melis Stoke, maakt geen aanspraak op de eeuwigheid. Daarover is zelfs zijn biograaf het wel eens. In Een Humaan koloniaal beoordeelt Gerard Termorshuizen de meeste pennenvruchten uit de enorme productie van Melis Stoke als middelmatig, onevenwichtig of oppervlakkig. Vanwaar dan deze biografie? Herman Salomonson was een commentator van zijn tijd. Zijn leven, en dood, is exemplarisch voor de eerste helft van de twintigste eeuw.

Een drang naar letterkundige activiteit

Herman Salomonson, geboren op 24 maart 1892 in Amsterdam, is de zoon van Maurits Salomonson, telg van een Joods koopmansgeslacht uit Westfalen, en bankiersdochter Dinah Maria Wertheim. Het pseudoniem, Melis Stoke, heeft hij al tijdens zijn studententijd in Delft aangenomen. Hij studeert er Weg- en Waterbouwkunde, maar “een drang naar letterkundige activiteit” doet hem in de journalistiek belanden. Wanneer de Eerste Wereldoorlog uitbreekt, bezoekt hij als oorlogsverslaggever van het Algemeen Handelsblad het Belgische front. In de brieven aan zijn ouders verhaalt hij van de verschrikking die “niet in de couranten mag”. De rijmkronieken, columns op rijm, schrijft hij vanaf 1915 voor De Groene. Een jaar later vervult hij zijn militaire diensttijd en getuigt daarvan in Van aardappel-mes tot officiersdegen. Uit het dagboek van een landstormplichtige. Volgens Termorshuizen een van zijn “aardigste boeken”. Als persattaché van het Nationaal Bureau voor Documentatie over Nederland probeert hij na afloop van de oorlog in het buitenland begrip te kweken voor de neutraliteitskoers die het koninkrijk in 1914-18 heeft aangehouden. De benoeming is een erkenning van zijn grote sociale en diplomatieke gaven. In 1922 trouwt hij met “het mooiste meisje van Den Haag”, Annie Maas Geesteranus. Elf maanden later wordt hun eerste kind geboren, Hans. In 1925 volgt een dochter, Netje geheten.

Hoofdredacteur van de Java-Bode

Karel Hendrik van Heusden, eigenaar van de Java-Bode, heeft zoveel fiducie in de persoonlijke kwaliteiten van Herman Salomonson dat hij hem naar Batavia haalt. Salomonson moet de zieltogende krant nieuw leven inblazen – de “oude dame” onder de couranten, eens het lijfblad van het ambtenarenkorps in Nederlands-Indië, heeft in 1921 nog maar 750 abonnees. Hij komt er in een wespennest terecht. De kinnesinne onder de verschillende dagbladen is groot, er moet gevochten worden om de gunst van de Europese lezer in den vreemde. Het politieke landschap is gepolemiseerd. Als reactie op het Indonesische nationalisme dat vanaf 1910 een politiek factor van betekenis wordt, vindt binnen de Europese gemeenschap onmiskenbaar een verrechtsing plaats. Henri Carel Zentgraaff, hoofdredacteur van het Soerabaiasch Handelsblad, opteert zelfs voor een apartheidsregime. Hij ergert zich groen en geel aan de “lamlendige, halfzachte, dom-ethische houding van de regeering.” Zentgraaff moet niets weten van de verheffing van de inlandse bevolking tot zelfstandigheid en maakt zich sterk voor een “blank front”. Salomonson vaart een gematigde koers. Hij is een man van de tolerantie, verzoening en geleidelijkheid, een exponent van de ethische richting. Hij heeft oog voor de sociale noden van de inlandse bevolking. “Waar veel geleden en ontbeerd wordt, / Daar heeft Moskou het naar zijn zin,” dicht hij als Melis Stoke. Toch zijn het niet zozeer zijn politieke standpunten waarmee Salomonson de Java-Bode uit het moeras trekt. Hij erkent dat de koloniaal, wiens werkdag rond twee uur in de middag is afgerond, behoefte heeft aan ontspanning en amusement. Hij zorgt voor een gedegen feuilleton en een vrouwenrubriek in zijn krant. Buitenlandse correspondenten van formaat, zoals Pieter Geyl en zijn Londense brieven, voeden het heimwee naar het moederland.

Antisemitisme

Tot grote opluchting van zijn echtgenote, keert Herman Salomonson in 1927 met zijn gezin terug naar Nederland. Hij wordt directeur van de Haagse afdeling van Aneta, het persbureau dat onder zijn oprichter Dominique Willem Berretty in Nederlands-Indië een monopoliepositie wist te verwerven. Salomonson krijgt het met zijn oude kwelgeesten Zentgraaff en De Keizer aan de stok, die de ambitie koesteren om een eigen persbureau op te richten. Na het overlijden van Berretty in 1935 – hij komt om bij de ramp met de Uiver – krijgt Salomonson met een heuse antisemitische lastercampagne te maken. W.G.N. de Keizer, eigenaar van De locomotief, noemt hem een “werktuig van een internationale Joodsche kliek” en een “ongewenst vreemdeling”. Zentgraaff hekelt de “typisch Joodsche visie” van Aneta op bijvoorbeeld de opkomst van de NSB. Het is een voorafschaduwing van wat Salomonson nog te wachten staat. Hij zoekt een geestelijk houvast in een religieus reveil. Tot groot afgrijzen van zijn echtgenote stort Salomonson zich vol overgave in de evangelisatiebeweging van de Oxford-groep. Die tracht door een Morele Herbewapening de catastrofe van een nieuwe wereldoorlog af te wenden. (Koningin Wilhelmina behoort tot de sympathisanten). De romans die Melis Stoke na 1936 uitbrengt – De reis zonder einde, Hoogwaardigen – getuigen van zijn Godsbesef. In de nacht van 9 op 10 mei 1940 is Salomonson omroeper van dienst voor de Nederlandse radio en verslaat in die hoedanigheid de inval van het Duitse leger. Hij wordt na de capitulatie voor deutschfeindlich handelen veroordeeld. Via het Oranjehotel in Scheveningen en Buchenwald komt Herman Salomonson ten slotte in Mauthausen terecht, waar hij op 7 oktober 1942 wordt vermoord.

In Een humaan koloniaal. Leven en werk van Herman Salomonson alias Melis Stoke staat Gerard Termorshuizen uitgebreid stil bij het literaire oeuvre van zijn hoofdpersoon. De vraag is eigenlijk waarom. Na een inhoudelijk bespreking van de romans en verhalen volgt meestal de constatering dat het terecht is dat zij de tand des tijds niet hebben doorstaan. Het leven boeit in dit geval meer dan het werk. De passages over het journalistieke bedrijf in Nederlands-Indië zijn met vaart geschreven, evenals de geestelijke zoektocht van Herman Salomonson in de jaren dertig, toen de donkere wolken van de rassenwaan zich boven zijn hoofd samenpakten. Herman Salomonson heeft de sympathie van de lezer. En zijn mededogen. Dat is zonder meer een verdienste van Gerard Termorshuizen.

Een humaan koloniaal. Leven en werk van Herman Salomonson alias Melis Stoke
Gerard Termorshuizen
Nijgh & Van Ditmar (Singel Uitgeverijen)
9789038800714
Verschenen in mei 2015

Bestelinformatie

Koop bij Athenaeum Boekhandel
Bestel hier als paperback bij Athenaeum Boekhandel (€ 24,99)
Bestel hier als ebook bij Athenaeum Boekhandel (€ 14,99)

Koop bij bol.com

Bestel hier als paperback bij bol.com (€ 24,99)
Bestel hier als E-Book bij bol.com (€ 14,99)

Eric Palmen
Eric Palmen
Eric Palmen is historicus en hoofdredacteur van Biografieportaal. Hij schreef onder andere Kaat Mossel, helleveeg van Rotterdam en Dwaze liefde, een familiegeschiedenis, uitgegeven bij Prometheus. Voor Historisch Nieuwsblad, de Volkskrant,Vrij Nederland, Het Parool en Elsevier Weekblad schreef hij artikelen over de biografie.

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in