In het midden van de jaren zestig was Muhammad Ali de meest gehate man van de Verenigde Staten, de Boston Strangler misschien daargelaten. Nadat hij Sonny Liston had verslagen in het gevecht voor de wereldtitel in het zwaargewicht op 25 februari 1964 , deed hij afstand van zijn slavennaam Cassius Clay en trad hij toe tot de Nation of Islam. Een tweeëntwintigjarige zelfbewuste Afro-Amerikaan vertelde het blanke establishment dat ze de duivel waren.
“I don’t have to be what you want me to be. I don’t have to say what you want me to say. I don’t have to do what you want me to do. I’m free to be who I am.”
Twee jaar later weigerde Ali zich te laten inschepen naar Vietnam. “I ain’t got no quarrel with them Viet Cong”. Het hek was van de dam. De NCBA trok zijn bokslicentie in, en een federale rechtbank in Houston veroordeelde hem tot vijf jaar gevangenisstraf en een boete van tienduizend dollar.
Muhammad Ali versus de Verenigde Staten van Amerika
Leigh Montville, sportverslaggever in ruste van The Bosten Globe en Sports Illustrated, schreef met Sting Like A Bee. Muhammad Ali vs. the United States of America een boek over de periode 1966-1971. Montville was verbijsterd door het selectieve geheugen waarmee Ali na zijn overlijden in juni 2016 werd herdacht. Vergeten leek het oud zeer uit de jaren zestig. Montville beschrijft hoe Ali na het intrekken van de licentie en zijn hoger beroep haast aan de bedelstaf raakte, hoe hij moest sappelen om rond te komen, met als dieptepunt zijn optreden op Broadway in de musical Buck White. Ali vroeg aan de producer of hij zijn tekst alstublieft mocht liplezen. Vier dagen na de première viel het doek.
The Times They Are A Changin’
Inmiddels vond een meerderheid van de Amerikaanse bevolking dat de oorlog in Vietnam een vergissing was. De burgerrechtenbeweging had net Martin Luther King verloren, en kreeg met Black Power een militanter karakter. Sport en politiek hoorden weldegelijk bij elkaar. Op de Olympische Spelen van 1968 brachten medaillewinnaars Tommie Smith en John Carlos tijdens de huldiging van de 200 meter sprint hun saluut aan het trotse bewustzijn van de Afro-Amerikaan.
Ali was de vlaggendrager van een land in transitie. In 1970 gaf Georgia hem een nieuwe bokslicentie. In Atlanta trad hij in de ring tegen Jerry Quarry, gevolgd door een gevecht met Oscar Bonavena in Madison Square Garden. De wedstrijden waren de opmaat voor de Fight Of The Century met Joe Frazier op 15 maart 1971 – een tweekamp tussen de heersende en de onttroonde wereldkampioen. Frazier won. Vier maanden later sprak het Hooggerechtshof Ali vrij van de straf die hem sinds 1967 boven het hoofd hing.
Het verval
Het verval zette al snel in na zijn terugkeer in de ring. Dat beweert althans Jonathan Eig in zijn van-de-wieg-tot-het-graf-biografie Ali. A Life. Eig berekent dat Ali tijdens zijn carrière zo’n 200.000 klappen te verduren kreeg, waarvan het merendeel in de jaren zeventig. Hij roept de hulp in van medisch specialisten, die op grond van spraakanalyses concluderen dat er al vanaf 1971 sprake moet zijn geweest van een hersenbeschadiging. Ali leed de laatste dertig jaar van zijn leven aan de ziekte van Parkinson, een gevolg van zijn bokscarrière.
Jonathan Eig schreef allesbehalve een hagiografie. Hij sprak uitgebreid met Khalilah Camacho (geboren als Belinda Boyd), de tweede vrouw van Muhammad Ali. Haar vader behoorde tot de vertrouwelingen van Elijah Muhammad, de Nation of Islam had hen bij elkaar gebracht. Khalilah kreeg tijdens haar huwelijk met de zwaargewicht met huiselijk geweld te maken, moest zijn talloze affaires verdragen en betrapte hem twee keer met een prostituee in bed. Het huwelijk strandde in Zaïre, tijdens de Rumble in the Jungle, het titelgevecht met George Foreman in 1974 . Zijn eerste vrouw, Sonji Roi, heeft Ali op instigatie van de Nation of Islam verlaten. Niet recht genoeg in de leer, luidde het oordeel. Ali liet zijn vriend Malcom X als een baksteen vallen toen die in de clinch raakte met de leiders van de Nation of Islam.
Eig kijkt met weemoed terug op de legendarische gevechten van Muhammad Ali voordat hij verbannen werd door de NCBA.
‘He was a revolutionary, like Charlie Parker, with an innate style and virtuosity no one would ever reproduce. He turned violence into craft like no heavyweight before or since.’
Ali groeide op in de gesegregeerde samenleving van Louisville, Kentucky. Op zijn jongenskamer kon hij de popcorn ruiken en het gekerm van het reuzerad horen van Fontaine Ferry, het pretpark van Louisville.
Dat lag zo’n beetje om de hoek.
For Whites Only.
Alleen de plaatselijke boksschool maakte geen rassenonderscheid.
Ali. A Life
Jonathan Eig
Simon And Schuster Uk
ISBN 9781471155932
Verschenen in oktober 2017
Bestelinformatie
Bestel hier als paperback bij Athenaeum Boekhandel (€ 19,50)
Bestel hier als hardcover bij Athenaeum Boekhandel (€ 31,95)
Bestel hier als paperback bij bol.com (€ 18,84)
Bestel hier als hardcover bij bol.com (€ 26,00)
Sting Like A Bee. Muhammad Ali vs. the United States of America, 1966-1971
Leigh Montville
Alfred A. Knopf
ISBN 9780385536059
Verschenen in mei 2017
Bestelinformatie
Bestel hier als hardcover bij bol.com (€ 25,99)
Bestel hier als ebook bij bol.com (€ 26,00)