Decembermaand – lijstjesmaand. De redactie van Biografieportaal sluit het jaar af met een terugblik op 2022. Wat was de mooiste biografie die de afgelopen 12 maanden is verschenen? We maakten een rondje.
Ruud Bakker
Het was een prachtig biografie-jaar. En kiezen doet verliezen. De voor mij mooiste Nederlandse biografie was toch die van Rene van Stipriaan, De Zwijger, die terecht tweevoudig bekroond werd. Etty Hillesum door Judith Koelemeijer komt daar heel dichtbij, en wint het misschien wel door de prachtige compositie van haar biografie. Wat een topjournaliste kan doen als zij de biografische diepte zoekt, laat Maggie Haberman zien in Confidence Man (Maskerade Man), over Donald Trump. Echt kiezen wil ik dus liever niet. De beeld-biografie is een subgenre dat niet vaak aan bod komt. Letterlijk voorbeeldig is wat dat betreft Adolf Hitler: De Beeldbiografie, van Erik Somers & René Kok. De beide NIOD-medewerkers laten zien hoe een dictator uiteindelijk verblind wordt door zijn zelfbeeld. Dat stemt tot hoop.
Petra Teunissen
Leven in de verbeelding. Hella Haase 1918-2011 door Aleid Truijens las ik met veel plezier. De biografie van schrijfster Hella S. Haasse kreeg terecht ook andere lezers dan alleen de fans van ‘de grote eenling’ Haasse. Dat komt onder andere door de heldere rode draad in dit levensverhaal en de toegankelijke journalistieke stijl. Truijens onthult de verborgen bron van Haasses schrijverschap in een soepele afwisseling van beschrijvingen, anekdotes, citaten, beschouwelijke passages en historische toelichtingen.
Joep Boerboom
‘Wij waren supermannen’. Jan en Herman Heukels – Machlien Vlasblom. De verschillen tussen de fotografenbroers Herman en Jan Heukels konden niet groter zijn. Herman was ambitieus en talentvol, zijn broer een flierefluiter. Vlasblom laat in haar voortreffelijke dubbelbiografie zien hoe ze ondanks hun verschillen beiden kozen voor het nationaalsocialisme. Vlasblom geeft een fascinerend inkijkje in de hoofden van collaborerende broers door uitvoerig te citeren uit hun brieven. Het boek werpt bovendien een nieuw licht op iconische oorlogsfoto’s die Herman van een Amsterdamse razzia maakte, deze blijken pure propaganda. Ze laten niet de Grüne Polizei zien die de razzia uitvoerde, wel de leden van de Joodse Raad. Hierdoor leek het alsof de Joden zichzelf deporteerden.
Wim Huijser
Kun je een titel opnemen in een lijstje ‘beste biografie’ als het nog geen biografie genoemd kan worden? Ik doe het gewoon, alleen al ter aanmoediging. De wording van Gerrit Komrij wordt door Arie Pos gekwalificeerd als ‘een biografische portret’ en behandelt slechts de periode halverwege de jaren zestig waarin de jonge Komrij zich op het pad van de literatuur waagde. Het doet uitkijken naar meer, dus daarmee kan het werk van Pos nooit gedaan zijn. Hopelijk heeft hij met deze tweehonderd pagina’s kunnen warmlopen voor het grote werk: de complete Komrij-biografie. De ontvangst van deze voorloper moet de schrijver in elk geval als steun in de rug hebben ervaren.
Dominique Engers
Ik heb geaarzeld tussen de biografie van Mieke Koenen over Jeroen Willems en de biografie van Judith Koelemeijer over Etty Hillesum maar wanneer ik moet kiezen wordt het toch die laatste. Ik herlees de dagboeken van Etty Hillesum tot op de dag van vandaag en dacht haar door en door te kennen en te begrijpen. Het rijke boek van Judith Koelemeijer voegt zoveel toe aan Etty’s eigen woorden dat ik het gevoel heb dat ik haar opnieuw heb leren kennen. Bovenal is het boek zo mooi en meeslepend geschreven dat je het niet meer weg kunt leggen tot je het uit hebt, ofschoon je de aangrijpende afloop liefst zo lang mogelijk zou willen uitstellen.
Anneke van Ammelrooy
Kutuzov – A Life in War and Peace van historicus Alexander Mikaberidze, is een biografie van Ruslands beroemdste generaal, Mikhail Kutuzov (1745-1813), die Napoleon vanuit Moskou op de terugtocht naar Parijs dwong. Het boek is van academische topkwaliteit maar toch heel toegankelijk geschreven. Het heeft alles in zich om ieders schoolse kijk op gebeurtenissen rond 1800 en die op geschiedenis in het algemeen te veranderen. Door de verpletterende hoeveelheid details die Mikaberidze aandraagt, wordt het onontkoombaar te concluderen dat internationaal oorlogvoeren met grote legers in die tijd eigenlijk totaal gekkenwerk was (weinig verharde wegen, te lange aanvoerlijnen, geen telefoon) – en dat alles, maar dan ook werkelijk alles heel anders had kunnen aflopen. Geschiedenis wordt één groot ‘wat als?’
Laura Molenaar
De vierdubbele biografie Het vuur van de vrijheid van Wolfram Eilenberger maakte grote indruk op me. Niet in het minst vanwege de indrukwekkende, moedige en tragische levens van zijn vier biografelingen, de filosofen Hannah Arendt, Simone de Beauvoir, Simone Weil en Ayn Rand. Maar ook vanwege Eilenbergers zeer geslaagde methodiek en schrijfstijl. Met vier hoofdpersonen loop je gauw kans op verwarring en verstrooiing, maar bij Eilenberger blijft alles juist helder en compact. Hij laat zien hoezeer de levens en het werk van deze vier filosofen in de jaren 1933-1943 met elkaar verweven waren, al kenden ze elkaar niet. Kortom: een triomf!
Norma Montulet
Op afstand op nummer 1 bij mij: Andrea Wulf met Rebelse genieën. De eerste romantici en de uitvinding van het ik. Het onderwerp is al buitengewoon interessant: de beschrijving van de invloed die figuren als Hegel, Schiller, Goethe en Schlegel op elkaar hadden in de tijd dat ze – door een bijzondere speling van het lot bijna – allemaal in dat ene kleine Duitse stadje, Jena, terechtkwamen en dan weet Andrea Wulf dit gegeven ook nog op een zeer sprankelende en levendige toon te beschrijven. Een boek om aan al je vrienden cadeau te doen!
Sjak Rutten
Ik heb in 2022 niet veel biografieën gelezen. Boeken over Rusland en Oekraïne eisten meer de aandacht op. De beste biografie die ik las was Soli Deo. Wouter Lutkie, biografie van een priester-fascist. Dit boek van fascismekenner Willem Huberts bevat enerzijds de boodschap dat je niet van iedere fascist een karikatuur moet maken. Lutkie hing zijn hele leven het fascisme aan maar hielp ook Joden en onderduikers. Anderzijds is er de waarschuwing dat je steeds alert moet zijn op tekenen van fascisme omdat het vaak onschuldig begint en onvoldoende wordt herkend.
Eric Palmen (hoofdredacteur)
Van FBI-directeur J. Edgar Hoover zijn verschillende biografieën verschenen, waaronder die van Curt Gentry uit 1993, J. Edgar Hoover. De man en zijn geheimen. Meestal leren we Hoover daarin kennen als een pafferige, conservatieve zuiderling, en de kwelgeest van progressief Amerika. Het knappe van Beverly Gage is dat ze zoveel meer doet met de erfenis van J. Edgar Hoover. Hoe had deze man de positie kunnen verwerven die hij verworven heeft? (Let wel, vooral de democraten – Franklin Delano Roosevelt, Lyndon B. Johnson – waren Hoover goed gezind en gaven zijn carrière vleugels). De beantwoording van die vraag legt ook de wortels van de Amerikaanse identiteit (haar cultuur, politieke klimaat, veiligheidsdenken) in de twintigste eeuw bloot. Daarbij schrijft Gage de sterren van de hemel. Met G-man and the Making of the American Century schaart ze zich onder de groten van de Amerikaanse biografische traditie: Robert Caro en David McCullough (die ons dit jaar ontvallen is).