Wie was De Zwijger?

Indrukwekkende biografie van René van Stipriaan eindigt met: We weten het niet.

Historici zullen het ook niet vast verwacht hebben: zelfs de ruim 900 bladzijden van de nieuwe biografie over Willem van Oranje geven weinig definitieve antwoorden. René van Stipriaan schrijft een uiterst leesbare, en tegelijk buitengewoon goed gedocumenteerde en geannoteerde biografie over de man die zich tijdens zijn leven moeilijk liet kennen, en na zijn dood afhankelijk van religieuze en politieke voorkeuren tot vader des vaderlands of afvallige vijand werd verklaard.

Met een beetje ouderwets (protestants-christelijke) lagere schoolopleiding weet je de belangrijkste historische feitjes van de Tachtigjarige oorlog wel: slag bij Heiligerlee 1568, inname van Den Briel 1572 (1 april, Alfa verloor zijn ‘bril’), vanaf Alkmaar begon de victorie (1573), het ontzet van Leiden 1574, enzovoorts. En de moord op Willem van Oranje, 1584 in Delft. Daar eindigt dan natuurlijk de biografie. Dat die oorlog, inclusief 12-jarig bestand, nog tot de Vrede van Munster in 1648 zou voortduren zou tegenwoordig een ‘frozen war’ genoemd worden.

Paradoxen

René van Stipriaan, cultuurhistoricus en kenner van de 16de en 17de eeuw (eerder schreef hij een biografie over Brederode) rondt deze sterke biografie af met een goed analyserend slothoofdstuk. Waarom er daarna nog een slordig en slecht opgemaakt addendum-hoofdstukje ‘En verder’ aan wordt vastgeplakt met faits divers over de Tachtigjarige oorlog is onbegrijpelijk bij zo’n goed gedocumenteerd boek!

Maar het eigenlijke slothoofdstuk laat het dilemma van Van Stipriaan zien:

‘Willem van Oranje nam in de mist van zijn tijd enorme risico’s door zijn eigen belang in woord en beeld te verknopen met de belangen van anderen. Het was een overlevingsstrategie, maar het werd ook steeds meer een heilige missie. Op een onnavolgbare manier groeide Oranje steeds toe naar het altruïstische beeld dat over hem was gecreëerd. Hij kreeg al het etiket ‘vader des vaderlands’ in de dagen dat hij weinig meer dan een vrij roekeloos opererende hoge edelman was die vergeefs poogde zijn geconfisqueerde bezit terug te krijgen. Hij werd al gezien als een voorvechter van het protestantisme in de dagen dat hij nog vasthield aan de oude katholieke riten.’

Maar Van Stipriaan lijkt een keuze te maken:

‘Waar een man zulke in grijpende metamorfosen doormaakt, is het dan aannemelijk dat hij er ook zelf in ging geloven? Nauwelijks denkbaar. Waar iemand uit berekening en lijfsbehoud zich zo vergaand aan de omstandigheden weet aan te passen, is geen plaats voor naïviteit.’

Dat lijkt duidelijk: Willem van Oranje maakt berekenende, opportunistische keuzes. Of toch niet?

‘Hij groeide een aantal keren toe naar het beeld dat over hem werd ontworpen en in omloop werd gebracht: als hoeder van inheemse vrijheden en privileges, als waakzame herder, als vader des vaderlands, als verzoener. Hoe houd je dan diepere morele overtuigingen en koele berekening nog uit elkaar? Hoe ontwar je dan feit en fictie?’

Willem van Oranje. Portret van Dirck Barendsz (?), circa 1582-1592 (publiek domein)

De breuk met Filips II

Een grote verdienste van de biografie van Van Stipriaan is dat de eerste 250 bladzijden de jonge Willem van Oranje laten zien, die vanaf zijn geboorte in een verarmd, maar zeer oud adellijk geslacht uit het Duitse Nassau, als opdracht meekreeg om de familie weer te laten meetellen in de ‘Europese’ machtspolitiek. De Nassauers hadden in die dagen (vage) Lutherse sympathieën en de almachtige keizer Karel V (heerser van het rijk waar de zon nooit onderging) vond het een beter idee om de jonge Willem (die op zijn 11de ook nog eens het Franse prinsdom Orange erfde) op te laten groeien aan het goed katholieke hof in Brussel. Willem werd een protegé van Karel V, en een favoriete edelman. Tekenend daarvoor is dat Karel V, bij zijn abdicatie in 1555, het Brusselse paleis op de Koudenberg betrad terwijl zijn hand ter ondersteuning rustte op de schouder van Willem van Nassau. Bij die plechtige gelegenheid (uniek dat een vorst na 40 jaar aan een wereldomspannend rijk gebouwd te hebben, afstand doet van zijn troon om zich terug te trekken in een kloosterachtige omgeving in Spanje), droeg Karel V het gezag over de Nederlandse gewesten over aan zijn zoon Filips II, die in die jaren niet alleen de heerser over een wereldrijk werd, maar ook de baas van de tot nu toe zo succesvolle, charmante en geliefde Willem van Nassau. We weten hoe het allemaal gelopen is. Willem en Filips werden aartsvijanden, Willem werd in opdracht van Filips in 1584 door Balthasar Gerards vermoord, terwijl Filips 50 jaar voor het einde van de oorlog in zijn gigantische paleizencomplex in San Lorenzo de El Escorial overleed, en een verzwakt wereldrijk achterliet.

Ook Van Stipriaan slaagt er niet in goed te verklaren waarom er zo snel zo’n afstand – zeg maar breuk – tussen Filips en Willem is gekomen. Je zou zeggen: aan Filips heeft het niet gelegen, hij beloonde Willem (die het goed kon gebruiken, want altijd in geldnood verkeerde) rijkelijk, benoemde hem tot ridder van het Gulden Vlies (geen kleinigheid, want daarna mocht geen rechtbank anders dan die van de Orde zelf, leden berechten), Willem was uitverkoren om Filips uitgeleide te doen bij zijn terugkeer naar Spanje in 1556, en toch verslechterde de verhouding tussen beiden binnen enkele jaren. Willem van Oranje-Nassau had een andere keuze kunnen maken. Hij was één van de meest vooraanstaande hovelingen aan het Spaans-Brusselse hof, zijn nieuwe heer Filips II zocht en kocht nadrukkelijk zijn loyaliteit, maar het liep uit op een drama. In een illustratieve vergelijking in het concluderende slot, vertelt Van Stipriaan in twee bladzijden de geschiedenis van de Spaanse edelman Vespasiano Gonzaga, leeftijdgenoot en verre bekende van Willem. Vespasiano bouwde een stad (net als Willem in 1555 het vestingstadje Philippeville liet bouwen), maakte carrière (net als Willem), maar werd een loyale hoveling aan het hof in Madrid. ‘Zo had het dus ook kunnen gaan’, schrijft Van Stipriaan, ‘maar waar Gonzaga erin slaagde om Filips en andere Habsburgers tot zijn weldoeners te maken, voelde Oranje zich vanaf einde jaren vijftig steeds vaker gekleineerd en weggezet. (…) De diepere oorzaak? Daar valt nauwelijks iets zinnigs over te zeggen, een karakterkwestie? Ongetwijfeld, maar wat weten we dan?’ Van Stipriaan lijkt er in zijn slotpagina’s op aan te sturen, dat het toch vooral een kwestie is geweest dat Willem van Oranje-Nassau diep in zijn hart vond (en zo ook opgevoed was) dat de Habsburgers ten onrechte de Europese en wereldmacht waren geworden, dat het veel oudere geslacht Nassau die positie had moeten verkrijgen en dat het tijd was om dat recht te zetten.

De taak van de biograaf

Het levensverhaal van De Zwijger is een boeiend boek om te lezen. Van Stipriaan is erin geslaagd die uiterst complexe 16de eeuw in een biografie over de stichter van de Nederlandse Oranje-dynastie tot leven te brengen. Dat is ook een deel van de opdracht die hij zich stelt in de inleiding: ‘(deze biografie zal) duidelijk moeten maken hoe Oranje de loop van de geschiedenis beïnvloedde, niet alleen door zijn daden, maar ook door de waardering en de tegenwerking die zijn persoon bij anderen opriep. Dit relaas van de belangrijkste levensfeiten in de context van het grotere geschiedverhaal is wat een biografie van Willem van Oranje minimaal moet bieden.’ Missie voltooid dus? Van Stipriaan twijfelt tot het eind: ‘(Het is) aannemelijk dat zijn ambities en overtuigingen zich meermalen diepgaand hebben gewijzigd. Oranje heeft in geschrifte weinig prijsgegeven over zijn diepste drijfveren. En daardoor is er voor historici veel ruimte gebleven allerlei uiteenlopen zaken te beweren over zijn geloofsopvattingen, over zijn politieke ambities, over zijn karaktereigenschappen. Tot in onze tijd.’ In die laatste zin deelt Van Stipriaan nog een tikje uit naar een vrij recent boekje (Willem van Oranje. De opportunistische Vader des Vaderlands, van de geschiedenisstudenten Aron Brouwer en Marthijn Wouters (Nieuw Amsterdam, 2017). Niet omdat Willem van Oranje niet opportunistisch zou zijn, dat is één van de kernen van Van Stipriaans betoog. Maar wel omdat die werkelijkheid altijd complexer is dan een zwart-wit perspectief. Een biografie van 900 pagina’s (prachtig uitgegeven door Querido Facto) kan niet de complexe werkelijkheid en het ongetwijfeld complexe karakter van Willem van Oranje volledig beschrijven, laat staan doorgronden. Maar Van Stipriaan slaagt erin zo dicht als mogelijk is na 500 jaar die revolutionaire 16de eeuw in de Nederlanden beter te begrijpen dankzij de biografische analyse van Willem van Oranje. Echt weten doen we het nooit. Maar beter begrijpen is toch wat een goede biografie moet doen. Missie geslaagd dus.

De Zwijger. Het leven van Willem van Oranje
René van Stipriaan
Querido Facto
ISBN hardcover
9789021402758
ISBN ebook 9789021402765
Verschenen in november 2021

Bestelinformatie

Bestel als hardcover bij bol.com (€ 39,99)
Bestel als ebook bij bol.com (€ 19,99)

Ruud Bakker
Ruud Bakker
Ruud Bakker is neerlandicus en uitgever. Hij is als journalist in de uitgeverij begonnen en heeft de laatste 15 jaar een mooie vakinformatie uitgeverij opgebouwd.

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in