Het leven van Heinrich Heine voldoet ogenschijnlijk aan veel eisen van de Romantiek: dichter met vooral onbeantwoorde liefdes, maatschappelijke mislukkingen, leven in ballingschap, overlijden aan een slopende ziekte… George Prochnik heeft een compacte en boeiende biografie geschreven waarin hij in 336 pagina’s het turbulente leven van Heinrich Heine samenvat. (Zie dit uitstekend overzicht). Writing the Revolution, zo typeert Prochnik in de titel van zijn biografie dat leven. Een prachtige karakterisering van een schrijver die zichzelf als kind van de Franse revolutie beschouwde, maar de dictator Napoleon vereerde, die de eerste 30 jaar van zijn leven probeerde een maatschappelijke positie op te bouwen, zich daarvoor in 1825 als jood tot het lutheranisme bekeerde, maar nog geen 5 jaar daarna moest vluchten voor de reactionaire Duitse overheid, weg van het breed gedragen antisemitisme in vele Duitse staten. En dus vluchtte Heine in 1831 naar Parijs, waar de revolutie van 1830 net de hoop op de idealen van vrijheid, gelijkheid en broederschap hadden doen herleven. En leefde daar tot zijn dood, hoewel hij na enkele jaren al teleurgesteld was in het resultaat van deze omwenteling.
Heines leven
Prochnik besteedt ruim tweederde van zijn boek aan de eerste 40 jaar van Heines leven en is betrekkelijk kort over Heines lange ballingschap in Parijs. Heine was in veel opzichten een echt romantische dichter, maar dan toch ook weer niet omdat hij juist aan het einde van zo’n prachtig romantisch gedicht vaak de Stimmungsbrechung toepaste, de ironie en vaak zelfspot waarmee hij de hoge romantiek voor de lezer relativeert. Prochnik schrijft boeiend, kent zijn protagonist. Hij maakt de keuze om niet te werken met een uitvoerig notenapparaat, maar een beschrijvende samenvatting van zijn bronnen aan het eind van het boek. Dat in combinatie met de wijze waarop Prochnik de werken van Heine bespreekt, maakt het soms onduidelijk of Prochnik aan het woord is, Heine of dat hij een bron citeert. Het leest weliswaar fijn, maar je zou toch wat meer doorzicht tijdens het lezen willen hebben.
Writing the Revolution: het toont ook de afstand tussen de schrijver en de werkelijkheid. Want ondanks alle verwoede pogingen van zijn familie, niet in de laatste plaats van zijn moeder, om Heine maatschappelijk te laten slagen, wilde hij eigenlijk alleen maar dichter en schrijver zijn. En hij werd nog tijdens zijn leven de misschien wel populairste Duitse dichter, wiens gedichten door Schumann, Schubert, Liszt, Brahms, en vele andere componisten als liederen bekend bleven. Heine was tot aan zijn dood “wickedly funny”. Vlak voor zijn overlijden schreef hij:
“Als God mijn geluk compleet wil maken, dan zal hij mij het genoegen schenken dat ik zes of zeven van mijn vijanden nog gehangen zie worden… Het is waar, men moet zijn vijanden vergiffenis schenken, maar niet voordat ze opgehangen zijn.”
In lijn daarmee zou Heine op zijn doodsbed gezegd hebben: “God zal me vergeven. Dat is zijn baan.”
Antisemitisme
Voor de lezer die op zoek is naar wetenschappelijke verantwoording, is Prochniks aanpak misschien iets te bevlogen. (Zie voor de klassieke biografie over Heine: Jeffrey L. Sammons, Heinrich Heine: A Modern Biography, Princeton University (Press, 1979)
Maar Prochniks boek leest gemakkelijk weg. Wat je als lezer toch nog verbijsterd achterlaat, is het verschrikkelijke antisemitisme in de eerste helft van de 19de eeuw in Duitsland. Zijn vaak geciteerde uitspraak is: “Dort wo man Bücher verbrennt, verbrennt man auch am Ende Menschen.” Maar profetischer misschien nog is zijn uitspraak dat de Franse revolutie maar kinderspel is vergeleken met wat het Duitse karakter zou voortbrengen:
“Der Gedanke geht der That voraus, wie der Blitz dem Donner. Der deutsche Donner ist freilich auch ein Deutscher und ist nicht sehr gelenkig, und kommt etwas langsam herangerollt; aber kommen wird er, und wenn Ihr es einst krachen hört, wie es noch niemals in der Weltgeschichte gekracht hat, so wißt: der deutsche Donner hat endlich sein Ziel erreicht.“
Maar Heinrich Heine hield niettemin hartstochtelijk van Duitsland, van de Duitse taal en het Duitse volk. Het leverde heel vaak prachtige reisbeschrijvingen op, ontroerende gedichten. Prochnik laat ons daarvan (weliswaar in Engelse vertaling) mee genieten. Maar het meest schokkend is na lezing toch het antisemitisme waar de Joodse bewoners van de Duitse staten mee geconfronteerd werden. Zijn gedichten werden buitengewoon populair, zo zelfs dat de Nazi’s in de dertiger jaren Heines beroemde gedicht de Lorelei uit 1823 anonimiseerden en het een Duits volksgedicht noemden. De biografie Heinrich Heine: Writing the Revolution, is verschenen bij Yale University Press in de serie Jewish Lives, waarin veel prachtige biografieen zijn verschenen (). De biografie doet voorzover mogelijk recht aan leven en werken: zijn relatie tot de Joodse “salonnière” Rahel Varnhagen over wie Hannah Arendt weer een bijzondere biografie heeft geschreven (Rahel Varnhagen: Lebensgeschichte einer deutschen Jüdin aus der Romantik). Maar Heine kende iedere Franse schrijver tussen 1830 en 1850, was de achterneef van Karl Marx met wie hij in Parijs veel optrok, had een tragisch maar boeiend leven: kortom, de moeite waard om te lezen!
Heinrich Heine. Writing the Revolution
George Prochnik
Yale University Press
ISBN hardcover 9780300236545
ISBN ebook 9780300255621
Verschenen in januari 2021
Bestelinformatie
Bestel als hardcover bij bol.com (€ 19,99)Bestel als ebook bij bol.com (€ 17,99)
Koop bij Athenaeum Boekhandel Bestel als hardcover bij Athenaeum Boekhandel (€ 22,99)
Bestel als ebook bij Athenaeum Boekhandel (€ 9,99)
“Wat je als lezer toch nog verbijsterd achterlaat, is het verschrikkelijke antisemitisme in de eerste helft van de 19de eeuw in Duitsland. ”
Wat moet ik me daarbij voorstellen? Ik las elders dat voorafgaand aan de nazi-tijd er al 300 jaar geen pogroms in de staatjes waren die eind 19e eeuw helaas door Bismarck werden verenigd tot één Duitsland. Volgens weer andere auteurs waren veel joden volkomen “geïntegreerd” zoals we nu zeggen, in allerlei beroepen en branches. Ik heb zelf het verhaal opgetekend van een joodse vrouw met blond haar, een wipneus en blauwe ogen, die tijdelijk aan de nazi’s ontsnapte door eeuwig met de trein onderweg te zijn (zoals daklozen nu in London die ’s nachts in metrotreinen zitten). Verbaal antisemitisme en fysiek geweld zijn 2 dingen. Ik zelf heb me als ‘witte’ uit Holland ook niet van de wijs laten brengen door soms virulent antiwesters sentiment in Afrika, het Midden-Oosten en Zuid-Amerika. Maar waarom schrijf ik dit als niemand ooit reacties lijkt te lezen?