Elizabeth Jane Howard: Schipbreukeling in de liefde

Elizabeth Jane Howard was een beeldschone vrouw uit een gegoede Britse familie met een succesvolle literaire carrière, een dramatisch liefdesleven en talloze vrienden-van-naam. Alle ingrediënten voor een aantrekkelijke biografie zijn er. Artemis Cooper schreef met A Dangerous Innocence een psychologische biografie die misschien nog beter is dan het werk van Elizabeth Jane Howard zelf.

In maart verscheen Welbeschouwd, de Nederlandse vertaling van The long view (1956) van de Britse schrijfster Elizabeth Jane Howard (1923-2014). Deze bijzondere huwelijksroman, die door velen als Howards beste wordt beschouwd, verovert Nederland in het kielzog van de succesvolle vijfdelige serie De Cazalets. The Cazalet Chronicles zijn deels gebaseerd op Howards eigen jeugdjaren als oudste telg van een familie van rijke houthandelaars. Haar vader David Howard leed aan survivor celebration: vrijwel ongeschonden uit de Eerste Wereldoorlog gekomen vierde hij het leven groots met champagne en mooie vrouwen. Hij weigerde op te groeien, vond zijn dochter. Haar moeder Kit was een wat kille, praktische vrouw, die volgens Jane veel meer van haar jongere broers Robin en Colin dan van haar hield. Kit, die als danseres bij de Ballets Russes had opgetreden, ‘trained her mind to overcome the body and its weakness, and to tolerate nothing less than perfection – perhaps not the best preparation for domesticity and motherhood’. Jane voelde zich afgewezen en zocht haar heil bij boeken, vooral avonturenromans, want ‘she had a great desire to be shipwrecked’. Ze ging nauwelijks naar een gewone school, maar kreeg thuis les van haar moeders gouvernante Elenor Meredith Cobham, die in De Cazalets liefdevol werd vereeuwigd als Miss Milliment. Miss Cobham stimuleerde Jane’s grote belangstelling voor toneel door een grondige onderdompeling in het werk van Shakespeare. Na lang aandringen mocht Jane een theateropleiding gaan doen. Een aantal kleine rollen later kwam ze terug naar Londen en volgde een intensieve huishoudcursus, waar ze uitstekend leerde koken.

Te jong getrouwd

Howard trouwde, slechts 19 jaar oud, met de veel oudere kunstschilder Peter Scott, een zoon van ontdekkingsreiziger Robert Scott en beeldhouwster Kathleen Bruce. Haar formidabele schoonmoeder had een zeer hechte band met Peter en wilde maar één ding: een kleinzoon om de Scott-dynastie voort te zetten. Howard werd, te jong, moeder van dochter Nicola, die haar enige kind zou blijven. Het lukte haar niet een band op te bouwen met het kindje. Peter Scott was geen groot, maar wel een productief kunstenaar. Hij schilderde vooral vogels en vereeuwigde Howard als Fritha op het omslag van Paul Gallico’s The snow goose in 1946. Hun huwelijk was toen eigenlijk al aan de grond gelopen. Scott werkte in de oorlogsjaren in de marine en kon niet veel tijd besteden aan zijn jonge bruid, die snakte naar aandacht en gesprekken over kunst. Was hij thuis, dan ontspande hij door urenlang vogels te gaan kijken. Hij sprak over zijn ervaringen op zee met zijn moeder, niet met zijn vrouw, die er trouwens nauwelijks belangstelling voor had. Zijn brieven bleven echter liefdevol, ook nadat Jane hem ontrouw was. Hij had geen enkel bezwaar tegen haar ambities in het theater, maar hij wilde bovenal een competente manager, zoals zijn moeder, die moeiteloos een groot huishouden kon bestieren. Droogjes noteert de biografe: ‘Jane would become just such a woman, but not for a few years yet.’

In 1947 verliet Howard haar man en Nicola bleef onder de hoede van haar geliefde nanny bij Scott wonen. Howard wilde geen geld aannemen van haar ex-man en verdiende de kost met allerhande baantjes als actrice, model en typiste. Bovenal wilde ze schrijven. Ze debuteerde in 1950 met de roman The Beautiful Visit, die meteen bekroond werd. Samen met Robert Aickman schreef ze vervolgens een bundel spookverhalen. Ze had een ingewikkelde relatie met deze Aickman, een wonderlijke man die zich inzette voor het herstel van het unieke kanalensysteem van Engeland. Howard werkte voor zijn organisatie Inland Waterways Association en hield er een levenslange liefde voor de kleurige ‘narrow boats’ aan over. Ze bleef veel langer bij de getrouwde Aickman dan goed voor haar was, maar hij was iemand die haar nodig had:

‘Need was inseparable from love for Jane, and she often confused the two.’

Gevaarlijke onschuld

Tijdens haar affaire met Aickman had Howard een jarenlange relatie met Michael Behrens, een rijke ondernemer die haar vanaf het begin duidelijk maakte dat hij nooit van zijn vrouw zou scheiden. Howards overhaaste tweede huwelijk in 1958, met de schrijver en acteur Jim Douglas-Henry, strandde al na enkele weken. Voor en na dit huwelijk had zij korte affaires, als ‘serial mistress’ van getrouwde mannen, onder wie de schrijvers Arthur Koestler en Laurie Lee. Zelfs haar psychotherapeut viel pardoes voor haar op zijn knieën. Over één van haar eerste minnaars, haar zwager Wayland Young, schreef Howard: ‘It was balmed to be wanted, approved of, to have someone to talk to about books and idea’s.’

Jane Howard was een lange, beeldschone vrouw die zich zorgvuldig kleedde en kapte. Zonder te flirten trok haar verschijning al aandacht en zij viel snel voor een man die haar die aandacht gaf. Haar neiging zich direct aan de wensen van een man aan te passen was weliswaar niet ongewoon voor een vrouw in de jaren vijftig en zestig, maar was wel opvallend sterk en bovendien vaak destructief. Meerdere malen was zij de ‘derde’ in een goed huwelijk en zich nauwelijks bewust van de schade die ze aanrichtte. Als ze verliefd was, voelde ze zich ‘ontslagen’ van verplichtingen. Pijnlijk was haar korte verhouding met de dichter Cecil Day-Lewis, met wiens gezin ze al jarenlang nauw bevriend was. Ze bleef zich levenslang schuldig voelen ten opzichte van Cecils vrouw Jill, maar gaf toch toe aan zijn verlangens. Op dit patroon van de ingénue, dat Howard ook in haar eigen romans verwerkte, baseerde Cooper de titel A Dangerous Innocence van haar biografie. Telkens opnieuw maakte Jane Howard dezelfde fout en dat zag ze zelf ook: ‘The less I understood my experiences, the more I repeated them, each time becoming less aware of what I was doing.’

Collega en vriendin Hilary Mantel schreef: ‘Jane wilde liefde, in seksueel en alle andere opzichten; dat heeft ze haar hele leven gezegd en het getuigde van moed om dat te zeggen, want het wordt altijd opgevat als een bekentenis van zwakte.’ Voor Jane was de zoektocht naar liefde zowel een zwakte als een kracht. Haar persoonlijke geluk leed onder dit nooit gevulde gapende ‘gat’, dat – volgens haar memoires – was geslagen door haar liefdeloze moeder. Haar romans profiteerden echter van de levenservaring die ze opdeed. Vrijwel al haar werk gaat over liefde en relaties. De Cazalet-telgen die een hecht huwelijk hebben op basis van wederzijdse zorg en respect, hebben Howards sympathie. Maar zij deconstrueert ook genadeloos pijnlijke mislukkingen, bijvoorbeeld in The Long View, het knap achterwaarts vertelde verhaal van een huwelijksechec, waarin ze Michael Behrens portretteerde als de veeleisende echtgenoot Conrad. Het treffendste citaat uit de biografie is van Martin Amis:

‘She’s got a lot of imaginative sympathy, and a penetrating sanity on the pages… In fact I’ve always thought that was one of the mysteries about Jane: the penetrating sanity on the page, but when she’s off the page, she’s actually not that clever with people.’

Power couple

Howard schreef niet alleen romans, maar ook korte verhalen, reportages, toneel, kritieken en een tuincolumn voor Women’s Journal. Ze werkte voor de BBC en schreef onder meer de scripts voor de verfilming van haar eigen romans. In 1962 organiseerde ze het Cheltenham Literary Festival. Zij nodigde de schrijver Kingsley Amis voor een panel over ‘Seks en literatuur’ op het festival. Korte tijd later verliet hij zijn vrouw Hilly voor Jane Howard. Eindelijk leek Howard het happy coupledom bereikt te hebben waar ze zo naar verlangde. Amis en zij haalden het beste in elkaar naar boven en susten elkaars angsten. Bij haar dronk hij minder. Bij hem groeide haar zelfvertrouwen. ’s Avonds lazen ze elkaar hun werk voor. Op de foto’s van hun bruiloft in 1965 kijkt Howard adorerend op naar Amis. De zorg voor Amis liet Howard echter weinig tijd over om te schrijven. Amis liet alle praktische zaken aan haar over en verwachtte dat zij optrad als zijn kok, manager, chauffeur en opvoeder van zijn lastige puberkinderen. Vooral nadat ze verhuisd waren naar het grote buitenhuis Lemmons was Howard bijna dag en nacht in touw. In Lemmons woonden ook Howards dementerende moeder en haar broer Colin, die Monkey werd genoemd. Ieder weekend waren er gasten. Toen Cecil Day-Lewis terminaal ziek werd, verzorgde ze hem de laatste weken samen met Jill op Lemmons. Mede dankzij Howards zorg kon Amis heel hard werken. In de acht jaar dat ze op Lemmons woonden, schreef hij meer dan elf boeken, naast gedichten, artikelen en televisiescenario’s. Zij publiceerde slechts twee romans, Something in Disguise (1969) en Odd Girl Out (1972). Dat had ze ook wel aan zichzelf te wijten, schrijft de biografe: het was lang niet altijd nodig om twee keer per dag zulke uitgebreide maaltijden te koken.

De verdrietigste bladzijden in de biografie gaan over de hartverscheurende schipbreuk van Howards derde huwelijk. Howards upperclass opvoeding en haar rather queenly verschijning trokken Amis aanvankelijk aan, maar haar poshness en earl grey thee werden uiteindelijk dé bron van zijn irritatie. Zij dompelde zich onder in de rol van slachtoffer, waardoor hij nog meer ging drinken. Hij kon echter niet alleen zijn. Uiteindelijk bereidde ze eind 1980 een ‘ontsnapping’ voor en liet alleen een brief voor Amis achter. Hij was en bleef furieus. Hoewel haar relatie met Peter Scott enkele jaren na hun scheiding was hersteld, kwam het tussen Kingsley Amis en Jane Howard nooit meer goed. Hij schreef zijn woede over haar defection van zich af in het bittere Stanley and the Women.

The Cazalet Chronicals

Met haar stiefzoon Martin Amis bleef Jane Howard wel bevriend. Hij bleef zijn leven lang dankbaar dat Jane hem de liefde voor literatuur had bijgebracht en ervoor gezorgd had dat hij kon studeren. Martin Amis stimuleerde haar om The Cazalet Chronicals te schrijven, die uiteindelijk verschenen tussen 1990-1995 en een groot succes werden. De eerste vier delen gaan overde grote familie Cazalet die de Tweede Wereldoorlog veilig hoopt door te brengen in het familiehuis Home Place. Lezers van The Cazalet Chronicals herkennen in de kleindochters Louise, Polly en Clary afsplitsingen van Jane Howard zelf. Het meesterschap waarmee Howard de regie houdt over de ruim twintig personages, elk met hun eigen stem, zorgt voor superieure literatuur. Koestler vond dat haar stijl in het midden lag tussen Nancy Mitford en Evelyn Waugh. De omslagen zijn wellicht misleidend, maar The Cazalet Chronicals zijn geen Downtown Abbey-achtige nostalgische romans en ook geen women’s fiction. Het zijn intelligente psychologische romans over totaal uiteenlopende karakters. Vooral de kinderportretten zijn meesterlijk: de kinderen zien hoe de dingen écht zijn, waar de volwassenen, verblind door hun eigen zorgen, het overzicht verliezen.

All Change

Mede dankzij de technieken die Howard had geleerd in de ‘bewustwordingsgroepen’ van haar vriendin Jenner Roth groeide haar zelfvertrouwen na de scheiding van Amis in 1983. Zij werd stabieler en kon geconcentreerder werken. Tussen haar zestigste en tachtigste publiceerde ze gestadig romans en bloemlezingen en was veel in de publiciteit. Getting it right werd verfilmd met Helena Bonham Carter. Ze was financieel onafhankelijk en rijk genoeg om vrienden en familie te trakteren op luxe buitenlandse vakanties. Het verlangen naar een tweede Lemmons vervulde ze met de aankoop van Bridge House in Bungay in Suffolk in 1990. Ze liet het grote huis en de tuin opknappen en genoot ervan dat ze weer gasten kon ontvangen. Alleen al in 1993 had ze 35 weekenden een huis vol logees. Net als alles crescendo lijkt te gaan, wordt de biografie ronduit spannend. Halverwege de jaren negentig kreeg Jane Howard een verhouding met een fan die een berekenende, misdadige psychopaat bleek te zijn. Door haar grote behoefte aan (lichamelijke) liefde sloeg ze alle waarschuwingstekens in de wind. Dochter Nicola huurde een privédetective in en toen Monkey haar de verbijsterende waarheid over ‘Malcolm’ vertelde, bleef Howard diep teleurgesteld en vernederd achter. Haar ervaring leverde in 1999 wel de roman Falling op. Daarna dook ze nog één keer in het leven van haar geliefde Cazalets en publiceerde in 2013 het vijfde deel: All Change. A Dangerous Innocence eindigt onverwacht met een happy end. De negentigjarige Howard stierf in haar eigen bed, in haar eigen huis, met haar dochter Nicola vlakbij zich. Ze was eindelijk aan land.

Enthousiasmerend

Artemis Cooper had de beschikking over een grote collectie bronnenmateriaal en de autobiografie van Elizabeth Jane Howard, Slipstream, uit 2002. Ze kende Howard persoonlijk via haar moeder en heeft enkele malen in 2012 gelogeerd in Bridge House om haar te interviewen voor de biografie. Dat maakt haar wellicht tot zo’n empathische biografe. Zo beschrijft ze enkele gelukkige weken die Jane doorbracht met haar jeugdvriendin Dosia en vervolgt: ‘One wishes for Jane’s sake they had lasted longer, that she had been allowed to enjoy them without wishing she was older or being overwhelmed with responsibilities she wasn’t ready for.’ Toch is Cooper niet kritiekloos. Ze is helder over Howards aandeel in haar mislukte huwelijken, haar neiging tot slachtoffergedrag, haar klassenbewustzijn en haar gebrek aan begrip voor vrienden in moeilijke omstandigheden. Soms zet ze Howards uitlatingen concreet in perspectief: ‘Jane described the birth as an appalling ordeal but an old friend and contemporary of hers, the novelist Penelope Lively, observed that Jane’s labour was no better or worse than that of most mothers in the 1940’s.’

Cooper houdt duidelijk veel van Howards werk en besluit haar enthousiasmerende biografie met de triomfantelijke constatering dat in hedendaagse boekwinkels meer titels van Elizabeth Jane Howard te vinden zijn dan van Kingsley Amis. Dat mag. Dat enthousiasme moet je ook wel hebben als je aan een biografie begint. In mijn ogen is Artemis Cooper een ideale biografe van Howard. Ze maakt de ontstaansgeschiedenis en de bronnen van Howards literatuur inzichtelijk. Daarnaast heeft ze de juiste dosering van citaten uit egodocumenten, samenvattingen van romans, details over Howards kleding, huizen en tuinen en achtergrondinformatie over de vele vrienden van Howard. Haar stijl is beeldend en literair. Het is knap om zo’n overvol leven in 332 – dichtbedrukte – pagina’s te vatten. Net als in Howards romans, ligt de nadruk op het psychologische portret van Jane Howard. Cooper concludeert: “It was because Jane lived at such an intense emotional pitch; because she rushed headlong into things without considering the risks; because she could not control her impulsive imagination: all these made her the novelist she was.”

 
Elizabeth Jane Howard: A Dangerous Innocence
Artemis Cooper
John Murray
ISBN 9781848549265
Verschenen in april 2017

Bestelinformatie

Bestel als hardover bij bol.com (€ 28,50
Bestel als ebook bij bol.com (€ 3,99)

Koop bij Athenaeum Boekhandel

Bestel als paperback bij Athenaeum Boekhandel (€ 16,99)
Petra Teunissen-Nijsse
Petra Teunissen-Nijsse
Petra Teunissen-Nijsse werkt als freelance redacteur, journalist en biografisch onderzoeker. Zij publiceerde over Louis Couperus, Carry van Bruggen en Clare Lennart. In juni 2017 promoveerde zij op het proefschrift Voor ’t gewone leven ongeschikt. Een biografie van Clare Lennart. Haar tekstbureau heet Leven in Woorden

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in