Bij de dood van Deirdre Bair, biograaf van Samuel Beckett

Vorige week overleed Deirdre Bair, 84 jaar oud. De ‘bio-memoir’ die ze afgelopen winter publiceerde, Parisian Lives, gaat over de totstandkoming van haar eerste twee biografieën, die van Samuel Beckett en Simone de Beauvoir. Volgens Bair is een feit pas een feit als je dat met minstens drie bronnen kunt bevestigen, de biograaf is een ‘kunstenaar onder ede’. In haar memoires legt ze minder scrupules aan de dag. Dus krijgen we alle roddel en achterklap, kinnesinne van en rancuneuze afrekeningen met mannelijke concullega’s als Richard Ellmann en James Knowlson onversneden voorgeschoteld. Parisian Lives is een must voor elke would-be biograaf. En zinderende getuigenisliteratuur.

Een saai en zinloos leven

‘Academic suicide’, oordeelde haar prof John Unterecker, toen Bair in het begin van de jaren zeventig haar ambitie kenbaar maakte om de biografie van Samuel Beckett te schrijven. Ze zou geen poot meer aan de grond krijgen aan de Columbia University. ‘It’s not scholarship; it’s only biography,’ luidde het credo van de New Yorkse letterenfaculteit. De discipelen van New Criticism maakten er nog de dienst uit: voor het interpreteren van een tekst had je genoeg aan de tekst, het leven van de schepper deed er niet toe, de auteur is dood. Bair – begin dertig, kostwinner, moeder van twee kinderen – negeerde de scepsis van haar prof. Unterecker had sowieso weinig fiducie in haar wetenschappelijke carrière, vanwege haar sekse en die twee kinderen. In juli 1971 schreef ze een brief aan Samuel Beckett. Die antwoordde per omgaande dat hij een saai en zinloos leven leidde, maar ook: ‘Any biographical information I possess is at your disposal, if you come to Paris I will see you.’

Samuel Becket in 1977 © Roger Pic (cc0)

De ontmoeting vond vier maanden later plaats, in de lobby van het Hôtel du Danube aan de rue Jacob. Het gezicht dat ze zag, kende ze uit duizenden. ‘I don’t think I have ever met anyone whose physical reality was so accurately captured in photographs.’ Toen ze van de zenuwen met zijn pakje sigaretten begon te spelen, griste hij dat geërgerd uit haar handen. Daarna een pijnlijke stilte, die pijnlijk lang duurde. Bair vroeg zich ten slotte wanhopig af of ze wel uit het juiste hout gesneden was voor ‘this biography business’. Dat brak het ijs. ‘So you are the one who is going to reveal me for the charlatan that I am,’ zei Beckett. De komende zeven jaar van haar leven zouden om hem draaien.

Het werden zeven magere maar o zo enerverende jaren waarin ze aardige en minder aardige mensen ontmoette. Hilarisch zijn de logeerpartijen van de vrienden van Beckett – voor wat, hoort wat – in haar buitenhuis in Woodbridge, Connecticut. Dichter John Montague was van plan de hele zomer te blijven, want hij had geen geld voor een hotel. Hij werd uiteindelijk vriendelijk de deur gewezen nadat zijn echtgenote de hele proviand in een gigantische salade had verwerkt. En kunstenares Joan Mitchell, had die het met Beckett gedaan? ‘Nah, not really.’ Ze hadden wel een hotelkamer gehuurd, maar toen de hele nacht naar de valse tand gezocht die Beckett er verloren was.

In 1975, nadat haar uitgeverij Harper & Row zich terugtrok uit het project, stortte Bair geestelijk in. Ze ging in therapie, bij een Jungiaan. Ook daarover gaat Parisian Lives. Hoe haar biografieën van Simone de Beauvoir, Anaïs Nin, Al Capone en Carl Gustav Jung met haar eersteling samenhangen, als betrof het een levenstraject dat ze vanaf haar dertigste weloverwogen had uitgerold.

De Becketteers

Toen ze het manuscript in 1977 eindelijk had voltooid, had ze nog een hobbel te nemen. De auteursrechten. Het is de nachtmerrie van iedere Amerikaanse en Angelsaksische biograaf, dat op citaten uit ongepubliceerde brieven en manuscripten copyright rust, zodat je de toestemming van de protagonist of diens erfgenamen nodig hebt om eruit te mogen citeren. Bair vroeg Becketts toestemming met lood in haar schoenen. Hij accordeerde nog dezelfde week ieder citaat, op één gedicht na dat hij als twaalfjarige schreef, want dat zei meer over haar speurzin dan over zijn literaire ontwikkeling. Beckett had haar zeven jaar geleden een belofte gedaan. Die kwam hij na. Een man een man, een woord een woord.

Samuel Beckett. A Biography verscheen in de zomer van 1978, en de eerste kritieken waren vernietigend. Richard Ellmann, de gevierde biograaf van James Joyce, merkte in The New York Review of Books sarcastisch op dat Bair in haar eentje de Woodward en Bernstein van de literatuurgeschiedenis wilde zijn, een hitsige journaliste op zoek naar een scoop. Die vond ze ten slotte in Becketts brieven aan een jonge vriend in Dublin, waaruit een ontluisterend beeld van zijn moeder naar voren kwam. Zijn vlucht naar Frankrijk was een vlucht van Mae Beckett, hij was bang haar te vermoorden. De ‘Becketteers’ – door Bair omschreven als ‘witte mannen op veilige academische posities met aanzien en macht’ – vroegen zich publiekelijk af hoe vaak Bair voor al die fraaie onthullingen met Beckett naar bed was gegaan. Eentje verweet haar ‘messing up the entire Beckett industry’ en een ander, James Knowlson, wilde niet met haar in het openbaar gezien worden, want dat was slecht voor zijn reputatie. (Knowlson publiceerde in 1997 een tweede, ‘geautoriseerde’ Beckett-biografie).

Na die eerste golf van academische verontwaardiging volgden de loftuitingen van onder anderen Anthony Burgess voor de ongekende prestatie die ze met de biografie geleverd had. Beckett, een man die zich liet voorstaan op zijn ’barokke solipsisme’, was nog nooit zo naar het leven getekend. Bair ontmoette Beckett nog één keer, in de winter van 1985. Ze zag hem bij toeval aan de voet van de Dôme, toen ze volop bezig was met haar tweede biografie van Simone de Beauvoir. Beckett nodigde haar uit om een hapje te eten in zijn favoriete visrestaurant. Ze maakte hem deelgenoot van haar immense woede over de roddel en achterklap van de Becketteers, hun publieke dreigementen en beledigingen. Beckett murmelde iets dat hij ooit in zijn leven besloten had nooit te reageren op zijn critici. Daarna keek hij haar aan met zijn lichtblauwe ogen en zei: ‘You must never explain. You must never complain.’
Een les voor het leven. Het was de laatste keer dat ze hem zag.

Parisian Lives. Samuel Beckett, Simone de Beauvoir, and me. A memoir
Deirdre Bair
Atlantic Books
ISBN 9781786492661
Verschenen in november 2019

Bestelinformatie

Bestel bij bol.com
Bestel als paperback bij Athenaeum Boekhandel (€ 19,99)
Eric Palmen
Eric Palmen
Eric Palmen is historicus en hoofdredacteur van Biografieportaal. Hij schreef onder andere Kaat Mossel, helleveeg van Rotterdam en Dwaze liefde, een familiegeschiedenis, uitgegeven bij Prometheus. Voor Historisch Nieuwsblad, de Volkskrant,Vrij Nederland, Het Parool en Elsevier Weekblad schreef hij artikelen over de biografie.

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in