Joan Derk van der Capellen tot den Pol (1741-1784) was een tegendraadse Overijsselse baron, voorman van de patriotse beweging in ons land. Hella Haasse heeft over hem in 1989 een boek geschreven, getiteld Schaduwbeeld of Het geheim van Appeltern. Kroniek van een leven. Het Huis Appeltern was de buitenplaats van de baron. Aleid Truijens laat in haar recente levensbeschrijving van Haasse in het midden of het boek een biografie dan wel een biografische roman is. Haasse zelf wilde haar boek geen biografie noemen. Haar boek was op historische documenten gebaseerd, maar Haasse vulde de vele open plekken in met haar verbeelding. Ze schreef te beseffen dat ze Van der Capellen nooit zou leren kennen, meer dan een ‘schaduwbeeld’ zat er niet in. Wat tot de kennis van de volledige Van der Capellen strekte, had hij goed verborgen door veel schriftelijke informatie te vernietigen. Dat duidde Haasse aan als het geheim van Appeltern.
Er was nog een ander geheim van Appeltern, dat Truijens niet aanroert, maar dat in het boek van Haasse wel een belangrijke rol speelde. Zij wierp namelijk opnieuw de vraag op of Van der Capellen wel de enige auteur was van het beroemde, opruiende pamflet Aan het volk van Nederland, dat was gericht tegen stadhouder Willem V. Het werd als anonieme brochure in 1781 in grote aantallen over ons land verspreid. Lang was onduidelijk wie het geschreven had. De auteur Van der Capellen kon dat zijn hele leven geheimhouden. Er stonden toen immers strenge straffen op het publiceren van een dergelijk geschrift. Van der Capellen nam het geheim mee in zijn graf, toen hij op 42-jarige leeftijd overleed. Daarna werden er wel namen genoemd, vooral die van Van der Capellen en van zijn vertrouweling François van der Kemp, een Leidse doopsgezinde dominee, maar nooit was er zekerheid.
Pas na een eeuw ontstond er duidelijkheid. Het was een biografisch werk, dat uitsluitsel bracht, namelijk de autobiografie van de felle patriot Van der Kemp. Nadat hij in 1788 na het neerslaan van de patriotse beweging naar de Verenigde Staten was gevlucht, onderhield hij daar veelvuldige contacten met de presidenten John Adams en Thomas Jefferson. Hij brak zijn belofte tot geheimhouding toen hij in 1817 een autobiografie schreef, bestemd voor zijn zoon en verdere familie. Daarin deelde Van der Kamp in concrete bewoordingen mee, dat zijn adellijke vriend Van der Capellen de auteur was van Aan het Volk van Nederland en dat hijzelf zich had belast met de verspreiding van het pamflet.
in 1891 kreeg dominee Adriaan Loosjes, die eerder een gedetailleerde verhandeling had gewijd aan de vraag naar het auteurschap van het pamflet, een uittreksel in handen van de autobiografie. In een nieuwe publicatie gaf hij opheldering over het auteurschap. De autobiografie werd later door de Amerikaanse schrijfster Helen Fairchild opgenomen in een completere levensbeschrijving van Van der Kemp die ze in 1903 in New York publiceerde. Voor Murk de Jong HZn. die in 1921 op een zeer omvangrijke en nogal ontoegankelijke politiek-historische biografie van Van der Capellen promoveerde, was er geen twijfel meer. Van der Capellen was de enige auteur en Van der Kemp had het pamflet verspreid. De historici waren daar verder duidelijk over, zoals Jan Romein in een biografische schets van Van der Capellen in de bundel Erflaters van onze beschaving.
Alleen Hella Haasse nam nog de vrijheid haar verbeelding te laten werken. Niet alleen stelde ze in haar boek Schaduwbeeld opnieuw de vraag van het auteurschap aan de orde, maar ze duidde ook in een uitvoerige passage Van de Kemp aan als mede-auteur van het pamflet. Zij bevestigde haar zienswijze later in een verhandeling over haar historische boeken, zonder echter argumenten te geven waarom zij de concrete opheldering door Van der Kemp in de wind sloeg. Terecht noemde ze haar mooie boek dan ook met nadruk een biografische roman en geen biografie.