Een aanstekelijk eerbetoon aan Wim T. Schippers, een speelse geest vol ongekende verbeeldingskracht

Wim T. Schippers (1 juli 1942) doet al stof opwaaien sinds hij in 1961, nog geen twintig jaar oud, de opleiding tot kunstenaar voortijdig verliet. Meer dan zestig jaar lang maakte hij kunst, radio- en televisieprogramma’s en toneelstukken. Hij schreef, componeerde, tekende en ontwierp. Hij is de stem van Ernie in de Nederlandse Sesamstraat. Zijn oeuvre is even omvangrijk als veelzijdig en uniek. Ru de Groen gidst de lezer door al dat ontregelende en immer verrassende werk op een manier die even kraakhelder als enthousiasmerend is. Zijn boek geeft een min of meer chronologisch overzicht van het werk van Schippers. Tien hoofstukken, één voor iedere discipline die Schippers ooit beoefende, van kunstenaar tot woordkunstenaar, van theatermaker tot stripscenarist. Het laatste hoofdstuk vat wat losse eindjes samen en laat ten slotte collega’s en vrienden aan het woord. Het resultaat is een kleurrijk, aanstekelijk eerbetoon, plezierig geschreven en zeer aantrekkelijk vormgegeven, dat recht doet aan een speelse geest met ongekende verbeeldingskracht.

A-dynamische kunst

Als 17- jarige student aan het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs, tegenwoordig de Gerrit Rietveld Academie, verkoopt Schippers enige werken aan het stedelijk Museum. De schooldirecteur is van mening dat alles wat de leerlingen maken geestelijk eigendom blijft van de school. Schippers, zwaar geïrriteerd, verlaat de school en zoekt zijn eigen weg. Samen met twee studiegenoten richt hij het A-dynamisch Centrum op en in 1961 publiceert hij in Vrij Nederland het A-dynamisch Manifest, waarin wordt gepleit voor verzakelijking van de kunst en ruim baan wordt gevraagd voor de waarachtigheid en de saaiheid van alledaagse materialen en voorwerpen. Het gedachtegoed van het A-dynamisch Centrum toont nauwe verwantschap met de internationale kunststroming Fluxus die begin jaren zestig in New York ontstaat. Fluxus streeft ernaar om kunst en het dagelijks leven bij elkaar te brengen. De kunstwereld dient te worden gezuiverd van elitaire kunstopvattingen en vercommercialiseerde cultuur. Al Schippers werk ademt zijn Fluxus mentaliteit. Voor een A-dynamische tentoonstelling in 1969 voert hij een werk uit, getiteld ‘Negatieve Bijdrage’ dat in 1962 al door hem beschreven wordt in een tekst bij een A-dynamische tentoonstelling: “Een keurige kuil van bescheiden afmeting, omheind met paaltjes en touw, die het betreden van het culturele gebouw in lichte mate belemmert.” Ook het Dadaïsme is voor Schippers als sinds zijn jongensjaren een inspiratiebron. Maar bij hem komt al zijn werk voort uit de blijmoedige aanvaarding dat het leven zinloos is.

Een kunstenaar die onbevangen kijkt

En dus giet hij een flesje gazeuse terug in zee, maakt hij een vijfeneenhalf meter hoge paarse stoel voor het Vondelpark, een 10 meter hoge kerstboom op het Leidseplein, geplaatst op 20 september 1969, drie maanden voor kerst, en bedenkt hij de inmiddels wereldberoemde pindakaasvloer. Schippers toelichting op de stoel: “De stoel werkt volkomen verpestend op zijn omgeving, de rest wordt er meteen kunst door.” Een rode draad in al dit werk lijkt er niet te zijn, maar Ru de Groen maakt feilloos aannemelijk dat al het werk van Schippers draait om verwondering en verbazing. Wanneer alles altijd op een bepaalde manier lijkt te moeten gebeuren, ziet Schippers immer volop mogelijkheden om het helemaal anders te doen. Hij ontwerpt een monument voor het Ministerie van Economische Zaken voor een grootscheepse energiebesparingscampagne dat bestaat uit grote letters ENERG. De I en de E kunnen niet meer worden geplaatst omdat de energie bijna op is. Hij maakt een vier meter hoge drol waarin volgens de toenmalige directeur van de VPRO ‘de geschiedenis van Nederland en die van de VPRO samenkomen.’

Schippers heeft grote, soms onuitvoerbare ideeën maar laat zich evenzeer verwonderen en inspireren door het kleine, alledaagse. Niet kijken vanuit het idee dat alles een functie heeft maar onbevangen blijven kijken zoals een baby doet.

Wim T. Schippers in het Willy Dobbeplantsoentijdens opnamen van De lachende scheerkwast in 1981 © VPRO Bron: Beeld en Geluid (CC BY-SA 3.0)

Televisie

In de jaren 70  begint Schippers met het maken van televisie. In ‘de grootste galerie ter wereld’ treedt hij de bestaande televisiewetten met voeten en maakt hij ontregelende, nooit eerder vertoonde chaotische programma’s. Maar chaos is bij hem zorgvuldig georkestreerd en kunst maken een serieuze zaak. Hij gebruikt televisie zoals een schilder zijn verf en verlegt alle grenzen van het medium. Blote dames lopen door het beeld, decorstukken vallen om, bekende zangers worden halverwege hun optreden afgekapt. Barend Servet die op bezoek gaat bij een spruitjes schillende koningin Juliana, Dolf Brouwers die in een kerstshow dronken en vretend de hit ‘Zuurkool met vette jus’ zingt. Legendarische televisie. Talloze series tot midden jaren tachtig volgen elkaar op, series met een eigen signatuur, amateuristisch aandoend, chaotisch met een geheel eigen taalgebruik. Schippers is nooit, ook nu niet, bewust bezig om de gevestigde orde om zeep te helpen maar ziet net als in zijn beeldende kunst talloze mogelijkheden om alles anders aan te pakken.

Going to the dogs

Sinds midden jaren 70 roert Schippers zich ook als toneelschrijver, met wisselende waardering, zowel van publiek als critici. Met Going to the Dogs, zijn legendarische toneelstuk waarin geen mensen maar zes herdershonden als acteurs op het toneel staan, maakt hij opnieuw een kunstwerk dat geheel in lijn is met zijn oeuvre. Een kunstwerk dat begint met het even simpele als bizarre idee om zes honden op het toneel te zetten, waarbij de voorbereiding, de discussies over of er nu wel of niet subsidie voor dit stuk moeten komen en de internationale belangstelling onlosmakelijk bij het werk horen. Het stuk is als de moderne versie van de kleren van de keizer, je voelt je als kijker in de maling genomen, maar er niet bij te zijn geweest is bijna nog erger.

Tegen het eind van het boek worden nog wat anderen over Schippers aan het woord gelaten. Zijn onbevangenheid wordt geprezen, het vermogen dat hij heeft, en  wist te behouden, alles te zien en te horen alsof het voor het eerst is. Zijn nieuwsgierigheid, zijn snelle geest, genialiteit en tegendraadsheid. Kamagurka: “Wat hij maakt geeft zoveel positieve energie dat ik meteen goesting krijg erheen te vliegen.” Het boek van Ru de Groen doet dat ook en dompelt je onder in een kleurrijk, vrolijk makend universum waar je eigenlijk niet meer uit wilt.

Jammer maar helaas. 29.585 dagen Wim T. Schippers
Ru de Groen
Bertram + De Leeuw
ISBN hardcover 9789461562944
Verschenen in juni 2023

Bestelinformatie

Bestel als hardcover bij bol.com (€ 39,95)

Dominique Engers
Dominique Engershttp://www.desneldichteres.nl
Dominique Engers (1965) studeerde af als Theaterwetenschapper aan de UVA. Ze schrijft liedjes en lemma’s, nieuwsbrieven, brochures, interviews, recensies en scripts voor uiteenlopende opdrachtgevers. Voor Theaterkrant.nl schrijft ze over cabaret. Daarnaast is zij al meer dan 25 jaar De Sneldichteres.

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in