Wat hebben een wasmachine, een ananasblik en een worstenvel met elkaar gemeen? Willem Kolff, geneeskundig pionier, gebruikte ze stuk voor stuk voor het ontwikkelen van de kunstnier en het kunsthart. Uit Herman Broers’ herziene biografie van Willem Kolff komt bovenal naar voren dat Kolff, ‘Pim’ voor vrienden, een gedreven knutselaar was die de geneeskunde drastisch zou hervormen.
Gek genoeg is Kolff in Nederland helemaal niet zo bekend. Voor deze biografie had ik zelfs nog nooit van hem gehoord. Dat kan komen omdat hij halverwege zijn loopbaan naar de Verenigde Staten emigreerde, waardoor hij daar wellicht meer naam heeft gemaakt dan in zijn thuisland.
Kolff werd in 1911 geboren in Leiden en was als jongetje al erg nieuwsgierig naar de wereld om hem heen. Zijn oom leerde hem timmeren, wat hem later zeer goed van pas zou komen. In Leiden studeerde hij geneeskunde. Daarna vertrok hij naar Groningen, waar hij in 1938 de jonge boer Jan Bruning toegewezen kreeg die aan uremie leed, het laatste stadium van nierfalen. Hij is verward, en zijn hele lichaam is opgezet doordat zijn nieren al het vocht niet kunnen filteren. Hij is blind door de ureumkristallen en zelfs zijn adem ruikt naar urine. Kolff moet het met lede ogen aanzien, want er is op dat moment nog geen remedie voor uremie.
Vastbesloten hier iets aan te doen onderzoekt hij de mogelijkheid om het bloed te ‘wassen’ door het door cellofaan —dan nog maar pas uitgevonden— te leiden. Hiervoor moet het rondgeslingerd worden in een trommel: daar gebruikt hij wasmachineonderdelen voor. Kolff verzamelt een team om zich heen om een aantal proeven te doen, maar ze zijn nog niet goed en wel begonnen of de Tweede Wereldoorlog breekt uit.
De kunstnier van Willem Kolff
Kolff, ondertussen naar Kampen verkast, werkt tijdens de oorlog samen met een grote groep zusters en assistenten verder aan de kunstnier waar hij in Groningen mee begonnen was. Ze boeken een paar voorzichtige successen. Maar vanaf 1944 wordt Kampen gebruikt als tussenstation voor transporten naar Duitsland. De mensen op de transporten hebben geen eten, drinken of medicijnen gehad en zijn vaak al dagen onderweg. Kolff springt op de bres en probeert zo goed en kwaad als het kan mensen te helpen.
Dat betekent ook dat hij probeert zo veel mogelijk zieke mensen een diagnose te geven, zodat ze langer uit de kampen blijven. Als dat niet lukt simuleert hij symptomen van tbc, of zorgt ervoor dat ze bij het zien van een Duits uniform beginnen te slaan en te schuimbekken. Op die manier redt hij honderden mensen het leven.
Deze episode laat zien dat Kolff grote compassie heeft voor zijn medemensen, en dat hij het goede ziet, zelfs in de vijand. Op een morgen zegt hij bijvoorbeeld tegen zijn vrouw Janke dat hij ‘even gaat schaatsen met Baatz’. Daarop wordt zijn vrouw furieus. Niet geheel vreemd, want Baatz was Oberleutnant van de nazi’s in Kampen. Zijn compassie heeft ook een keerzijde, namelijk dat hij soms iets te makkelijk mensen zoals Baatz vertrouwt.
Bij het ontwikkelen van de kunstnier is de grootste moeilijkheid die Kolff moet overwinnen de scepsis van zijn collega’s. Niemand gelooft op dat moment dat je een orgaan kan vervangen door een mechanisch apparaat. De eerste resultaten zijn niet heel veelbelovend, maar dat kan grotendeels verklaard worden door het feit dat de testpersonen die ze mogen gebruiken vaak al in het eindstadium van een ernstige ziekte verkeren.
Het kunsthart van Willem Kolff
De Nederlandse scepsis blijkt uiteindelijk te belemmerend, en Kolff besluit in 1950 met zijn gezin naar de Verenigde Staten te vertrekken. Daar moet hij helemaal van onderaan beginnen. Kolff weet echter, zoals altijd, snel mensen voor zich te winnen en zoekt een team bij elkaar. In Cleveland ontwikkelen ze het eerste kunsthart, dat na veel vallen en opstaan in 1982 in de eerste mens wordt ingebracht. Kolff moet zeker in het begin erg wennen aan de verschillende werkwijze die de Amerikanen hanteren Vooral de macht van de commercie, toen al, staat hem erg tegen. Daarnaast brandt zijn hele laboratorium in 1973 af, waardoor ze weer een achterstand oplopen. Het plaatsen van het eerste kunsthart bijna tien jaar later zorgt voor een enorme publiciteitsstorm, die Kolff maar met moeite weet te beheersen.
Het leven van Kolff leest als een roman en Herman Broers schrijft het bijzonder spannend en invoelend op. Er is een goede balans tussen anekdotes en passages die context geven. Ook alle medewerkers van Kolff krijgen een gezicht want hoewel Kolff ontegenzeggelijk de drijvende kracht was achter de ontwikkeling van de kunstnier en het kunsthart, heeft hij ook steeds het belang van zijn team benadrukt. Wat wel opvalt is dat de minder charmante trekjes van Kolff —overspeligheid, monomanie, onverbiddelijkheid— pas in de laatste drie hoofdstukken de ruimte krijgen. Het zou zijn uitzonderlijke verhaal evenwichtiger hebben gemaakt als die eerder in het boek aan bod waren gekomen.
Eén ding staat buiten kijf: Kolff heeft miljoenen levens gered en verbeterd met zijn uitvindingen. Zoals de National Academy of Engineering op een poster zette, onder een foto van een lachende Pim Kolff: ‘He’ll save 1.2 million lives before bedtime.’
Willem Kolff: De man die miljoenen levens redde, 1911-2009
Herman Broers
Uitgeverij Balans
ISBN 9789460038976
Verschenen in augustus 2018
Bestelinformatie
Bestel als paperback bij Athenaeum Boekhandel (€ 19,99)
Bestel als paperback bij bol.com (€ 19,99)
Bestel als ebook bij bol.com (€ 9,99)