Schrijven deed Fré Dommisse het liefst

“Je bent in een krankzinnigengesticht, je bent krankzinnig!” schreef Fré Dommisse in haar debuutroman Krankzinnigen. Met dit boek doorbrak zij als een van de eersten het taboe op psychische ziekte. In haar biografie Fré Dommisse – Schrijfster tussen normaal en abnormaal (1900-1971) laat Catharina Th. Bakker zien hoe en waarom Fré Dommisse haar unieke stem liet horen. 

Fré Dommisse was de jongste dochter van een Zeeuwse predikant. Hij liet zijn blinde vrouw jong achter als weduwe met zes kinderen. Zij leefden vrij eenvoudig in het oosten van Nederland en Utrecht. Volgens de biografe had Fré, zoals ze haar consequent noemt, een ‘rotjeugd’. Al vroeg schreef Fré gedichten en verhalen van opmerkelijke kwaliteit. Als puber onderzocht ze alle mogelijk ‘ismes’, van het katholicisme en antimilitarisme tot spiritisme. In de jaren van de Eerste Wereldoorlog stortte zij zich “in de draaikolk van maatschappelijke problemen, die toen aan de orde waren, met een heilige ernst en een idealisme, die niet bevorderlijk zijn voor het geestelijk evenwicht van een overgevoelig jong meisje,” aldus haar latere vriendin Clare Lennart. Fré vergeefse idealisme leidde tot een ernstige geestelijke inzinking. Zij moest zelfs jarenlang worden opgenomen in verschillende instellingen. Haar psychoses waren niet ongevaarlijk, zowel voor haarzelf (ze liep een nacht lang over de heide te dwalen) als voor anderen (ze stak gordijnen in brand). Dankzij de moderne en empathische aanpak van haar psychiaters H. Breukink en Henri van der Hoeven kon zij, na vele terugvallen, terug naar huis.

De kloof dempen

De biografe neemt de lezer gedetailleerd mee in Fré’s ervaringen in de psychiatrie, daarbij volop gebruikmakend van medische dossiers en van Fré’s autobiografische roman Krankzinnigen (1929). Dit ontroerende en schokkende boek kreeg tientallen recensies, vrijwel allemaal positief. Nog niet eerder had een jonge vrouw zo eerlijk en pregnant verteld over wat haar was overkomen. Het schrijven was ook een persoonlijke bevrijding voor Fré. De herinnering aan wat ze had meegemaakt, was niet langer haar vijand meer: “Wanneer de herinnering ons los laat, eerst dan zijn we in staat om te scheppen.” Ze was trots op haar boek en zette zich sterk in voor de verkoop. Ook gaf ze jarenlang lezingen, zowel voor het grote publiek als voor psychiatrisch verpleegkundigen en artsen, om de kloof te dempen tussen ‘normalen’ en ‘abnormalen’. Het werd haar grote missie om als een ervaringsdeskundige avant la lettre begrip te kweken voor mensen met psychiatrische problemen. Ook het stigma dat ex-patiënten aan blijft kleven benoemde ze. Zo signaleerde ze dat mensen in haar omgeving het woord ‘gek’ met schroom gebruikten. Fré was door haar debuut in een klap een naam in de wereld van de geestelijke gezondheidszorg geworden en zat aan tafel met collega’s van haar voormalige behandelaars.  

Van alles wat

Psychiater Breukink had Fré Dommisse gestimuleerd om haar opleiding tot onderwijzeres weer op te pakken en korte tijd werkte ze als volontair op een school. Maar schrijven deed ze ‘het liefst’. Zij wilde zich verder ontwikkelen in de literatuur. In haar prille schrijverschap schreef ze ‘van alles wat’: kinderverhalen, recensies en non-fictie. Ze gaf ook voordrachten over het Poppenhuis in het Centraal Museum. Voor haar tweede roman bleef ze weer dicht bij huis. Waren wij kinderen (1933) gaat over de seksuele ontwikkeling van adolescenten en bevat autobiografische elementen. Wijkverpleegster Til is ‘het licht’ voor tal van kleurrijke mensen op de rand van de samenleving in de roman Het licht op de drempel (1937). Deze twee boeken werden minder breed besproken, maar doorgaans positief. In 1939 verscheen nog Opdat er kieme…, beschouwingen over de gestichtsverpleging van geesteszieken. Het schrijven ging echter niet altijd soepel. Fré had meer plannen dan ze kon verwezenlijken en was vaak uitgeschakeld door langdurige ziekte. Er kwam stabiliteit in haar leven met de komst van Dina de Jong. Deze verpleegster werd haar trouwe levensgezellin. Samen met Dina startte Fré in 1940 in Doorn een kunsthandel. Tot aan haar pensioen was deze winkel haar belangrijkste bron van inkomsten.

Een stille kamer

Bij het lezen van Fré’s levensverhaal moest ik vaak aan Virginia Woolf denken. Ook zij maakte periodes van geestelijke instabiliteit mee en ook zij had, in Leonard Woolf, een zorgzame partner die haar het schrijven mogelijk maakte. Liet Fré zich door Woolf inspireren voor het stream of consciousness vertelperspectief in haar modernistische romans? Fré verwijst zelf subtiel naar Woolf in een autobiografisch portret voor haar uitgeverij Querido: “Ergens een stille kamer, boeken en een schrijfmachine.” In die tekst geeft ze aan dat het haar niet goed lukt om tot schrijven te komen. Na de oorlogsjaren publiceerde ze nog één roman. De glans der dagen (1954)is een verstild relaas over het bezoek van haar blinde moeder aan haar geboortedorp. Krankzinnigen werd opnieuw uitgegeven in de toegankelijke Salamander-reeks. Voor nieuwe fictie had Fré amper tijd: ze had het te druk met de kunsthandel en organiseerde allerlei lezingen en tentoonstellingen. Daarvoor maakte ze gebruik van haar grote netwerk onder de culturele elite. Ze was onder meer bevriend met de schrijfsters Henriëtte Roland Holst, Elisabeth Zernike en Clare Lennart en met haar plaatsgenoot Simon Vestdijk. Al vroeg was ze lid geworden van de internationale auteursorganisatie P.E.N. en later van de Kunstkring Zeist en de Zeister Litteraire Kring. Bij haar overlijden in 1971 werd ze echter vooral herdacht als de schrijfster van Krankzinnigen.

Weifelende houding

Catharina Th. Bakker studeerde geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam en promoveerde op de financiering van de geestelijke gezondheidszorg. De ervaren en gedreven onderzoekster is een uitstekende biografe voor Fré Dommisse gebleken. Haar expertise op het gebied van de medische geschiedenis combineert ze met een bewezen talent voor toegankelijk en levendig schrijven. Haar vorige biografie De lijfarts van de koning leverde haar de G.A. Lindeboomprijs op. In haar compacte biografie neemt Bakker de lezer mee in haar onderzoeksvragen met zinnen als “Ik kan het me moeilijk voorstellen hoe die kwetsbare vrouw het publiek strijdlustig om de oren heeft geslagen.” Over de oorlogsjaren heeft Bakker de meeste open gebleven vragen. Waarom zei Fré dat ze niet wilde tekenen voor de Kultuurkamer, maar werd ze wel lid als ‘galeriehoudster’? Waarom nam ze onderduikers in huis? De vraag waarom Fré’s literaire carrière als een nachtkaars uitging beantwoordt ze met: ‘haar weifelende houding tegenover haar schrijverschap’. Uiteindelijk was Fré toch onzeker en kon niet kiezen tussen de kunsthandel en de literatuur.

Vondsten

Het schrijven van een biografie kan een eenzaam avontuur zijn, maar iedere biograaf kent de vreugde van enthousiaste meedenkers en onverwachte vondsten. Bij haar optreden in Biografie op de Bühne op 16 juni j.l. vertelde Bakker over haar ‘Freetjes’. Met deze digitale nieuwsbrief hield ze belangstellenden op de hoogte van haar onderzoekservaringen. Ze stelde ook praktische vragen en kreeg daar nuttige antwoorden op. Citizen science werkt dus, ook in de biografie! Het mooiste cadeau waren de portretten die Fré Dommisse zelf tekende in haar adolescentie en die de biografe vlak voor de publicatiedatum in handen vielen. Uitgeverij Waanders versierde daarmee de schutbladen van de werkelijk prachtig uitgevoerde biografie.

Als je Fré Dommisses klassieker Krankzinnigen eenmaal gelezen hebt, vergeet je de treurige details en de moedige vertelstem nooit meer. Maar de naam van de auteur is, ondanks de heruitgave in 2022, vrijwel vergeten in literaire kringen. In de wereld van de geestelijke gezondheidszorg bleef haar naam wel degelijk bekend als pionier en pleitbezorger. Voor Fré Dommisse was literatuur geen doel op zich, maar een middel, aldus een recensent. Het was dan ook heel passend dat het eerste exemplaar van de biografie werd aangeboden aan een vertegenwoordiger van de cliëntenraad van GGZ-instelling Altrecht.

Fré Dommisses – Schrijfster tussen normaal en abnormaal (1900-1971)
Catharina Th. Bakker
Waanders Uitgevers
ISBN 9789462626621
Verschenen in november 2025

Bestelinformatie

Bestel als hardcover bij bol.com (€ 29,95)
Petra Teunissen-Nijsse
Petra Teunissen-Nijsse
Petra Teunissen-Nijsse werkt als freelance redacteur, journalist en biografisch onderzoeker. Zij publiceerde over Louis Couperus, Carry van Bruggen en Clare Lennart. In juni 2017 promoveerde zij op het proefschrift Voor ’t gewone leven ongeschikt. Een biografie van Clare Lennart. Haar tekstbureau heet Leven in Woorden

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in