Een leven voor de landbouw luidt de treffende ondertitel van de biografie die Peter Bootsma schreef over landbouwminister en -eurocommissaris Pierre Lardinois (1924-1987). Geen moeite was hem teveel om ‘zijn’ boeren een dienst te bewijzen. Dat hij hierbij zijn gezin en zijn vrouw nogal eens uit het oog verloor, had dramatische gevolgen.
Limburger Pierre Lardinois doorliep de middelbare school op het strenge jongensinternaat Rolduc. Hij vond het er nog erger dan zijn tewerkstelling in Duitsland. Terwijl die Arbeitseinsatz toch geen pretje was en hem voor het leven vormde. Door de kennismaking met andere nationaliteiten werd hij een echte Europeaan, maar de ontberingen maakten hem ook gesloten over zijn gevoelsleven.
Na zijn studie in Wageningen hielp hij als landbouwconsulent Brabantse boeren hun bedrijf te moderniseren. Door zijn bekendheid onder hen werd hij een stemmentrekker voor de Katholieke Volkspartij (KVP). Na een tegenvallende periode als landbouwattaché in Londen – er school geen diplomaat in hem –, begon hij in 1963 als Tweede Kamerlid. Dit combineerde hij met het voorzitterschap van de Brabantse boerenbond. Vanaf 1967 was hij minister van Landbouw in de kabinetten De Jong en Biesheuvel.
Lardinois was geen stukkenlezer en had voornamelijk belangstelling voor zijn eigen portefeuille. Hij benutte zijn speelruimte om de boerenbelangen te behartigen. Soms tegen beter weten in ging hij niet voor oplossingen op lange termijn, maar voor wat op dat moment het hoogst haalbare was. Zo hielp hij hielp boeren een deal met de Gasunie sluiten waardoor ze als grootverbruikers bijna gratis stookten.
Boterberg en melkplas
In Brussel onderhandelde Lardinois op het scherpst van de snede met zijn Europese collega’s over het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid. Voor zijn boerenachterban bedong hij hoge garantieprijzen voor melk en boter. Tijdens een van de marathonvergaderingen drongen protesterende boeren met hun koeien de vergaderzaal binnen, bij protesten buiten viel zelfs een dode.
De landbouwsubsidies leidden tot een groeiende melkplas en boterberg en de belastingbetaler kreeg de rekening gepresenteerd. Lardinois werd zich gaandeweg bewuster van deze keerzijde en probeerde zijn eigen praktische bijdrage te leveren aan het verkleinen van de boterberg. Hij stelde zijn kinderen een hogere toelage in het vooruitzicht als ze voortaan boter in plaats van margarine zouden kopen. En dat terwijl Lardinois bekendstond om zijn gierigheid. Toen hij (jaren eerder) door een banenwissel minder was gaan verdienen, had hij prompt het zakgeld van zijn kinderen gehalveerd.
Wat bijdroeg aan zijn voortschrijdend inzicht was zijn volgende baan: hij volgde in 1973 landgenoot Sicco Mansholt op als landbouweurocommissaris en zat nu zelf met de gebakken peren. Hij ervoer zijn nieuwe functie als een keurslijf waarin hij met handen en voeten gebonden was door de Lidstaten. Dat de Europese samenwerking in de jaren zeventig stagneerde, droeg niet bij aan zijn succes. Hij werd moedeloos van de nationalistische reflexen en liep vast in het Europese krachtenspel. De eindeloze onderhandelingen over prijsniveaus en compensatieregelingen was hij gauw beu. Hij was meer brandweerman dan architect, concludeerde hij zelf treffend.
Peter Bootsma, tevens coauteur van de biografie van Lardinois’ partijgenoot Dries van Agt, schreef Een leven voor de landbouw op verzoek van Lardinois’ kinderen. Het is de vraag of er anders een boek over hem verschenen was, want zo kleurrijk waren de man en zijn carrière niet. Daar komt bij dat er weinig informatie over hem te vinden was. Zijn biograaf beklaagt zich er regelmatig over. Regelmatig moest hij terugvallen op dezelfde bronnen, zoals een uitvoerig Bibeb-interview uit 1970; een van de weinige keren dat Lardinois echt iets van zichzelf liet zien. Blij met elke snipper informatie, verzandt het boek soms in details en statistieken, variërend van schoolrapportcijfers tot ruilverkavelingsoverzichten.
Drank en depressie
Desondanks ontstaat gaandeweg een levendig beeld van Lardinois: een volhardende, ijverige en standvastige man. Maar ook een man van contrasten: benaderbaar en joviaal, maar ook gesloten. Autoritair, maar ook charmant. Iemand die werk als afleiding zag, terwijl het in werkelijkheid soms een vlucht was.
Want het drama in zijn leven speelde zich niet zozeer af in vergaderzalen als wel achter zijn voordeur. De conservatieve Lardinois was tegen het voorgenomen huwelijk van zijn dochter met een oudere, getrouwde Engelsman. Zij koos voor de liefde, waarop hij het contact verbrak. Lardinois’ echtgenote Maria bleef hun dochter heimelijk zien. Maria was haar man keer op keer gevolgd naar iedere nieuwe standplaats, maar kon steeds moeilijk aarden, verveelde zich, werd depressief en vluchtte in de drank. De evenwichtige en zelden twijfelende Lardinois kon zich maar moeilijk verplaatsen in zijn kwetsbare vrouw. Toen ze werd opgenomen in een kliniek, hield hij dit uit schaamte voor zijn eigen familie geheim. Tijdens haar opname moest hij voor het eerst zijn eigen potje koken. ‘Ja, ik vond het al wat flauw,’ luidde zijn reactie toen achteraf bleek dat hij een blik hondenvoer had opgewarmd.
Het werk hield Lardinois intussen op de been. Er volgde opnieuw een verhuizing toen hij in 1977 topman werd bij de Rabobank. Als oud-minister en eurocommissaris gaf de ‘boerenbank’ en zijn medewerkers aanzien en zelfvertrouwen. Onder zijn leiding groeide de bank fors en verlegde het de koers naar het buitenland. Thuis ging het intussen bergafwaarts. Op de eenentwintigste verjaardag van hun jongste zoon achtte Maria haar taak als moeder volbracht. Haar zelfgekozen dood bezorgde Lardinois een hartaanval en – nadat hij daarvan was hersteld – enig zelfinzicht: misschien was hij toch te bezeten geweest van zijn werk.
Pierre Lardinois. Een leven voor de landbouw
Peter Bootsma
Uitgeverij Boom
ISBN 9789024432028
Verschenen in juni 2020
Bestelinformatie
Bestel als hardcover bij bol.com (€ 24,99)Koop bij Athenaeum Boekhandel Bestel als hardcover bij Athenaeum Boekhandel (€ 24,99)