In tegenstelling tot die andere Vijftiger, Lucebert, heeft Hugo Claus geen geheim gemaakt van zijn nazi-sympathieĆ«n tijdens de Tweede Wereldoorlog. Sterker nog, hij verwerkte die tot een van de mooiste romans in de naoorlogse Nederlandse literatuur, Het verdriet van BelgiĆ«. āIk was op een verschrikkelijke manier pro-nazi,ā zei Claus in 1983 bij het uitkomen van zijn magnum opus in een interview met Jan Brokken. Claus was vijf jaar jonger dan Bertus Swaanswijk, dat geluk had hij mee. De adolescent krijgt eerder absolutie voor wat de jongvolwassene wel wordt aangerekend. In De jonge jaren van Hugo Claus onderzocht Georges Wildemeersch het bruine verleden van de auteur, dat zeker tot 1947 heeft geduurd.
In de bespreking van De jonge jaren van Hugo Claus verwonderde ik me erover dat Wildemeersch de scope van dat boek tot de periode 1942-1949 heeft beperkt. Waarom nam hij de jaren aan het internaat niet mee, die voor de ontwikkeling van het schrijverschap van Hugo Claus zeker net zo bepalend zijn geweest? Wellicht had Wildemeersch Hugo Claus. Familiealbum al in gedachten. Daarin doet hij precies dat: de jongelingsjaren van Hugo Claus in kaart brengen.
In het teken van de ram
Volgens Claus was zijn jeugd āeen mengsel van mysterie, miserie en onbegripā. Hij kwam ter wereld door middel van een keizerssnede, op 5 april 1929 om 21.00 om precies te zijn, in het teken van de ram. Moeder Germaine van der Linden is na de geboorte van haar eersteling, als we vader Jozef mogen geloven, nooit meer de oude geworden. āEen genode maar dodende gast,ā zingt Claus in De moeder, een van zijn Oostakkerse gedichten.
Wildemeersch schetst het beeld van een gemankeerd gezin. Jozef Claus is een fantast, een mislukkeling, die met zijn drukkerij alleen maar schulden maakt. Germaine is haar echtgenoot in alle opzichten de baas, zij veracht hem tot op het bot. Schoondochter Audrey De Vlieger herinnert zich hoe hij elk lelijk woord dat van haar lippen kwam opvatte als een compliment. āDe man leek wel gek zoals hij alles van haar slikte als snoep uit de gelukzak van zijn leven.ā Het is een constante in het oeuvre van Claus: de dominante moeder, een slapjanus van een vader. Ook de rebellie manifesteert zich al vroeg. Tot zijn achtste gelooft hij het, dat in die ouwel het lichaam van Christus zit. Daarna niet meer.
āDat is voor een kind een afgrijselijk moment omdat je dan alleen komt te staan, je mag het niemand laten merken, zeker niet op zoān kostschool. En dan draag je al die tijd ook nog die angst met je mee dat op ieder moment, zoals de zusters vertellen, Gods bliksem je kan treffen: in je bed, op de speelplaats. Toen is mijn religieus gevoel totaal omgeslagen: in weigerachtigheid eerst, nu in een volstrekt onredelijke vorm van agressiviteit. Ik kan er niet logisch over praten ā dat wil zeggen: ik kĆ”n het wel maar ik weiger het gewoon. Ik herleid alles altijd tot simpele dingen: voor mij is de Katholieke Kerk een verderf.ā
De ontluiking van een schrijverschap
Het geloof in āalles voor Vlaanderen, Vlaanderen voor Kristusā was iets hardnekkiger. Volgens Wildemeersch is de apologie van Claus, dat hij een zwarthemd werd om zijn vader te tergen, een mystificatie. Pa en ma waren immers net zo fout in de oorlog, overtuigde flaminganten die hoopten dat Vlaanderen opging in een Groot Germaanse Broederrijk. De bevrijders lieten Claus kennis maken met een andere wereld, die van de jazz en de Amerikaanse literatuur, terwijl de surrealisten hem de weg wezen naar een nieuw idioom āwaarmee ik mijn walg voor het mij onmiddellijk omringende uitflapteā.
Clausā beeldentaal sloot aan bij Cobra en de Vijftigers. Hij sloot vriendschap met Simon Vinkenoog en kwam in Atonaal terecht, de legendarische bloemlezing uit 1951 van de experimentelen. Nestor van de Vlaamse letteren Herman Teirlinck zag in de auteur van De metsiers een literair talent van de eerste orde. (Vandaar dat Teirlinck hem naar de redactie van het Nieuw Vlaams Tijdschrift haalde. De liefde was bepaald niet wederzijds, zo blijkt uit deze biografie. Claus moest weinig hebben van het āvoltallige oeuvreā van zijn āsurrogaatvaderā). De grote doorbraak kwam met Een bruid in de morgen, De koele minnaar en De Oostakkerse gedichten. Toneel, proza, poĆ«zie. Hugo Claus verwerkte zijn āwalgā op alle fronten.
Rond 1953 nam Hugo Claus in feite al afscheid van de Vijftigers. Hun “strijd tegen de eenzijdige beklemtoning van de ratio” ervoer hij als een bevrijding, maar de experimentele kunstopvatting was eveneens verworden “tot een onwrikbaar en knellend harnas”. Zijn autodidactische belezenheid was te groot om die eenzijdig bij de schroothoop van de vermaledijde traditie te zetten. Claus speelde net zo graag leentjebuur bij Ezra Pound, “de meest monsterachtige en dus ook meest vererenswaardige”, als P.C. Hooft.
Hugo Claus. Familiealbum
Het knappe aan Hugo Claus. Familiealbum is dat Georges Wildemeersch in dit boek niet alleen excelleert in het biografische jargon, hij heeft ook verrassende inzichten over het oeuvre van Hugo Claus. Weliswaar brengt hij leven en werk met elkaar in verband, maar het werk wordt nergens als een vanzelfsprekend autobiografisch exposĆ© gepresenteerd. Claus āmystificeerde bij de vleetā. Hij putte rijkelijk uit The Golden Bough. A study in Magic and Religion van James G. Frazer, zodat De moeder, veelal voorgesteld als zijn meest persoonlijke gedicht, net zo goed beschouwd kan worden als een vegetatie- en vruchtbaarheidsmythe. Het katholicisme was, behalve āeen verderfā, ook een schatkist voor het leven aan beelden en woorden van āde almachtige Grote Moedergodinā, aldus Wildemeersch. āGebenedijd zijt gij onder alle appelaarsā, zingt Claus in De Oostakkerse gedichten.
Jaloersmakend is het materiaal waarover Wildemeersch kon beschikken. De vermakelijkste passages in Hugo Claus. Familiealbum komen voort uit de onuitgegeven gesprekken die Freddy de Vree (1939-2004) met Claus in de jaren zestig en zeventig voerde. Wildemeersch gaf het typoscript van die gesprekken de titel Feitenmateriaal mee en heeft hele passages als intermezzi in de hoofdtekst verweven. We horen Claus ten voeten uit – virtuoos, humoristisch en woedend, maar altijd op eloquente wijze.
Uiteraard is Familiealbum een ironische titel, guitig als het meest venijnige proza van Claus zelve. Maar de titel doet ook recht aan de zorg waarmee het boek is uitgegeven. Polis heeft kosten noch moeite gespaard bij de tekstverzorging van deze biografie, waardoor het beeldmateriaal een integraal onderdeel van het geheel is geworden. Hugo Claus. Familiealbum van Georges Wildemeersch is in alle opzichten een magistraal boek, een portret van de kunstenaar als jongeman.
Hugo Claus. Familiealbum
Georges Wildemeersch
Polis
ISBN 9789463103084
Verschenen in maart 2018