Een pleidooi voor Herschel Grynszpan

Herschel Grynszpan was elf jaar toen Adolf Hitler op 30 januari 1933 aan de macht kwam en zeventien toen hij in de Duitse ambassade in Parijs met twee kogels een einde maakte aan het leven van Ernst vom Rath. De aanslag op de Duitse attaché vormde de aanleiding voor de Kristallnacht. Grynszpan, geboren in 1921, groeide op als Ostjude in de binnenstad van Hannover, dat vanwege de verpaupering en erbarmelijke levensomstandigheden bekend stond als die Insel. Hij was de zoon van een uit Polen geëmigreerde kleermaker, Sendel Grynszpan, die door de economische wereldcrisis van 1929 nauwelijks het hoofd boven water kon houden. Zijn moeder Ryfka baarde acht kinderen, van wie er slechts drie de volwassen leeftijd zouden bereiken. Herschel  Grynszpan ondervond aan den lijve de eerste fase van de Shoah, die door Saul Friedländer in zijn standaardwerk over de Jodenvervolging in nazi-Duitsland de fase van de uitsluiting is genoemd. Tijdens de verhoren in Frankrijk omschrijft Grynszpan het dagelijkse leven in Duitsland als volgt : “Op straat heb ik talloze aanvaringen met Hitler-aanhangers gehad. Ik kreeg meer dan twee keer per dag schoppen, zelfs van heel kleine jongens die me voor ‘vuile Jood’ uitscholden.” Twee maanden na de machtsovername werd de Judenboykott ingesteld. Leden van de SA bekladden Joodse winkels, warenhuizen, artsen- en advocatenpraktijken met hun antisemitische leuzen. Deutsche! Wehrt euch. Bei Juden wird nicht gekauft. Joodse ambtenaren werden massaal ontslagen, de leerlingenpopulatie van een Duitse onderwijsinstelling mocht nog maar uit 5 procent niet-Ariërs bestaan. Dieptepunt in de segregatie waren de Neurenberger rassenwetten van 15 september 1935. Behalve een verbod op huwelijken tussen Ariërs en niet-Ariërs, behelsden die ook een nauwgezette definitie van de Duits burger. Wie daartoe niet langer gerekend werd, was rechteloos. Herschel vluchtte naar familie in Frankrijk. Hij vernam per briefkaart dat zijn ouders in het najaar van 1938 de Duitse grens werden overgejaagd, terug naar Polen, met tien D-mark op zak. Toen knapte er iets.

Terug naar de bron

De wanshoopdaad van Sidney Smeets behoort tot die zeldzame boeken die je pas weglegt als je ze uitgelezen hebt. De tragiek van Herschel Grynszpan helpt mee bij die fascinatie, maar dat het verhaal je naar de strot grijpt is op de eerste plaats een verdienste van de auteur. Smeets, werkzaam als jurist bij Spong Advocaten, schrijft in iets meer dan tweehonderd pagina’s bijkans een pleidooi voor Herschel Grynszpan, waarin hij feitelijke omstandigheden, toedracht en context van diens daad toelicht, alsof hij 75 jaar na dato een lans wil breken voor de moordverdachte. Niet dat er ooit een proces heeft plaatsgevonden, maar daarover later meer. De stijl van Smeets is zakelijk, op het onderkoelde af; het gaat hem om de feiten. Zoals het een degelijk strafadvocaat betaamt, baseert hij zich voornamelijk op eigen onderzoek en niet op secundaire literatuur. Smeets gaat terug naar de bron, de getuigenverhoren die in het Bundesarchiv zijn opgeslagen, en reconstrueert met een maniakaal oog voor detail de gangen van Herschel Grynszpan door Parijs en zijn gemoedstoestand op 7 november 1938, toen hij zijn pistool leegschoot op de eerste de beste ambtenaar die hij tegenkwam in de Duitse ambassade aan de Rue de Lille. De doodsstrijd van Ernst vom Rath duurde twee dagen. Genoeg tijd voor Berlijn om de aanslag tot op het bot uit te melken, al schreef Goebbels pas op 9 november in zijn dagboek over het incident: “Als men nu toch eens de volkswoede kon loslaten!” Die nacht kwamen circa 90 Joden door geweldsmisdrijven om het leven, gingen 191 synagogen in vlammen op en werden meer dan 7000 winkels verwoest. De SA had duidelijke instructies gekregen niet tot plunderingen over te gaan; seksuele vergrijpen werden, vanwege de rassenschande, naar rato bestraft. Heinrich Frey, die zich aan de dertienjarige Joodse scholiere Ruth Kalter vergreep, beriep zich op de alcohol die rijkelijk door zijn aderen vloeide. Die nacht herdacht de partij immers ook de Bierputsch van 1923. Frey werd geroyeerd als lid van de NSDAP.

Nalatenschap

Sidney Smeets ontpopt zich in de hoofdstukken die volgen als de advocaat van de nalatenschap van Herschel Grynszpan, want dat de jongen die de Kristallnacht ontketende de oorlog niet zou overleven, moge duidelijk zijn. Op 14 juli 1940, drie weken na de capitulatie van Frankrijk, werd hij door het Vichy-regime uitgeleverd aan de nazi’s. Goebbels maakte zich op voor een showproces. Hij wilde niet alleen de getormenteerde tiener in de beklaagdenbank zien, maar het “internationale Jodendom”, dat hij verantwoordelijk stelde voor het uitbreken van de oorlog. Grynszpan, die zich volgens getuigenverklaringen van kampgenoten met zijn lot had verzoend, kwam tijdens de eerste verhoren in Duitsland echter met een geheel nieuwe verklaring voor de moordaanslag op de proppen. Ernst vom Rath was geen willekeurig slachtoffer. Ernst vom Rath was zijn minnaar. Wellicht was die uitweg hem ingegeven door zijn advocaat, die tijdens het proces in Frankrijk op een crime passionel wilde aansturen. Maar nu hij in Duitse handen was en voor hem de poppenkast van het Volksgerichtshof gloorde, waar “Recht ist, was dem Volke nützt,” had Grynszpan andere bedoelingen. Hij maakte het Ministerie van Propaganda duidelijk dat hij hun martelaar Ernst vom Rath als een homoseksuele rassenschender zou voorstellen, met hem in de rol van schandknaap. “Men kan hier wederom herkennen van wat voor infame achterbaksheid de Joden zich bedienen als men hen in de kraag wil vatten,” vertrouwde Goebbels op 17 april 1942 geërgerd aan zijn dagboek toe. Hij zag van de hele onderneming af.

“Wie ernaar zoekt kan de sporen van de geschiedenis van Herschel Grynszpan vinden,” schrijft Sidney Smeets in zijn nawoord van De wanhoopsdaad. Het is een onderhuids verwijt aan het adres van diegenen die in hun beoordeling van Herschel Grynszpan bestaande misvattingen hebben nagebauwd, want het verhaal van de vermeende homoseksuele relatie tussen dader en slachtoffer is na de oorlog een eigen leven gaan leiden. Smeets toont met verve de tegenwoordigheid van geest aan, waarmee Herschel Grynszpan in het verweer kwam tegen het lot dat zijn beulen voor hem in petto hadden. Hij wilde niet langer de schandpaal van het internationale jodendom zijn, maar verkoos een anonieme dood, ergens in het najaar van 1942.

De wanhoopsdaad. Hoe een zeventienjarige jongen de Kristallnacht ontketende
Sidney Smeets
Uitgeverij Balans
ISBN 9789460037184
Verschenen oktober 2013

Bestelinformatie

Bestel hier als paperback bij bol.com (€ 18,95)
Bestel hier als E-book bij bol.com (€ 14,99)

Links

Promotiepagina van De wanhoopsdaad

Eric Palmen
Eric Palmen
Eric Palmen is historicus en hoofdredacteur van Biografieportaal. Hij schreef onder andere Kaat Mossel, helleveeg van Rotterdam en Dwaze liefde, een familiegeschiedenis, uitgegeven bij Prometheus. Voor Historisch Nieuwsblad, de Volkskrant,Vrij Nederland, Het Parool en Elsevier Weekblad schreef hij artikelen over de biografie.

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in