Had Rembrandt een gat in zijn hand?

In dit Rembrandt-jaar is al veel over onze nationale schilder gepubliceerd. Ook historicus Machiel Bosman wilde een ‘leuk en niet al te ingewikkeld boek’ schrijven onder de titel Rembrandts val. Een geschiedenis van misvattingen en alternatieve feiten, vertelde hij aan Geschiedenismagazine. Maar al snel ontdekte hij dat Rembrandts faillissement anders in elkaar stak dan in de hedendaagse historiografie wordt verteld. Daarom schreef hij Rembrands plan. De ware geschiedenis van zijn faillissement.

Rembrandts plan is dus geen biografie, maar een discussie over een opvallend moment in Rembrandts leven: zijn faillissement. In de marge komt ook zijn affaire met zijn huishoudster Geertje Dirckx aan de orde. Bosman gaat met een gestrekt been de discussie in. Volgens hem hebben auteurs als Simon Schama en Gary Schwartz een ‘zwarte mythe’ over Rembrandt in omloop gebracht. De schilder zou niet deugen en het grootste bewijs daarvoor is dat hij failliet ging door zijn onverantwoorde kunstaankopen, dat hij enorme schulden had gemaakt en daarom zijn huis, het huidige Rembrandthuis in Amsterdam, niet meer kon betalen en al zijn schuldeisers in de kou liet staan.

Twee vrouwenportretten van Rembrandt waarop Hendrickje te zien zou zijn

Op basis van de bronnen, die ‘gewoon online’ staan, maakte Bosman, als eerste, een overzicht van Rembrandts schulden en de afwikkeling daarvan. Hij komt tot heel andere conclusies. Rembrandt is op eigen initiatief failliet gegaan, of correcter: hij vroeg ‘brieven van cessie’ aan. Dat wil zeggen dat hij afstand deed van zijn boedel ten bate van zijn crediteuren. Dat was onderdeel van een groter plan. Bosmans hypothese is dat Rembrandt, verliefd geworden op Hendrickje Stoffels, met haar wilde trouwen. Daarvoor moest hij eerst het moederlijk erfdeel van Titus, zijn zoon uit zijn eerste huwelijk met Saskia van Uylenburgh, uitbetalen. Rembrandt heeft Titus zijn huis ‘bewezen’, in mindering van het erfdeel dat Titus van hem te goed had. Het plan was om schuldenvrij uit deze kwestie te komen. Door tegenwerking van zijn crediteuren, die Bosman stuk voor stuk langsloopt in het tweede deel van het boek, is dat mislukt. Rembrandt moest zijn huis verkopen en is nooit met Hendrickje getrouwd. Veruit het grootste deel van zijn bezit is vervolgens naar Titus gegaan. Hij maakte gebruik van de situatie om een goede nabestaandenregeling te treffen voor Hendrickje en hun dochter Cornelia, waarvoor hij Titus’ geld heeft gebruikt. Veel schuldeisers heeft hij afbetaald, in contanten of met schilderijen. Rembrandt had dus geen gat in zijn hand, maar probeerde juist goed te zorgen voor zijn nieuwe liefde.

Titus

Ingewikkeld boek over een ingewikkeld plan

Bosmans hypothese klinkt heel aannemelijk en zijn argumentatie is vaak overtuigend. Hij doet zijn best om de gang van zaken goed uit te leggen, want zeventiende-eeuwse rechtspraak en financiële termen zijn voor de meeste lezers geen dagelijkse kost. Wat waren de verplichtingen van de ‘weeskamer’? Waarom vond de Hoge Raad dat Rembrandts opgave van schulden niet klopte? Wat was de rol van Saskia’s familie? Hoeveel vermogen had Rembrandt nu echt? De lezer kan meerekenen met de overzichtelijke ‘rekening van de liquidatie van Rembrandts boedel’.

Toch is het niet eenvoudig om Bosman redenaties precies te volgen. Dat komt deels door de structuur. Bosman deelt zijn boek in twee delen in. In het eerste deel beschrijft hij Rembrandts plan: de aanloop, de uitvoering en de nasleep. In het tweede deel plaatst hij ‘kanttekeningen bij Rembrandts plan’. Vaak verwijst hij naar eerdere of latere tekstgedeelten en er zitten nogal wat herhalingen in dit boekje van nog geen tweehonderd pagina’s. Dat maakt de toch al ingewikkelde financiële situatie van Rembrandt niet gemakkelijk te begrijpen. Bovendien ontbreken er een heleboel historische bronnen, waardoor Bosmans centrale hypothese weer afhankelijk is van een aantal aannames. Dat maakt het hele boek nogal ondoorzichtig.

Toch vond ik Rembrandts plan het lezen waard. Bosmans onderzoek laat namelijk haarscherp zien dat biografen, aan de hand van dezelfde financiële stukken, tot heel uiteenlopende conclusies over iemands karakter en motivaties kunnen komen. Alles staat of valt met de interpretatie van rechtbankverslagen, getuigenissen en inventarissen. Het boek is een pleidooi om heel precies naar de financiële positie van een biografeling te kijken en deze, indien mogelijk, te vergelijken met tijdgenoten. Ook is het goed om te weten dat we, juist door Rembrandts mislukte plan, de inventarisatie van zijn boedel van 25 en 26 juli 1656 nog hebben, een overzicht dat voor de kunstgeschiedenis van grote waarde is. De beschrijvingen van de vijf (!) veilingen van zijn bezittingen zijn helaas niet overgeleverd. En Geertje Dirikx? Had Rembrandt zijn voormalige huishoudster en minnares inderdaad hardvochtig laten opsluiten in het spinhuis in Gouda? Ook daarvoor heeft Bosman een ‘alternatief scenario’, waarin Geertjes broer Pieter de rol van boosdoener krijgt toebedeeld. Een scenario dat vraagt om een film in een volgend Rembrandt-jaar.

Rembrandts plan. De ware geschiedenis van zijn faillissement
Machiel Bosman
Athenaeum
ISBN 9789025309558
Verschenen in oktober 2019

Bestelinformatie

Bestel als paperback bij bol.com (€ 17,50)
Bestel als ebook bij bol.com (€ 13,99)

Koop bij Athenaeum Boekhandel

Bestel als paperback bij Athenaeum Boekhandel (€ 17,50)
Bestel als ebook bij Athenaeum Boekhandel (€ 13,99)

Petra Teunissen-Nijsse
Petra Teunissen-Nijsse
Petra Teunissen-Nijsse werkt als freelance redacteur, journalist en biografisch onderzoeker. Zij publiceerde over Louis Couperus, Carry van Bruggen en Clare Lennart. In juni 2017 promoveerde zij op het proefschrift Voor ’t gewone leven ongeschikt. Een biografie van Clare Lennart. Haar tekstbureau heet Leven in Woorden

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in