Het planetarium van Eise Eisinga spreekt al bijna twee en een halve eeuw tot de verbeelding. Het lokt steeds weer nieuwe generaties naar zijn woonhuis in Franeker en het staat sinds 2023 op de werelderfgoedlijst van Unesco. Er zou nooit een biografie van Eise Eisinga zijn verschenen als hij dit beroemde planetarium niet had gebouwd. Maar Eisinga was meer dan een planetariumbouwer. Hij was ondernemer, politicus, vooraanstaand patriot, politiek vluchteling en bestuurder. In de biografie Machineman. De tijden van Eise Eisinga plaatst Sandra Langereis zijn leven en werk in de tijd. Ze laat zien waarom door het werk van eerdere biografen lange tijd een onvolledig en onjuist beeld van Eise Eisinga heeft bestaan.
Patriotten
Eise Eisinga leefde van 1744 tot 1828, een turbulente periode in de Nederlandse geschiedenis. Kennis van die geschiedenis is onontbeerlijk om het leven van Eisinga te plaatsen. Uit onvrede met het bewind van stadhouder Willem V en geĆÆnspireerd door de onafhankelijkheidsoorlog in Amerika verenigden kritische burgers zich in de patriottenbeweging die streed voor meer invloed van de burgerij op het bestuur. Vanaf de jaren tachtig van de achttiende eeuw leidde dat tot een burgeroorlog met verwarrende ontwikkelingen, interventies vanuit het buitenland en steeds kerende kansen. In 1787 ontvluchtten zoān 20.000 patriotten Nederland, toen een Pruisisch leger de opstand tegen Willem V neersloeg. Een groot deel van die patriotten keerde in 1795 terug, nadat de Fransen Nederland binnenvielen en de Bataafse Republiek werd opgericht. Eise Eisinga, stadsbestuurder in Franeker, was een van de patriotten die in 1787 moesten vluchten en in 1795 terugkeerden.
Amateur astronoom
Eisinga werd in 1744 geboren in Dronrijp. Zijn vader had een goed lopende wolkammerij, met vierhonderd mannen en vrouwen die voor hem werkten, veelal als thuiswerkster. Hij produceerde sajet, een duurder soort garen voor luxe toepassingen. Een veelzijdig vakman, die niet alleen technische vernieuwingen in zijn bedrijf doorvoerde maar ook een boot, klavecimbel en kerkorgel bouwde. Eise was voorbestemd om zijn vader op te volgen. Dat vereiste een opleiding van tien jaar, die hem in staat moest stellen de meesterproef van het gilde af te leggen. Tijdens Eises opleiding kwam zijn rekenkundige aanleg aan het licht en kreeg hij belangstelling voor astronomie en het werk van Newton. Na het voltooien van de meesterproef verhuisde hij naar Franeker om een eigen wolkamerij te beginnen. In 1774 begon hij met het bouwen van het planetarium in zijn woonhuis. Hij deed dit om een eindtijdverwachting te weerleggen die voorspelde dat de aarde in 1774 zou worden vernietigd. Alle planeten met uitzondering van de aarde zouden in 1774 aan dezelfde kant van de zon staan en door die opeenhoping van massa zou de aarde uit haar baan worden gestoten. De voorspelling kwam niet uit en Eisinga beschouwde het als zijn burgerplicht om eindtijdverwachtingen rationeel te weerleggen door zijn kennis van de astronomie te delen. Hij besloot een planetarium te bouwen waarmee hij ook aan ongeschoolden en leken kon laten zien dat er regelmaat in de beweging van de planeten zit en dat zij elkaar nooit kunnen raken. Eisinga werkte zeven jaar aan het ontwerp en de bouw van het planetarium aan het plafond van zijn woon- en slaapkamer en aan het ingewikkelde aandrijfmechanisme op zolder. In 1781 was het planetarium gereed. Het trok meteen de aandacht van bezoekende hoogleraren en andere belangstellenden uit binnen- en buitenland. Wie het zag en Eises uitleg hoorde was vol bewondering.
Politiek vluchteling
Bij de voltooiing van het planetarium in 1781 was Eisinga niet alleen eigenaar van een bloeiende wolkammerij maar ook lid van het stadsbestuur van Franeker. Hij was daar vooral belast met de financiering van de stadsverdediging en met de armenzorg. Franeker koos in burgeroorlog de kant van de patriotten. Toen het prinsgezinde leger en de Pruisen in 1787 oprukten naar Friesland moest hij met vele stadgenoten het land ontvluchten. Vlak daarna overleed zijn vrouw Pietje die met hun jonge kinderen in Franeker was achtergebleven. Na omzwervingen langs diverse plaatsen in Duitsland kwam Eise uiteindelijk terecht in Visvliet in Groningen, een dorpje vlak bij de grens met Friesland. Hier voelde hij zich veilig. Hij hertrouwde en begon een nieuwe wolkammerij. Maar gendarmes wisten hem te vinden en ontvoerden hem naar Friesland. In afwachting van zijn proces zat hij meer dan een jaar in de gevangenis van Leeuwarden. Hij werd veroordeeld tot een eeuwigdurende verbanning. Na de inval van de Fransen in 1795 kon hij terugkeren naar Franeker. Hij pakte de wolkammerij weer op, werd bestuurder van de universiteit van Franeker en de provincie, waar net als in vele andere plaatsen en op landelijk niveau werd geƫxperimenteerd met nieuwe vormen van kiesrecht en democratisch bestuur.
De bezetting van de Fransen leverde in de loop der jaren steeds meer weerstand op. Na de nederlaag van Napoleon in de Volkerenslag bij Leipzig vertrokken de Fransen uit Nederland. Op het Congres van Wenen werd de grondslag gelegd voor een nieuw machtsevenwicht tussen de grote staten in Europa, dat zijn beslag kreeg na de definitieve nederlaag van Napoleon in Waterloo. De verworvenheden van de Franse Revolutie werden ongedaan gemaakt en koningshuizen keerden terug op de troon. Nederland werd onder koning Willem I, die in 1813 vanuit Engeland in Scheveningen was geland, een bufferstaat tussen de grootmachten en bleef dat tot de Belgische afscheiding in 1839. Ā
Ā Ā Ā
Veiligstellen van het planetarium
In tegenstelling tot 1787 en 1795 bleef na de restauratie in 1813 en 1815 een bijltjesdag uit. Voormalige patriotten moesten zich gedeisd houden maar konden aanblijven als bestuurder. Dat gold ook voor Eise Eisinga, die tot zijn dood op vierentachtigjarige leeftijd lid van het stadsbestuur van Franeker bleef. Hij werd vooral gewaardeerd vanwege zijn financiƫle kennis en zijn inzet voor de armenzorg. Intussen kwam de klad in de wolnijverheid en liep zijn bedrijf steeds slechter. Zijn oudste zoon, die hem in het bedrijf zou opvolgen en die zijn planetarium in stand zou moeten houden, stierf jong. Eise vreesde dat zijn huis op termijn verkocht moest worden, met als mogelijk gevolg dat nieuwe bewoners het planetarium zouden slopen. Hij probeerde het huis te verkopen aan het landsbestuur. Uiteindelijk lukte dat in 1826, twee jaar voor zijn dood. De verkoop had een prijs. In zijn poging om het belang van het behouden van het planetarium te onderbouwen liet Eisinga een levensschets maken waarin hij zweeg over zijn patriottische opvattingen en activiteiten uit het verleden. Zo werkte hij zelf mee aan het beeld van Eise Eisinga als een nederige, bedeesde en a-politieke planetariumbouwer die zich door de politieke ontwikkelingen van zijn tijd had laten meesleuren. Dit beeld is lang blijven bestaan. Langereis beschrijft in haar nawoord hoe in de historiografie de patriotten tot 1980 zijn beschreven als een stel oproerkraaiende potsenmakers. Het beeld van een verenigd Nederland onder Oranje moest vooral in de negentiende eeuw ten koste van alles worden gepromoot. Vanaf de jaren tachtig van de twintigste eeuw is het beeld van de patriotten gekanteld en is er meer aandacht voor de belangrijke rol die zij hebben gespeeld bij de ontwikkeling van de democratie. Met behulp van de toegenomen kennis en de veranderde visie op de patriottentijd heeft Langereis het levensverhaal van Eise Eisinga opnieuw geschreven en in de historische context geplaatst.
Vakmanschap en engagement
Zij doet dat met de precisie, het schrijftalent en het engagement dat we kennen uit haar eerdere biografieĆ«n van Christoffel Plantijn en Erasmus. De laatste werd in 2021 bekroond met de Libris Geschiedenis Prijs. Langereis durft partij te kiezen. De verontwaardiging over de soms onrechtvaardige behandeling van Eisinga spat van de bladzijden af maar is altijd onderbouwd. Langereis verstaat de kunst om de lezer vanaf de eerste zin compleet de achttiende eeuw in te trekken. Zij neemt vaak een lange aanloop waarin de wolhandel, de werking van het gildestelsel, de stand van het rekenonderwijs, de toenmalige kennis van de sterrenkunde, de opkomst van de patriottenbeweging en het verloop van de burgeroorlog wordt beschreven. Die uitweidingen zijn informatief en functioneel. Langereis komt altijd weer op een natuurlijke manier bij Eise Eisinga uit. Alleen bij het acht paginaās lange en op zichzelf interessante verhaal over de Afrikaanse bedienden van Willem V en de mode van vorstenhuizen om Afrikaanse bedienden in dienst te hebben ontgaat mij het verband met het leven en werk van Eisinga volledig. Ook voor de beste biografen geldt op sommige momenten: kill your darlings. Ik had ook graag willen weten hoe echtgenote Pietje het vond om zeven jaar te leven in een woon- en slaapkamer waarin Eise voortdurend kluste aan zijn planetarium. Hoe groot zijn vakmanschap ook was, dat moet overlast gegeven hebben en weerstand hebben opgeroepen. Maar daarover was waarschijnlijk in de documentatie weinig te vinden. Het beeld dat Langereis schetst van Eelko Alta, de dominee en veeboer die in 1774 de onheilsvoorspelling over het einde ter tijden de wereld in hielp, spoort niet echt met het beeld van Alta in de eerder dit jaar verschenen biografie van hem. Die kanttekeningen nemen niet weg dat Sandra Langereis voor de derde keer een meeslepende biografie heeft geschreven.
Machineman. De tijden van Eise Eisinga
Sandra Langereis
De Bezige Bij
ISBN hardcover 9789403124919
ISBN e-book 9789403134383
Verschenen in september 2024
Bestelinformatie
Bestel als hardcover bij bol.com (ā¬ 34,99)Bestel als e-book bij bol.com (ā¬ 16,99)