Eelko Alta: ‘Een Atlas die de hele wereld had getorst’

De Friese historicus en letterkundige Philippus Breuker (1939) maakt het de lezer niet gemakkelijk in zijn nieuwste boek Eelko Alta (1723-1798) Biografie van een verlicht volksvoorlichter, uitgegeven door Noordboek. Interessante kost voor de liefhebber, dat zeker, maar het vergt behoorlijk wat doorzettingsvermogen om de tekst tot je te nemen. Dat doet niets af aan het feit dat het van belang is dat de onderzoeksresultaten van decennialang speuren in archieven nu in boekvorm zijn vastgelegd.

Wie was Eelko Alta? Een eigenzinnige persoonlijkheid, een predikant die zich voortdurend mengde in het publieke debat. Iemand met een open blik die graag tegen de stroom oproeide met alle gevolgen van dien. Zijn toenemende tolerantie wekte weerstand op en leidde tot roddel en achterklap en zelfs spotgedichten. In een van de laatste hoofdstukken concludeert Breuker: ,,Alta moet zich, zijn leven overziende, een Atlas gevoeld hebben, die de hele wereld had getorst.’’ Was Alta de eeuwige pechvogel, liep hij te veel voor de troepen uit, had het met zijn karakter te maken? Dat blijft voor mij als lezer gissen en ook Breuker waagt zich niet aan een karakterologische schets. Over zijn privéleven is weinig bekend, persoonlijke brieven zijn er nauwelijks. Hij publiceerde wel veel zodat er, zo stelt Breuker, zelfs voor iemand uit de achttiende eeuw nog meer dan genoeg te vinden was.

Breuker was bijzonder en gewoon hoogleraar Friese taal- en letterkunde aan de universiteiten van Leiden en Amsterdam, werkte bij de Fryske Akademy en publiceert over geschiedenis en literatuur. Als Boazumer, de plaats waar ook Alta lange tijd woonde en werkte, is hij al vanaf 1963 met zijn bekende dorpsgenoot bezig. Hij las alle publicaties die hem onder ogen kwamen en bezocht alle archieven waar maar iets over Alta te vinden was. Hij publiceerde in het Fries meermaals over aspecten van Alta’s werk en realiseerde zich steeds meer dat zijn hoofdpersoon een gecompliceerd figuur moet zijn geweest. Recentelijk kon Breuker na uitvoerig onderzoek nog een anoniem boek uit 1793 over de grondslagen van het christelijke geloof aan Alta toeschrijven. Tot nu toe, zo schrijft Breuker, vormde het geloof nog een lacune in het werk dat van hem bekend was.

Omdat Alta op diverse terreinen actief was, heeft de auteur niet gekozen voor een chronologisch opgebouwd verhaal maar hoofdstukken gewijd aan zijn verschillende functies: die van predikant, natuuronderzoeker, boer en politicus. Wanneer je het boek beschouwt als een naslagwerk is dat heel efficiënt, voor de lezer is het minder aantrekkelijk. |Ook al omdat er soms sprake is van overlap. De reden dat deze biografie over Alta er moest komen, legt de auteur uit in het woord vooraf. ,,Hij is het meer dan waard. Met hem wordt een boeiend beeld van de uitdagingen van de 18e eeuw zichtbaar, want hij was op velerlei terreinen actief in het zoeken van oplossingen. Eelko Alta, die leefde van 1723 tot 1798 en dus een groot deel van de eeuw omspande, was namelijk een veelzijdig figuur. Van beroep predikant, was hij daarnaast ook boer en werd hij politicus, maar wat hem vooral uitzonderlijk maakt, zijn zijn publicaties op natuurwetenschappelijk gebied.’’

Beeldvorming

Het rechtzetten van de beeldvorming rond Alta’s persoon was een extra motivatie. Iedere keer weer ging de aandacht uit naar diens voorspelling uit 1774 dat de aarde zou vergaan. Daarnaast behoorde Alta tot een van de eersten in ons land die zijn vee inentte tegen de veepest. Die combinatie viel in de ogen van velen absoluut niet te rijmen. In 1928, tijdens de herdenking van Eise Eisinga van het beroemde planetarium in Franeker, werd de toon gezet. ,,Het werd toen bekend dat hij de ‘liefhebber’ van de waarheid was, die de ondergang van de aarde voor mogelijk had gehouden.’’ Dat leidde er volgens Breuker toe dat Alta bij rondleidingen in het planetarium en in romans, toneel en film nog lange tijd werd opgevoerd als een dwaze orthodoxe predikant. Geheel ten onrechte, zo stelt de auteur. ,,Om zijn belang voor wetenschap en samenleving te kunnen bepalen, leek het me noodzakelijk zijn werk in samenhang te onderzoeken. Een biografie ligt dan voor de hand’, ’ aldus Breuker. Hij vindt het genre daarom zeer geschikt omdat het “de persoonlijke inbreng in algemene ontwikkelingen aan het licht brengt”. Breuker zelf noemt zijn boek in datzelfde voorwoord trouwens een monografie. Kortgezegd: een wetenschappelijk boek of verhandeling over één deelonderwerp. Een slip of the pen?

Het boek begint met een schets van de persoonlijke situatie van de hoofdpersoon. Er is geen afbeelding van Alta bekend, het meest persoonlijke is zijn handschrift dat opvallend regelmatig en precies is. Hij studeerde theologie en filosofie aan de Universiteit van Franeker, publiceerde onder meer over de veepest en hooi-uitvoer maar maakte ook studie van de stand van planeten en het weer. Zijn vrees voor de ondergang van de aarde “in een grote brand”, volgens Alta zou die ramp plaatsvinden op 8 mei 1774, had te maken met de conjunctie van planeten. Hij publiceerde er over, een verhaal zonder veel diepgang zo stelt Breuker, dat van de veronderstellingen en beweringen aan elkaar hangt. Rond de publicatie ontstond veel rumoer en Gedeputeerde Staten van Friesland lieten de gedrukte exemplaren van de uitgave in beslag nemen. Dat liet onverlet dat de aankondiging van het geschrift door middel van een advertentie in de krant gretig door straatliedjeszangers over het platteland werd verspreid. Je zou die lieden de voorlopers van influencers via social media kunnen noemen. Mensen waren bang, konden ‘s nachts niet slapen van de angstaanjagende voorspelling. Deze mispeer is altijd aan Alta blijven kleven. Hij is belachelijk gemaakt en werd afgeschilderd als een orthodoxe dweper. Breuker wijdt Alta’s opstelling aan het spanningsveld dat er tussen geloof en wetenschap bestaat. Hij heeft volgens de auteur geworsteld met zijn angsten. Regelmatig is gesuggereerd dat Eise Eisinga door deze voorspelling zou zijn aangezet zijn planetarium te bouwen, maar voor die bewering heeft Breuker geen bewijs kunnen vinden.

De runderpest in Nederland, 1745 (Public Domain)

Inenter tegen de veepest

Wellicht Alta’s belangrijkste bijdrage aan de samenleving was zijn pleidooi om boeren te bewegen hun vee in te enten tegen de veepest, een virusziekte die in de 18e eeuw wild om zich heen sloeg. In ons land tot drie keer toe: in 1714, 1744 en 1769. Alta behoort landelijk tot de eersten die zijn vee vaccineerde. Wat het zo bijzonder maakt, is dat hij een van de weinige predikanten was die hier een voorstander van was. Veel boeren weigerden juist hun vee te vaccineren omdat het in strijd was met hun geloof. Alta entte voor het eerst in de herfst van 1755 en publiceerde er ook over. Natuurlijk stuitte hij op weerstand, maar ondanks alle tegenstand ging hij door met zijn missie. De auteur concludeert dat Alta met zijn niet aflatende inspanningen de Nederlandse veestapel heeft behoed voor enorme verliezen. Helaas kreeg hij daarvoor nooit de erkenning die hij verdiende. Een Groninger boer, Geert Reinders ging met de eer strijken. Het voert te ver om dat verhaal hier op te nemen. Volgens Breuker gunde Alta Reinders de lof maar voelde hij zich wel degelijk miskend. Waar dat gunnen uit blijkt, wordt niet verder toegelicht.

Als politicus had Alta al vroeg democratische opvattingen. Hij was ook daarin zijn tijd ver vooruit. Na 1785 sloot hij zich aan bij de Patriotten, die de macht van de stadhouder wilden inperken. Pas aan het eind van zijn leven, in de meest revolutionaire periode van zijn bestaan, werd hij gekozen tot lid van het hoogste bestuurscollege van Friesland. Dat dat proces niet helemaal democratisch verliep, zorgde ervoor dat Alta wederom mikpunt van spot werd. In het bestuurscollege nam hij al spoedig afwijkende standpunten in. Zo kwam hij op voor gelijke rechten voor iedereen, ongeacht geloof of stand en richtte zijn pijlen keer op keer op de aristocratie. Het gebruik van de pers heeft hij daarbij nooit geschuwd. Daar zat volgens Breuker ook een persoonlijk belang bij. Alta was straatarm en kan de hoop hebben gehad om zo opdrachten binnen te slepen. Die voortdurende armoede heeft de ontwikkeling van zijn kinderen belemmerd en hem gedwongen om naast predikant ook boer te worden en te blijven.

Breuker moet geprezen worden om zijn geweldige speurzin en kennis, maar ontpopt zich in dit boek helaas niet tot een echte verhalenverteller. Soms wordt het zelfs wat ‘opsommerig’. Een lijst van familie-eigendommen had wat mij betreft ook als bijlage kunnen worden toegevoegd omdat het de tekst ophoudt. Met citaten en publicaties wordt rijkelijk gestrooid, sommige teksten zijn integraal afgedrukt. De 18e-eeuwse taal leest niet gemakkelijk, de schrijver had er ook voor kunnen kiezen in zijn eigen woorden een samenvatting te geven en ze als bijlage achterin het boek te bundelen. Daarnaast was een heldere schets van de politieke en maatschappelijke situatie waarin ons land verkeerde geen overbodige luxe geweest. Nu komt dat natuurlijk wel in de tekst ter sprake, maar gaat de auteur er mijns inziens te veel van uit dat iedere lezer de roerige tijd waarin ons land verkeerde en de polarisatie rond Patriotten en Oranjegezinden meteen weer op zijn of haar netvlies heeft.

Het boek gaat niet alleen over Alta maar ook over het Friesland van zijn tijd. Dat maakt deze biografie uiteindelijk toch de moeite waard. Met zijn geruchtmakende publicaties over actuele, controversiële maatschappelijke vraagstukken was Alta een bekend figuur en niet alleen in zijn eigen provincie. Na zijn dood werd het spoedig stil rond hem. Met deze uitgave, waaraan decennialang onderzoek ten grondslag ligt, poogt de auteur hem de status te geven die hij verdient. Aan het eind van het boek maakt de Breuker de balans op en zegt:

,,De biografische aanpak heeft uiteraard geleid tot grote kennis van leven en werk van Alta, maar niet altijd tot een helder beeld van de uitzonderlijkheid en zijn opvattingen en preoccupaties.Voor meer helderheid is vergelijking met tijdgenoten nodig, maar voor zover kennis van die tijdgenoten al bestaat, zou het voor een biografie van één persoon te ver voeren om die anderen ook nog in het onderzoek te betrekken.’’

Met dit citaat laat hij de recensent in kwestie toch enigszins in verwarring achter.

Eelko Alta (1723-1798). Biografie van een verlicht volksvoorlichter
Philippus Breuker
Noordboek
ISBN hardcover 9789464711387
Verschenen in april 2024

Bestelinformatie


Bestel als hardcover bij bol.com (€ 29,90)

Marita de Jong
Marita de Jong
Marita de Jong is journaliste. Ze werkte jarenlang voor NDC Mediagroep en was als redacteur verbonden aan het cultureel opinieblad De Moanne. Tegenwoordig schrijft ze voor De Moanne, de website Fryslân1 en doet ze ondermeer pr werkzaamheden voor Museum Belvédère en Collegium Vocale Fryslân. In 2008 verscheen bij de Afûk haar boek: 14 schilders uit de Belvédère.

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in