Een wandeling die bijdraagt aan de identiteit

Eiland in de nevel – Lodewijk Dros

De vraag wie de eerste wandelaar was, blijft boeiend. Een paar jaar geleden bestempelde reisschrijver Flip van Doorn zijn ‘verre oom’ Jacobus Craandijk als zodanig, om er met de titel van zijn boek De eerste wandelaar verder geen misverstand over te laten bestaan. Voor hem was wandelen, om met de Dikke Van Dale te spreken, ‘in een rustig tempo lopen om zich te ontspannen, van de buitenlucht, de omgeving te genieten’. Zonder daar ook afbreuk aan te doen, betitelt Lodewijk Dros in zijn boek Eiland in de nevel de jonge Pieter Kikkert (1775-1855) tot ‘een veel vroegere moderne wandelpionier’.

Dat van een dergelijke manier van wandelen al bijna een eeuw voor Craandijks Wandelingen door Nederland werd genoten, toont Dros aan wanneer hij in de voetsporen van de ‘romantische omzwervingen’ van Pieter Kikkert treedt, ‘de eerste wandelaar op Texel in 1791’. En wat die alleroudste wandelingen betreft: zowel Elisabeth Maria Post (1755-1812) als J.F. Martinet (1729-1795) lijken de wandelhelden van Dros en Van Doorn nog voorbij te streven. Met name Post was, net als Pieter Kikkert, gegrepen door zowel het sentimentalisme als het gedachtegoed van de vermeende Schotse bard Ossian.
Van Ossian, volgens James Macpherson de auteur van een gedichtencyclus die deze beweerde uit het Schots-Gaelisch te hebben vertaald, naar het populaire Texelse bier Skuumkoppe is een flinke stap. Maar Lodewijk Dros, theoloog, schrijver, chef Letter & Geest bij Trouw en zelf afkomstig van het eiland, is niet te beroerd om zijn lezers rustig aan de hand mee te nemen langs zijn route door de tijd. En dat is wel nodig ook. Niet alleen waren er op Texel ten tijde van Kikkert nauwelijks verharde wegen en moest de Leidse jongen van vijftien zijn weg zoeken over modderige weggetjes en karrensporen, ook de genealogische wegen van de familie Kikkert – een bekend Texels geslacht – zijn soms duister en vereisen af en toe dat je als lezer op je schreden terugkeert.

‘Door verrukking weggesleept’

Eiland in de nevel is meer een portret van het Waddeneiland dan van de held in het verhaal. Bij toeval kreeg Lodewijk Dros een paar jaar terug een manuscript van Kikkert in handen, met daarin een reisverslag over diens wandeling in 1791, een tocht van 50 kilometer. Het is een van de oudste wandelingen ooit beschreven in Nederland. Gegrepen door de mijmeringen van Pieter Kikkert dook Dros vervolgens in het Texel van eind achttiende eeuw, dat een heel ander eiland was dan het huidige vakantie-eiland. Vóór de negentiende-eeuwse inpolderingen was er in het noorden het schiereilandje Eierland, dat met een smalle zanddijk aan het onderste deel van Texel verbonden was. Daar in het noorden, vlakbij waar nu het dorp Cocksdorp ligt, stond het Eierlandse Huis, eigendom van de Admiraliteit en bewoond en beheerd door een tante en oom van de jonge Pieter. Dorothea Kikkert was er de laatste in een rij ‘Kasteleins’ die zich uitstrekte over een periode van anderhalve eeuw.
Dwalend door het achttiende-eeuwse landschap van Texel, daarbij aandachtig om zich heen kijkend, ervoer Pieter Kikkert heel intens de woeste natuur. Tegelijk liep hij met de dichtbundel van Ossian onder de arm. Op het moment dat hij, gezeten in een kwelder, zich daarin verdiepte, werd hij zelf zozeer ‘door verrukking weggesleept’, dat hij bijna het leven liet door het wassende water.

Voorvaderen

Pieter Kikkert zou zich in zijn latere leven bezighouden met literatuur, theologie en politiek, en hij was een begenadigd kunstenaar. Behalve met pen wist hij naderhand zijn wandeltocht ook met een scherp schildersoog vast te leggen. Tegenwoordig vind je zijn etsen nog in het Rijksmuseum en Museum Boijmans. Zijn gezin met twaalf kinderen moest hij combineren met een drukke baan als belastinginner voor de gemeente Vlaardingen, waar hij zich ook mengde in het culturele leven. Volgens Dros werd de drukbezette Kikkert geleefd, geen wonder dat hij altijd de behoefte zou houden om er even ‘tussenuit te wandelen’.
Zoals gezegd: het wemelde nogal van de Kikkerts op Texel. En de familielijn zat soms zo ingewikkeld in elkaar dat niet altijd helder was wie nu precies de voorvader van wie was. Zo heeft in de afgelopen twee eeuwen menigeen geschermd met een roemruchte ‘neef’, de gouverneur Albert Kikkert. Ook Pieter was trots op deze bloedband, evenals opperbevelhebber der strijdkrachten Dick Berlijn die zich in 2006 in een toespraak vergaloppeerde aan zijn vermeende voorvader. Ook hij was ervan overtuigd een nazaat van Albert te zijn. Toch eerde ook Berlijn een man van wie hij niet afstamde. Eiland in de nevel is goed voorzien van kleurrijke illustraties maar een heldere Kikkert-stamboom was geen overbodige luxe geweest. Dat neemt niet weg dat de lezer wordt meegevoerd met de familie- en erfeniskwesties van de talloze Kikkerts en Semeins, de familie waarnaar het zogenaamde Semeinsrecht verwees.

Natuurbeleving

In het laatste deel van het boek laat Lodewijk Dros de lijn zien die van de Romantiek naar de moderne tijd loopt. ‘Identiteit is een zelfverzonnen vlot dat nog blijft drijven ook’, schrijft Dros, daarmee het verband leggend tussen de geschriften van Ossian en Skuumkoppe: ‘niet alleen de toerist, ook de Texelaar drinkt het als een echt Tessels goedje.’ Het is duidelijk dat de natuur op Texel momenteel sterk in de mode is. Het ‘natuurbeleven’ krijgt in de tegenwoordige Prins Hendrikpolder in allerlei vormen gestalte. Ook Waalenburg krijgt nog zo’n ‘Natuurbeleefcentrum’, want – zo schrijft Dros – ‘een bezoeker moet wel weten wat er te beleven valt. En hoe je van die nieuwe natuur kunt genieten’. Pieter Kikkert moest het echter zonder deze hulpmiddelen doen: ‘lopend langs de Zanddijk. Af en toe hield hij de pas in, keek goed en “verlustigde zich in het woeste, zoo geheel eenzame toneel”.’ Volgens Dros dankt het toerisme op Texel zijn ontstaan en voortdurende populariteit aan de Romantiek, die zo vanzelfsprekend is geworden ‘als een vis het water waarin hij zwemt’. Twee eeuwen lang lag dat romantische idee verborgen in dikke folianten in de kast van Kikkerts nakomelingen.

Met zijn tocht in de zomer van 1791, van noordwest naar zuidoost, dwars de Texelse landschappen heen, schonk Pieter Kikkert Texel zijn allereerste echte wandeling. Het is dankzij Lodewijk Dros dat deze omzwervingen voortaan bijdragen aan de tastbare Texelse identiteit.

Eiland in de nevel. Romantische omzwervingen van Pieter Kikkert, de eerste wandelaar op Texel
Lodewijk Dros
Boom
ISBN 9789024418961
Verschenen in juni 2019

Bestelinformatie

Koop bij Athenaeum Boekhandel

Bestel als paperback bij Athenaeum Boekhandel (€ 22,50)

Koop bij bol.com Bestel als paperback bij bol.com (€ 22,50)
Wim Huijser
Wim Huijser
Wim Huijser is schrijver-publicist op het snijvlak van literatuur, geschiedenis en landschap. Hij schreef onder andere een biografie van C. Buddingh’, een monografie van Ton Schulten en tientallen boeken over literatuur en wandelen. Daarnaast stelde hij diverse bloemlezingen samen, waaronder een met wandelfragmenten van J.J. Voskuil.

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in