De oorlog van Prins Bernhard. Een partiële biografie van Dik van der Meulen

Toch vooral schermutselingen in de achterkamertjes

Zijn leven was er op gericht om belangrijk gevonden te worden. Uiteindelijk zullen de meeste Nederlanders zich Prins Bernhard herinneren als een charmante rokkenjager, die witte anjers in het knoopsgat droeg, van de olifantenjacht hield, maar toch vooral als iemand die zijn positie misbruikt heeft om te lobbyen voor het Amerikaanse Lockheed-concern en daarvoor $ 1 miljoen ontving. Wat voegt de nieuwste deelbiografie over prins van Lippe Biesterveld toe aan het beeld van Bernhard, echtgenoot van de koningin van Nederland?

De biograaf, Dik van der Meulen, heeft zijn sporen op het gebied van de biografie meer dan verdiend. Zeker ook op dat van de Oranjebiografie als auteur van de derde Willem-biografie, over Koning Willem III (Boom, 2013). In zijn inleiding stelt Van der Meulen zich als doel een boek over prins Bernhard te schrijven ‘zonder bewondering of afkeer, en met zo’n weinig mogelijk vooringenomenheid. Veel interessanter dan het oordeel van de biograaf is immers de vraag waarom zijn hoofdpersoon heeft gedaan wat hij deed en, niet minder, onder welke omstandigheden hij in de weer is geweest.’

Oorlogsheld?

De geschiedenis van Juliana en Bernhard is wel bekend. Het was een lang en toch voor het grootste deel ongelukkig huwelijk. Aangegaan omdat de niet erg aantrekkelijke Juliana aan de man geholpen moest worden en omdat Bernhard een huwelijk zocht met een gefortuneerde vrouw die hem in staat zou stellen zijn leven als aristocratische playboy voort te zetten. Maar het Nederlandse volk was vanaf het begin af enthousiast (een enkeling zoals Eddy du Perron schreef dat hij er niet aan dacht ‘om voor het huwelijk van Juliaan met dien duitschen gigolo te vlaggen’). Bernhards vele amoureuze escapades bleven aardig verborgen, de Nederlandse bevolking kreeg het beeld voorgespiegeld van een toekomstige prinsgemaal, die pal stond voor de Nederlandse zaak.

Bernhards NSDAP-lidmaatschap (en zelfs dat van een onderafdeling van de SS) was door de partiële biografie van Annejet van der Zijl breed bekend. Dat hij ook na het opportunistische opzeggen van dat lidmaatschap (de dag na zijn verloving met Juliana) nog regelmatig correspondentie had met de nazi’s in Duitsland, zelfs met brieven aan of van Himmler en Hitler, laat zien dat hij nauw contact onderhield met nationaalsocialistische kringen. Maar de Duitse nazitop vond Bernhard een onbenul, niet iemand die serieus genomen kon worden als het ging om de neutraliteit van Nederland. En zo verging het Bernhards gehele oorlogstijd: hij spande zich in voor allerlei zaken, maar het was  allemaal van ondergeschikt belang. Hij was veroordeeld tot een bijrol, als prinsgemaal, als militair in de Tweede Wereldoorlog, zelfs als hoofd van de Binnenlandse Strijdkrachten waar hij en vooral zijn schoonmoeder Koningin Wilhelmina grote verwachtingen van hadden.

Prins Bernhard en koningin Wilhelmina in 1941 in Londen © Anefo (cc0)

Symbolisch

Toch was Bernhard geliefd bij de Nederlandse bevolking in 1940, en zeker ook vanaf de bevrijding in 1945. De deelbiografie van Dik van der Meulen laat zien dat Bernhard zijn uiterste best heeft gedaan meer te betekenen: hij evacueerde in de meidagen van 1940 met koningin Wilhelmina en zijn gezin naar Londen, maar keerde terug naar Nederland om te kijken of hij vanuit Zeeland weerstand kon bieden aan de Duitsers. Het stelde niets voor natuurlijk, bijna symbolisch zoals ook het schieten met een mitrailleur op de Duitse vliegtuigen die Den Haag bombardeerden een weekje daarvoor, niets betekende. Bernhards rol werd in de koninklijke PR voortdurend zo positief mogelijk voorgesteld. Maar uiteindelijk is de tragiek van zijn leven dat hij een aantal malen gewogen werd en steeds te licht bevonden. Tijdens de oorlogsjaren in Londen heeft hij, met de steun van zijn schoonmoeder, getracht een rol van betekenis te spelen. Maar de regering in ballingschap, eerst onder minister-president De Geer en vervolgens zijn opvolger Gerbrandy, moesten niet te veel hebben van zijn onconstitutionele inmenging.

Ander soort democratie

De belangrijkste reden is zonder twijfel geweest dat koningin Wilhelmina na de oorlog een andere vorm van democratie wilde invoeren, niet langer die van een representatieve democratie maar eentje waarin het land geregeerd zou worden door een regering benoemd door… het koningshuis. Natuurlijk zag zij zich zelf als de natuurlijk leider van zo’n regering, maar in haar plannen speelde Bernhard ook zeker een belangrijke rol. De regering-Gerbrandy hield dat allemaal keurig op afstand, maar een kantelpunt had aan het einde van de Tweede Wereldoorlog Bernhards benoeming tot hoofd van de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) kunnen zijn. In de visie van Wilhelmina en Bernhard zou de BS de bepalende machtsfactor worden in het naoorlogse Nederland en op basis van de die machtsrol zou een nieuwe constitutie gebouwd worden. Maar de BS was van meet af aan een mislukking: de geallieerde opperbevelhebber Eisenhower moest niets van zo’n binnenlandse machtsfactor hebben, hij vond Bernhard een lichtgewicht, hooguit geschikt voor een symbolische bijrol. En, niet helemaal Bernhards schuld, maakte de BS van de denazificatie in Nederland een complete chaos.

Schavuit of oplichter?

De Londense jaren van Bernhard kenmerken zich door zijn voortdurende heen en weer geren van overleg naar overleg. Als persoonlijk adjudant van Wilhelmina kreeg hij overal toegang, maar had hij nergens echt iets te zeggen. Hij wilde graag iets betekenen, maar zijn echte waarde was die van een symbool. Het volk hield van hem en is dat blijven doen, tot hij in 1976 in de Lockheed-affaire letterlijk van zijn troon viel. Het pijnlijkst voor Bernhard moet zijn geweest dat hij toen alle symbolen van zijn uiterlijke rang verloor: hij verloor zijn militaire titels en kreeg het advies zijn uniform niet meer te dragen. Dat was misschien nog wel het pijnlijkste voor de prinsgemaal. Van der Meulen laat in het biografische portret van Bernards oorlog zien hoe een man zonder veel zelfreflectie zijn uiterste best gedaan heeft om iets voor te stellen. Waarom heeft hij gedaan wat hij deed, vraagt Van der Meulen in zijn inleiding. Hij laat het aan de lezer om de conclusie te trekken, draagt de feiten aan, laat de omstandigheden zien. Die lezer heeft natuurlijk ook de gehele naoorlogse geschiedenis tot en met de deconfiture van Bernhard door de Lockheed-affaire in zijn hoofd. En dan rest geen andere conclusie dat Bernhard in het beste geval een charmante schavuit was, vooral uit op zijn eigenbelang, in het slechtste geval iemand met de verkeerde sympathieën, met de verkeerde vrienden en vooral uit op eigen gewin.

Bernhards oorlog. Het leven van een prins in ballingschap
Dik van der Meulen
Querido
ISBN hardcover 9789021470726
ISBN e-book 9789021470733
Verschenen in december 2022

Bestelinformatie

Bestel als hardcover bij bol.com (€ 24,99)
Bestel als ebook bij bol.com (€ 14,99)

Ruud Bakker
Ruud Bakker
Ruud Bakker is neerlandicus en uitgever. Hij is als journalist in de uitgeverij begonnen en heeft de laatste 15 jaar een mooie vakinformatie uitgeverij opgebouwd.

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in