De Max-factor: Verstappen als motor van de Nederlandse Grand Prix

De aardigste anekdote uit deze semi-biografie (leg ik later uit) staat gelijk op de eerste pagina’s. Sportverslaggever Jaap de Groot zit begin 2007 in een Eindhovens restaurant aan tafel met oud-coureur Jos Verstappen en zijn negen jaar oude zoontje Max. Of kleine Max al eens een auto bestuurd heeft, wil De Groot weten. Max, tussen twee happen tomatensoep door: ‘Ja meneer, gisteravond nog. Onze bus. Mijn vader had wat gedronken en ik moest rijden.’ Zo’n verhaal roept natuurlijk enige bedenkingen op, maar De Groots conclusie luidt wonderwel dat ‘het stoïcijnse er bij Max Verstappen al vroeg inzit’: het is volgens hem een belangrijke eigenschap om in de Formule 1 te kunnen slagen.

Max Verstappen (1997) is al jarenlang de populairste sporter van het land. Na decennialang Nederlandse afwezigheid in de koningsklasse van de autosport stond Verstappen bij zijn debuutrace in 2016 meteen op het hoogste podium. Daarmee was hij de jongste Grand Prix-winnaar aller tijden. Vorig jaar eindigde hij als derde in de strijd om het wereldkampioenschap: achter de ongenaakbare Lewis Hamilton en Valtteri Bottas, maar vóór de sneller geachte Ferrari-coureurs Sebastian Vettel en Charles Leclerc. Sponsors staan voor Verstappen in de rij, televisie-aanbieder Ziggo verkoopt tienduizenden aansluitingen aan kijkers die hem op de betaalzender kunnen zien racen en de Jumbo Familie-racedagen (waar Verstappen met zijn donkerblauwe Red Bull-bolide donuts maakt op circuitpark Zandvoort) trekken honderdduizenden fans. Eén van zijn aanbidders is de auteur van dit boek, oud-Telegraafjournalist Jaap de Groot. Al in het voorwoord trekt De Groot met veel superlatieven de vergelijking met Johan Cruijff (van wie De Groot eveneens een biografie verzorgde). De Groot: ‘Cruijff en Verstappen: beiden beroemd tot ver buiten de landsgrenzen, pioniers voor hun sport, loyaal, professioneel en, boven alles, pure liefhebbers.’ De schrijver staat in die mening beslist niet alleen. De chauvinistische vraag is allang niet meer óf Verstappen wereldkampioen wordt, maar wanneer.

© Alberto G Rovi (CC BY 3.0)

Internationaal ligt de mening over de Nederlandse coureur iets genuanceerder. Tuurlijk: Verstappen is een natuurtalent, maar zijn stoïcisme wordt daar vaak verward met zelfingenomenheid. Daarnaast weten experts dat talent alléén niet genoeg is om wereldkampioen te worden. Je hebt ook het geduld nodig om niet uitsluitend voor een overwinning te gaan, je moet berekenend en afwachtend rijden en (ongetwijfeld het belangrijkste) je moet de snelste bolide hebben. En dat is niet Verstappens Red Bull, maar de zilvergrijze Mercedes van de Brit Lewis Hamilton. Verstappens rijstijl is op het randje en soms erover, getuige zijn bijnaam Crashtappen op sociale media. En buiten de races lijkt de Limburger weinig maatschappelijk geïnteresseerd. Je uitspreken tegen racisme? Knielen voor de Black Lives matter-beweging? Verstappen doet er niet aan mee. Hij vaart zijn eigen koers.

Die nuance hoort men in Nederland maar zelden, en in deze biografie al helemaal niet. Voor een kritische noot aan Verstappen ben je bij De Groot aan het verkeerde adres. Sterker: dit boek gaat niet eens zozeer over de persoon, maar over het merk Verstappen. De Groot heeft wel een punt als hij zegt dat zonder Verstappens populariteit en de welwillendheid van het bedrijfsleven de Nederlandse Grand Prix nooit was teruggekeerd. In Nederland verwacht race-organisator FIA tenminste nog volle tribunes, iets wat internationaal gezien steeds zeldzamer wordt. Ook qua kijkcijfers laat de Formule 1 wereldwijd al jarenlang een dalende trend zien: te saai, te voorspelbaar en te weinig strijd. Maar waar andere landen qua organisatie van een Grand Prix steeds vaker afhaken (zelfs Duitsland, toch hét autoland bij uitstek) is Nederland met zijn grote schare Verstappen-fans voor de FIA een aangename uitzondering.

Het verleidt in ieder geval Jaap de Groot tot een ongebreideld hosanna-verhaal van ruim 170 pagina’s. In het voorwoord legt de schrijver naar eigen zeggen ‘een verband tussen de sportieve prestaties van Max en diens beïnvloeding op een heel land’. O jee. Dat wordt een promopraatje, zo was mijn vrees. En inderdaad krijgt Jumbo-directeur én sponsor Frits van Eerd alle ruimte voor zinnen als: ‘Bij Jumbo hebben we van jongs af aan in Max geloofd en herkennen we ons in zijn winnaarsmentaliteit en zijn drive om elke dag beter te worden.’ Zucht. Over Max Verstappen zelf valt in De magie van Max maar bitter weinig te lezen. De Groot tipt het af en toe aan: de jonge Max die op basisschoolleeftijd al een kart kan demonteren, de spanningen in de familie tussen vader Jos en opa Frans, de kritiek binnen en buiten het eigen team op zijn rijstijl en resultaten.

Maar een dieper inzicht krijg je nergens. Het wordt allemaal bedolven onder De Groots opvatting dat Max Verstappen niet alleen een zegen is voor de Nederlandse autosport, maar ook voor Nederland als geheel. Dat culmineert voor hem allemaal in de verbouw van circuit Zandvoort en de terugkeer van de Grand Prix in de Hollandse duinen. Milieubezwaren rond de autoraces worden door De Groot bijkans belachelijk gemaakt. Rugstreeppad? Zandhagedis? Die vinden een extra massa-evenement in het toch al drukke duingebied vast niet erg. In het boek worden de prijzen van de kaartjes alvast weergegeven (voor 35 euro sta je keurig in de duinen), alsook websites waarop officiële Verstappen-merchandise en verzorgde groepsreizen gekocht kunnen worden. Nederland mag zich in de handjes knijpen met zo’n sportman, en de sportman zelf mag zich in de handen knijpen met een journalist als Jaap de Groot. Maar een echte biografie heeft hij met De Magie van Max niet afgeleverd.

De magie van Max
Jaap de Groot
Nieuw Amsterdam
ISBN 978 90 468 2690 4
Verschenen juli 2020

Bestelinformatie

Bestel als paperback bij bol.com (€ 20,00)
Bestel als ebook bij bol.com (€ 9,90)

Koop bij Athenaeum Boekhandel

Bestel als paperback bij Athenaeum Boekhandel (€ 20,00)
Bestel als ebook bij Athenaeum Boekhandel (€ 9,99)

Sjoerd Muller
Sjoerd Muller
Sjoerd Muller (1982) werkt sinds 2006 als radiomaker bij de KRO-NCRV. Sinds 2010 is hij daarnaast in deeltijd verbonden als predikant aan de Protestantse Kerk in Nederland (PKN).

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in