Alles is ijdelheid: Antoine Bodar als priester en personality

Op 26 september 2022 is Antoine Bodar (1944) dertig jaar priester in de Rooms-Katholieke Kerk. Dit jubileum was de aanleiding voor het biografenduo Koen Gerling en Marijntje Gerling om Bodars denken en veelzijdige carrière te bestuderen. Hun boek Antoine Bodar. Zijn leven en werk. Sprong die overgave heet is meer een aanzet tot een levensbeschrijving dan een samenhangende biografie.

Op het omslag van Sprong die overgave heet draagt een jonge Antoine Bodar een stropdas, maar de meeste Nederlanders herkennen de mediagenieke priester vooral aan zijn onafscheidelijke witte priesterboord. Bodar wordt wel, ook door zijn precieuze taalgebruik en zijn verlangen naar (liturgische) schoonheid, een ‘sierpriester’ genoemd. Persoonlijke verzorging vindt hij belangrijk, ook in het ambt, want ‘de knecht van de Heer dient goed voor de dag te komen’. Een zorgvuldige liturgie, in het Latijn en met Gregoriaanse muziek, is Bodars ideaal. In zo’n mis voelt hij zich thuis. Een viering moet ‘verticaal’ zijn: gericht op God. En dus niet ‘horizontaal’, gericht op de gemeenschap van gelovigen. Van al die ‘vreselijke creativiteit’ in de kerk en de vernieuwingen van de 8 mei-Beweging moet Bodar helemaal niets hebben. In vrijwel alle kerkelijke aangelegenheden toont hij zich behoudend. Hij is een groot fan van paus Benedictus XVI (hij wijdde een boek aan Ratzingers gedachtegoed) en is kritisch op de huidige paus Franciscus:

Terwijl pausen normaliter op grond van hun gezag telkens weer de leer, het ideaal, de theorie hebben uitgedragen, waarnaar wij als geloven ons hebben te richten, heeft paus Franciscus gekozen voor de omgekeerde weg: niet vanuit de leer, maar vanuit het leven, niet vanuit het ideaal maar vanuit de werkelijkheid niet vanuit de theorie, maar vanuit de praktijk.

Bodar kan het vaak wél goed vinden met ‘steile’ protestanten en schreef net zo gemakkelijk veelgelezen columns in het Nederlands Dagblad als in het conservatieve Katholiek Nieuwsblad

Estheet, in Gods naam!

Ook in Bodars opleiding stond de schoonheid centraal. Hij deed veel verschillende universitaire studies: perswetenschap, geschiedenis, rechtswetenschap, wijsbegeerte, kunstgeschiedenis, algemene literatuurwetenschap en natuurlijk theologie/liturgie. Zijn filosofische dissertatie uit 1987 ging over De schoonheidsleer van André Jolles. De biografen noemen hem ‘iemand die cultuur in- en uitademt. Met haast overactieve longen’. In aparte hoofdstukken beschrijven ze zijn teksten en televisie-uitzendingen over beeldende kunst en muziek, literatuur en architectuur. Bodar doceert graag en aanstekelijk. In 1978 werd hij docent in kunstgeschiedenis en esthetica aan de Universiteit Leiden. Ook na zijn priesterwijding bleef hij actief in de wetenschap. Van 2006 tot 2011 was hij bijzonder hoogleraar christendom, cultuur en media aan de Universiteit van Tilburg in 2006.

© Maurits Vink (cc0)

Media als pastoraat

Op dit moment is Bodar rector van de Friezenkerk in Rome, de kerkgemeenschap die de Nederlandse Rooms-Katholieke kerkprovincie in de stad vertegenwoordigt. Hoewel Bodar als kind al misdienaar was en het liefste ‘kerkje speelde’, was zijn weg naar het priesterschap lang en hobbelig. De twee uitvoerige hoofdstukken over zijn werk in de Rooms-Katholieke Kerk hebben dan ook mooie contrasterende titels ‘Heilig gedreven polemist’ en ‘Een trouwe zoon van Rome’. Het contrast wordt versterkt in de titel van het derde hoofdstuk over oecumene: ‘Verbinder of splijtzwam’. Uit de beschrijving van zijn vaak conflictueuze aanstellingen, zoals in De Krijtberg in Amsterdam en de Sint Jan in Den Bosch, blijkt dat Bodar het blijkbaar gemakkelijker vindt om ‘God in een televisiestudio te dienen dan in een Brabantse kerk’, aldus Elsevier. Het dieptepunt was zijn mislukte periode als plebaan van Den Bosch, zijn geboortestad, waar hij later een venijnig boekje over publiceerde. Bodar is kennelijk lastig in de omgang, hij is ijdel en heeft lange tenen. Samenwerken en herderlijke zorg verlenen lijkt hij moeilijker te vinden dan preken. Zelf zegt hij simpelweg: ‘De media zijn gaandeweg mijn pastoraat geworden.’ Hij begon zijn carrière dan ook in de media bij De Tijd en de KRO-radio. Al snel werkte hij, tijdens zijn vele studies en de priesteropleiding, ook voor de NOS en zelfs voor de seculiere omroepen VARA en de TROS. Met de langlopende interviewserie Eeuwig gaat voor oogenblick leerde het grote publiek hem kennen.

De paragrafen over Bodar als omroepman en opiniemaker zijn het interessants, want als er ook maar iets gebeurt in de Rooms-Katholieke Kerk draaft Bodar steevast op in allerhande talkshows om ‘Rome’ te duiden en zijn visie te geven. Dan is hij vaak scherp en uitdagend, zeker als er andere gasten aan tafel zitten. Bodar verklaarde dikwijls zulke mediaoptredens te zien als een onderdeel van zijn missionaire taak als priester en hij lijkt zelden nee te zeggen op een verzoek om interviews of optredens. Dat kost veel tijd en dan blijft er minder over voor zijn werk in de kerk. Zo had hij in 2008 geen tijd voor het erebaantje als ‘vertaler van de Nederlandstalige pauselijke post’. Hij vond veel brieven van gelovigen ook eigenlijk niet de moeite waard voor een antwoord. Een paar jaar later schitterde hij wel in zijn ‘eigen’ glossy Antoine. Ook zijn preken bundelde hij al vanaf de start van zijn priesterschap. Het is dan ook jammer dat de paragraaf ‘personality’ niet meer uitgewerkt is, want juist Bodars publieke presentatie, zijn self-fashioning, is fascinerend. Een citaat als: ‘Nou ja, de rode draad is denk ik mijn maatschappelijk onaangepast zijn’ smeekt om duiding. Nu moet je tussen de regels door lezen hoe de auteurs zelf over Bodar denken. Wellicht is dat nog het beste af te lezen aan het motto van het boek, een citaat van Joseph Roth: ‘Het is onmogelijk een heilige te zijn en tegelijk profane dingen te maken.’

Thematische indeling

Mede door het gemis aan duiding vind ik Sprong die overgave heeft niet geslaagd als biografie. De auteurs hebben uitvoerig bronnenonderzoek gedaan en tippen veel onderwerpen aan, maar er is nauwelijks ruimte voor uitwerking. Ze komen evenwel van goeden huize om Bodar dieper te kunnen doorgronden: Koen Gerling is theoloog en zijn zus Marijntje Gerling is neerlandica. In 2018 promoveerden zij aan de Radboud Universiteit Nijmegen op een gemeenschappelijk onderzoek naar de rol van de Bijbel in hedendaagse Nederlandstalige literatuur. In het boeiende hoofdstuk over literatuur komen ze wél dichter bij de mens Bodar dan elders.

Wellicht is het vooral de keuze om thematisch te werken en niet chronologisch die zich wreekt bij het lezen. Het biografische deel beperkt zich eigenlijk tot een beknopte tijdlijn. Belangrijke levensfeiten zoals diplomeringen, (homoseksuele) liefdesrelaties en benoemingen worden weliswaar genoemd in de lopende tekst, maar niet geduid of in een verband gezet. Ook twee grote depressies krijgen nauwelijks context. De filosofen in het hoofdstuk ‘Estheet, in Gods naam!’ worden besproken in chronologische volgorde, maar op geboortejaar van de filosoof, niet op de volgorde waarin Bodar kennis maakte met deze filosofen. Zo raak je als lezer snel de draad kwijt in het enorme, wijdvertakte universum van Bodar.

De auteurs bedienen zich bovendien vaak van een heel bondige schrijfstijl, met staccato zinnen. Dat sluit niet aan bij de ‘taallenige’ Bodar, wiens stijl de lezer aardig leert kennen door de vele citaten, die helaas niet altijd goed gekozen zijn. Vooral niet als de auteurs Bodars woorden daarna nog even ‘samenvatten’ met oneliners als ‘Een gratis advies aan Nederland’ na een citaat uit Bodars Huizinga-lezing. De slotalinea vond ik echt tenenkrommend.

In 1998 zei Antoine Bodar:

‘Mijn leven lijkt wel een roman, denk ik steeds vaker. Er behoeft niets te worden verzonnen, alleen geregistreerd en geregisseerd.’

De Gerlings hebben Bodars leven en werk in dit boek geregistreerd, maar hadden mijns inziens niet de regisseurskwaliteiten om een tot een compleet beeld te komen. Nu is het sowieso hachelijk om een levensbeschrijving te publiceren van iemand die nog leeft, zelfs van iemand die ‘al’ 76 is. Ik ben dan ook benieuwd naar Bodars eigen mening over dit boek. Hij heeft – via e-mail – meegewerkt met de auteurs. In het tijdschrift Privé zei hij: ‘Met hun studie heb ik geen bemoeienis, ik lever alleen desgewenst materiaal aan.’ Maar in de keuze van het toegestuurde materiaal heeft hij natuurlijk wel degelijk de regie.

Zelf weigerde hij in 2001 een voordracht over Gerard Reve te houden met de motivatie: ‘Er zullen zich nog gelegenheden voordoen: de heer Reve moet nog tachtig worden. Ook zal hij eens sterven naar het lijf. En zo voorts.’ Ik hoop dat, zodra Antoine Bodar is overgegaan naar de Eeuwige, een biograaf het stokje overneemt van de Gerlings en Bodars bijzondere levensloop recht doet met een goed geschreven, samenhangende biografie.

Antoine Bodar. Zijn leven en werk. Sprong die overgave heet
Koen Gerling en Marijntje Gerling
Uitgeverij Adveniat
ISBN 9789493161214
Verschenen in juli 2022

Bestelinformatie

Bestel als hardcover bij bol.com (€ 29,90)

Koop bij Athenaeum Boekhandel

Bestel als hardcover bij Athenaeum Boekhandel (€ 29,90)
Petra Teunissen-Nijsse
Petra Teunissen-Nijsse
Petra Teunissen-Nijsse werkt als freelance redacteur, journalist en biografisch onderzoeker. Zij publiceerde over Louis Couperus, Carry van Bruggen en Clare Lennart. In juni 2017 promoveerde zij op het proefschrift Voor ’t gewone leven ongeschikt. Een biografie van Clare Lennart. Haar tekstbureau heet Leven in Woorden

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in