Je hebt van die mensen, meestal mannen, die helemaal verlekkerd kunnen vertellen over dat ene doelpunt in die belangrijke Europacup 1-wedstrijd in de jaren 70. Die de beweging van de schutter voor zich zien als ze er over praten. En die ook nog weten van wie de assist was, die toen nog gewoon voorzet heette. Of dat het kantje boord was voor Oranje, zeventien jaar geleden, in de vorige ontmoeting met de altijd gevaarlijke tegenstander in de volgende interland. Verhalen die het goed doen op verjaardagen.
Nu ik het 513 bladzijden tellende en 3 kilo wegende koffietafelboek over Eddie Merckx heb gelezen weet ik dat er ook mensen zijn die alle feiten over het succesvolle wielerjaar 1969 van deze legendarische Belgische coureur paraat hebben. Alle koersen die Merckx nu precies vijftig jaar geleden reed zijn uitgesponnen in het boek en besproken door auteur Johny Vansevenant, net als door de toenmalige tegenstanders van Merckx, alsook door Merckx zelf. Het gaat over de afgetekende overwinningen, zoals de Touretappe naar Ballon d’Alsace en zijn solovlucht van 140 kilometer over de Tourmalet en de Aubisque. Merckx won de Tour van 1969 uiteindelijk met 18 minuten voorsprong, ongekend!
Dieptepunt
Ook de mindere momenten komen zeer uitgebreid aan bod. Dieptepunt is zijn verwijdering uit de Giro d’Italia nadat zijn urine positief getest zou zijn. De Giro was al twee weken bezig, Merckx was in de roze trui zojuist 36ste geworden in de wandeletappe naar Savona. De beschuldiging van dopinggebruik was zo ongeloofwaardig dat zijn schorsing werd ingekort zodat hij wel kon starten in de Tour de France. Tot het uiterste getergd vanwege de beschuldiging in Italië nam hij daar zijn sportieve wraak. Zijn generatiegenoten roemen die prestaties, maar praten ook over de grote, bijna onverantwoorde risico’s die hij nam.
Een ander dieptepunt in het voor Merckx’ grote wielerjaar was zijn val bij een dernymeeting in Blois. Zijn gangmaker Fernand Wambst nam teveel risico en kwam daarbij om het leven. Zelf maakte Eddie Merckx ook een lelijke smak waarvan de gevolgen nooit helemaal zijn verdwenen.
“Na die val heb ik de Tour nooit meer kunnen domineren zoals in 1969. Ik reed toen bijna weg wanneer ik wou. In Blois ben ik wel door het oog van de naald gekropen. Ik ben tevreden dat ik nog leef. Voor dezelfde prijs was ik er niet meer. Ik had dan mijn dochter Sabrina zelfs niet gekend, want ze was nog niet geboren. En mijn zoon Axel ook niet. Dat ik na Blois minder goed klom doordat mijn bekken scheef stond, neem ik er graag bij, omdat ik nog het geluk heb van te leven.”
Vrijwel al zijn wielercollega’s van toen vertellen over het sleuteltje voor zijn zadel dat hij na de val in Blois tijdens beklimmingen altijd bij zich had. Ze zagen hem regelmatig al fietsend op gevoel zijn zadel 2 millimeter hoger of lager zetten om de pijn als gevolg van zijn scheefstaande bekken draaglijk te houden.
Vlaams
Vlaamse sfeer die rond Eddie Merckx hangt nóg Vlaamser. Er gaat vrijwel geen bladzijde voorbij zonder zalig zangerig Vlaams: “Ik snij de hesp af. Ik ben de beenhouwer. Fons de Wolf doet de warme dranken. Dat is de koffie. We hebben daar een frigo staan. Ik rammel met de koekendoos en dan moeten ze er vijf euro inleggen. En de ene drinkt één pint, ge hebt er die er twee drinken of drie of vier” vertelt Willy Vekemans, toen collega van ‘de Kannibaal’, nu een goede vriend die een paar keer per week met Merckx en andere oud-renners gaat fietsen.
Ander voorbeeld, Merckx in antwoord op deze vraag over Milaan-San Remo: “Waarom kon je zo goed dalen? Kwam die behendigheid door veel op de piste te rijden?” “Ja, ook. En met geen te lichte fietsen rijden. Het materiaal is ook zeer belangrijk. Als ge met locht materiaal rijdt, dat beweegt… Ik heb nooit niet met echt lichte kaders willen rijden.”
Meer van hetzelfde
Natuurlijk komt “goesting” vaak voorbij: 14 keer. En het hele boek door gaat het over “sportbestuurder” of “sportdirecteur”. Die is de baas van de ploeg en rijdt tijdens de koers achter de renners aan, dus is wat wij “ploegleider” noemen.
Ik begon (de digitale editie van) dit boek te lezen toen ik in de Alpen in het gras lag te wachten tot de 18e etappe van de Tour de France voorbij zou razen om te beginnen aan de beklimming van de Galibier. Ik had het pas twee maanden later uit omdat ik me er steeds toe moest zetten om verder te lezen. Het is goed bedacht om generatiegenoten als Raymond Poulidor, Roger de Vlaminck, Walter Godefroot en vele anderen te laten terugkijken op alle prestaties van supercoureur Eddie Merckx, maar op een gegeven moment lijken al die herinneringen ook op elkaar en wordt het meer van hetzelfde. Zeker omdat alles vaak wordt beschreven alsof je het als lezer nog niet weet, terwijl je het dan al twee of drie keer door de ogen van anderen verteld hebt gekregen.
Zoetemelk
Merckx is vol mededogen als het gaat over Joop Zoetemelk die de pech had dat hij, Merckx zelf dus, voor hem zat en Bernard Hinault achter hem. Zoetemelk heeft daardoor minder een eigen tijdperk gehad, waardoor hij toch minder legendarisch kon worden. Troostrijk om dat als Nederlander te horen uit de mond van de “grootste kampioen van de geschiedenis van het wielrennen” zoals de huidige Tourbaas Christian Prudhomme Eddie Merckx noemde toen hij bekendmaakte dat de Tour de France van 2019 zou starten in Brussel. Brussel is de stad van Eddie Merckx, symbolisch dus om juist daar te starten, precies vijftig jaar na 1969: het jaar van Eddy Merckx.
Het jaar van Eddy Merckx 69
Johynny Vansevenant
Uitgeverij Lannoo
ISBN 9789401457477
Verschenen mei 2019