āIk duik nog even in de biografie van Nietzsche,ā roep ik wandelend naar mijn bureau. Verschrikt kijkt de kat, die luistert naar de naam van de Duitse denker, op. Een aai over haar bol helpt om haar weer rustig te laten liggen. Dan schuif ik aan en sla het boek open. Ik kan me niet heugen dat ik ooit zo fanatiek en met vlagen van bewondering een biografie gelezen heb. Terwijl ik in de afgelopen jaren toch menige biografie heb mogen lezen en daar zeker mooie werken tussen zaten.
Een nieuw secundair werk over het leven en werk van de belangrijkste Duitse filosoof van de negentiende eeuw. Alweer een boek over Friedrich Nietzsche. Alweer een boek dat probeert zijn leven en werk met elkaar in balans te brengen en te duiden. Ik ben dynamiet. Het leven van Friedrich Nietzsche is in dat opzicht de zoveelste loot aan eenzelfde boom. Sue Prideaux heeft het aangedurfd om een nieuw boek te schrijven over een controversieel en makkelijk mis te verstaan denker.
Van jongs af aan een buitenbeentje
Op 15 oktober 1844 wordt Friedrich Wilhelm Nietzsche geboren. Zoon van de Lutherse dominee van Rƶcken, vernoemd naar de Pruisische koning die door vaders zo bewonderd werd. Fritz, zoals hij thuis genoemd wordt, groeit op in een streng christelijk milieu. In zijn jonge jaren wordt hij geconfronteerd met de wreedheden van het leven: zijn vader sterft op jonge leeftijd aan āhersenverwekingā, niet veel later sterft ook zijn jongere broertje. Uiteindelijk groeit Nietzsche op in een vrouwrijke omgeving.
Al op de lagere school blinkt Nietzsche uit. Zijn voorkomen valt op: hij kijkt vaak ernstig, is goed ontwikkeld en trekt de aandacht door zijn fascinerende ogen. Gedurende deze jaren heeft Nietzsche al veel aandacht voor het fenomeen van de muziek. Die aandacht voor het muzikale blijft hij zijn hele leven trouw. Door zijn wat ernstige voorkomen en zijn muzikale passie is Nietzsche al vrij snel het buitenbeentje en wordt hij veel gepest.
Op het gymnasium blijft Nietzsche uitblinken in de vakken die zijn interesse hebben: Hebreeuws, Latijn en Duitse verskunst. Hij besteedt uren aan lezen en krijgt al snel zijn eigen ritme: hij werkt door tot middernacht en staat om 5 uur in de ochtend op om het werk voort te zetten. Hij is 13 als hij naar Pforta mag, een jongensschool gevestigd in een voormalig cisterciƫnzerklooster. Ook hier gaat zijn aandacht vooral naar muziek en vakken als geschiedenis en de Griekse antieken. Zijn doel op Pforta is helder: hij zal zijn leven wijden aan God en dezelfde route bewandelen als zijn vader. Wel kiest hij, zoals het buitenbeentje betaamt, ook op deze school zijn eigen lijn. Hij leest Hƶlderlin, een dichter die zijn docenten niet waarderen. Gedurende zijn hele jeugd heeft Nietzsche last van hoofdpijnen en ziet hij niet scherp vanwege zijn slechte ogen.
Een indrukwekkende student
In lijn met zijn plan op Pforta besluit Nietzsche theologie te gaan studeren in Bonn. Hij zal het later als een verloren jaar beschouwen, aangezien hij tot de ontdekking komt dat zijn focus toch meer ligt bij de klassieke filologie. Nietzsche komt tot de conclusie dat hij onder het juk van zijn conservatieve moeder en dito zus tot dan toe veel te bekrompen heeft geleefd.
Daarom verhuist hij naar Leipzig, om daar te gaan studeren. Het is in deze periode dat Nietzsche zich verdiept in het werk van Schopenhauer en de muziek van Wagner, twee grootheden die hem in het diepst van zijn wezen weten te inspireren. Hij wordt lid van studentenvereniging Franconia, die ieder jaar naar Keulen reist. Hier doet zich in februari 1865 een voorval voor, dat de discussies onder de Nietzscheaanse interpreten nog steeds doet oplaaien. Veel studenten wilden zich in Keulen te goed doen aan een bezoek aan een van de bordelen. Nietzsche werd, waarschijnlijk door een misverstand met een gids, ook bij zoān bordeel afgezet. Wat er daar precies gebeurd is, blijft vaag. Zelf geeft hij aan direct naar de piano, āhet enige met een ziel in de ruimteā, te zijn gelopen, anderen beweren dat Nietzsche hier syfilis op zou hebben opgelopen, die de oorzaak van zijn latere waanzinnigheid zou zijn.
Tijdens zijn studententijd ontmoet Nietzsche de man voor wiens muziek hij onbegrensd ontzag heeft: Richard Wagner. Tussen de twee ontwikkelt zich een vriendschap, waarin Nietzsche zijn teksten door Wagner laat lezen en Wagner de jonge filosoof virtuoos op zijn piano laat spelen.
De studie verloopt voorspoedig, zelfs zo voorspoedig dat hem de mogelijkheid wordt geboden om hoogleraar te worden in Bazel. Nietzsche is 24 en verhuist naar Zwitserland, om vanaf dat moment stateloos te zijn, aangezien Bazel van hem eist dat hij zijn Pruisische nationaliteit opgeeft. Hij kwakkelt nog steeds met zijn gezondheid en het professoraat zal hem tegenvallen. Op slechte dagen kan hij zijn eigen aantekeningen amper lezen.
Zijn bewondering voor Wagner resulteert in een vriendschap die zowel intens als afstandelijk is. Nietzsche kijkt op tegen de man die muziek maakt die er toe doet. Hij ziet het huis van de Wagners als zijn tweede huis, waar hij intellectuele gesprekken kan voeren. De inspiratie van Wagner en de zoektocht naar de klassieke Grieken leidt uiteindelijk tot Nietzsches eerste publicatie Die Geburt der Tragƶdie aus dem Geiste der Musik. Een boek dat getypeerd kan worden als half filologie en half filosofie. Prideaux geeft een nieuwe lezing: het is een lange zelfmoordbrief van de filoloog.
De reacties waren niet mals, zijn gezondheid verslechterde en zijn carriĆØre als filoloog zag er niet best uit. Nietzsche verlangde meer dan ooit naar de dood. Ondanks dat blijft Nietzsche schrijven aan zijn Oneigentijdse beschouwingen. De vriendschap met Wagner komt op scherp te staan, ze lijken elkaars taal niet meer te spreken. De verwijdering en het betaald verlof, toegekend vanwege zijn slechte gezondheid, waren goede redenen om Zuid-Europa te gaan ontdekken. Tijdens deze reis leert hij Paul RĆ©e kennen, de man die hem inspireert om in aforismen te schrijven. Ook was die vorm pure noodzaak, vanwege zijn slechte ogen. De aforistische stijl brengt meer scherpte in zijn schrijven. Het resulteert in Menselijk, al te menselijk dat Nietzsche vanwege zijn niet al te beste kritieken graag onder een pseudoniem had willen publiceren. Dat weigerde zijn uitgever.
Een zwervend emeritaat
Het is mei 1879 als Nietzsche besluit zijn professoraat neer te leggen. Hij besluit te gaan wandelen door Zuid-Europa en leidt twee jaar een zwervend bestaan. In Sils-Maria ontstaat een soort nieuw thuis voor de filosoof. In deze periode blijft Nietzsche ā wat hij zelf noemt – zijn āvervloekte telegramstijlā hanteren, soms verworden tot vrijwel onleesbare hiĆ«rogliefen.
Nietzsche leert via Paul RƩe de Russische Lou SalomƩ kennen. Hoewel de filosoof aanvankelijk heel afstandelijk staat ten aanzien van een ontmoeting, komt het er in april 1882 toch van. Ze zijn erg van elkaar onder de indruk, vooral op intellectueel vlak. Samen met Paul RƩe denken ze aan een een mƩnage a troi. Dat zou er nooit van komen, want in november verlaten RƩe en SalomƩ Nietzsche, om elkaar daarna nooit meer te ontmoeten.
De breuk zet Nietzsche aan weer te gaan schrijven. Hij start een alchemistische zoektocht, wat resulteert in Aldus sprak Zarathoestra. In feite is het een vervolg op De vrolijke wetenschap, zijn boek waarin hij het nihilisme heeft aangekondigd. Zarathoestra wil het leven, na de dood van God, weer zin geven. De filosoof met de hamer komt dan pas goed los, Nietzsche schrijft steeds feller. De Nietzscheaanse cirkel is rond als in 1888 Afgodenschemering verschijnt, waarna er alleen nog een autobiografische schets Ecce homo volgt.
Nietzsches gezondheid is steeds verder achteruitgegaan. Hij ziet nog amper iets en met de hoofdpijn valt soms niet te leven. Het is in januari 1889 als Nietzsche in Turijn ter aarde stort. Hij wordt waanzinnig, geestesziek verklaard. Nietzsche schreeuwt en brabbelt, hij heeft last van stuiptrekken en erotische wanen. Terug in Duitsland weten de artsen zijn gezondheidstoestand niet te verbeteren. Intussen krijgt hij ā mede dankzij mensen als SalomĆ© en August Strindberg ā steeds bredere bekendheid in Europa en worden zijn boeken in grotere oplagen verkocht. Zelf krijgt de bedlegerige filosoof er niets meer van mee. In Weimar wordt hij door een beroerte getroffen, waarna hij op 25 augustus 1900 overlijdt.
Een nieuw standaardwerk?
De lijst met secundair werk over het leven en denken van Friedrich Nietzsche is ellenlang. Het aantal lijvige biografieƫn mag er ook zijn. Toch besloot Sue Prideaux nogmaals in het leven van de grootste Duitse denkers uit de 19e eeuw te duiken. Een filosoof wiens denken niet eenvoudig te duiden is, zijn leven evenmin.
De filosofie van Nietzsche is na zijn overlijden vooral allerlei doelen gebruikt. Hij wordt gezien als de grote inspiratiebron van de postmoderne denkers, bij wie de waarheid niet langer bestaat, waaronder Michel Foucault en Jacques Derrida. Maar zijn denken werd ook gebruikt als fundament voor Hitlers nationaalsocialisme. Dat laatste vooral door toedoen van zijn zus, die er nogal antisemitische denkbeelden op nahield. Na zijn dood beheerde ze de manuscripten van Nietzsche.
Met Ik ben dynamiet schrijft Prideaux een standaardwerk dat voor een groot publiek toegankelijk is. Hiermee wordt ook het leven en werk van een belangrijk denker toegankelijk voor een breed scala aan lezers, dat zich juist in deze tijd wat meer zou willen verdiepen in de filosofie.
Ik ben dynamiet. Het leven van Friedrich Nietzsche
Sue Prideaux
Uitgeverij Arbeiderspers
ISBN: 9789029523790
Verschenen in december 2018
Bestelinformatie
Koop bij Athenaeum Boekhandel Bestel als hardcover bij Athenaeum Boekhandel (ā¬ 41,99)Bestel als ebook bij Athenaeum Boekhandel (ā¬ 14,99) Bestel als hardcover bij bol.com (ā¬ 41,99)
Bestel als ebook bij bol.com (ā¬ `14,99)