De favoriete biografie van

Frans Verhagen

Journalist en historicus Frans Verhagen houdt zich al veertig jaar bezig met de Verenigde Staten. Hij was er correspondent, had een blad over het land en schrijft opinieartikelen voor de Groene, de NRC en de Standaard (BelgiĆ«). Verhagen schreef twintig boeken, waaronder biografieĆ«n van Lincoln, de Kennedyā€™s, de Roosevelts en portrettengalerijen van alle Amerikaanse presidenten. Hij promoveerde in 2015 met een biografie van de eerste katholieke minister president van Nederland, Charles Ruijs de Beerenbrouck .

Wat is de mooiste of beste biografie die je ooit hebt gelezen?

Er zijn vele vormen van biografie en dus ook veel antwoorden op deze vraag. De biografie die mij het meest heeft beĆÆnvloed,  omdat ik voor het eerst de kracht van het model zag, was Walter Lippmann and the American Century door Ronald Steel. Lippmann (1889-1974) was een fameus publicist, denker en adviseur van presidenten tussen pak weg 1915 en zijn dood in 1974. Lippmann schreef in 1922 een boek over journalistiek en media, Public Opinion, dat nog steeds fascineert. Hij richtte The New Republic op, een invloedrijk opinieblad, en muntte de term ā€˜koude oorlogā€™.

Wat Steel deed was het leven van de persoon Lippmann plaatsen in zijn tijd, iets wat elke biografie van een publiek persoon moet doen. De combinatie van onderwerp, omgeving en Steels behandeling ervan waren voor mij een aha-erlebnis. Dus zo kan het!

Meer recent was ik onder de indruk van een creatieve biografie van de vader van de essays, Michel de Montaigne: How to Live: A Life of Montaigne in One Question and Twenty Attempts at an Answer door Sarah Bakewell. Ook geweldig was de biografie van Samuel Pepys door Claire Tomalin: The Unequalled Self. Ten slotte noem ik graag de biografie in de vorm van fictie, gegrond in bekende feiten maar literair ingevuld. Onovertroffen is Marguerite Yourcenar MĆ©moires dā€™Hadrien, het mooist in het Frans, maar er is een prachtige vertaling bij Van Oorschot.

Frans Verhagen

Als je het over Amerikaanse biografieĆ«n hebt, komt bijna onvermijdelijke Robert Caroā€™s letterlijk eindeloze serie over Lyndon Johnson ter sprake. Ik was sprakeloos van het eerste deel, dat de omgeving waarin LBJ in Texas opgroeide beschrijft. Daarna minder. Caro heeft naar mijn mening minstens twee problemen die menig biograaf ook tegenkomt. Hij is het onderwerp van zijn onderzoek gaan haten (een omgekeerd probleem komt ook vaak voor: de biograaf die kritiekloos zijn onderwerp omarmt). En Caro kan niet beslissen wat belangrijk is. Hij stopt alles in zijn vuistdikke pillen. Op hetzelfde kwalitatieve niveau van Caro staat Ian Kershaws tweedelige Hitler biografie die de twee dikke delen ruim verdient.

De biografie als genre heeft gelukkig sterk aan populariteit gewonnen, ook in Nederland al had het daarin geen lange traditie. Ik bewonder de biografie die Dik van der Meulen schreef van Multatuli. Politici kwamen er tot voor kort bekaaid af in Nederland, dat is de laatste decennia goedgemaakt. De Colijn-biografie van Herman Langeveld is voorbeeldig, helaas zijn veel andere biografieĆ«n veel te lang (Cort van der Linden, Troelstra, Biesheuvel), te saai (Romme) of niet helemaal bevredigend (Den Uyl). Jelle Gaemer laat zien hoe het moet met zijn eendelige Dreesbiografie. Hubert Smeets schreef een mooie biografie van Hans van Mierlo waarin hij zich niet door de charme van zijn hoofdpersoon laat betoveren. 

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook de favoriete biografie van...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in