Kimi Räikkonen: ‘Pas als ik uitstap, beginnen de problemen’

Afgelopen december ging de Finse Formule 1-coureur Kimi Räikkönen nog viral op het internet: in beschonken toestand betrad hij het podium van het eindejaarsgala van motorsportfederatie FIA om daar een prijs in ontvangst te nemen. Het was inderdaad een koddig gezicht: een uitgelaten Kimi naast zijn immer stijve en correcte Duitse teamgenoot Sebastian Vettel. Räikkönen heeft als bijnaam The Iceman. Emoties? Wat zijn dat? Ook wanneer hij na een race op het hoogste podium staat blijft zijn gezicht in de plooi. En altijd die eeuwige Ray Ban-zonnebril op. Niks valt aan hem af te lezen. Vermoedelijk dat de beelden van een dronken Kimi daarom zo populair werden.

Nu is daar deze goedgeschreven biografie met dezelfde titel als de hoofdpersoon. Geschreven door een gelauwerde Finse biograaf (Kari Hotakainen) die niets opheeft met de hele Formule 1-wereld. Dat maakt dit boek bij voorbaat al interessant. En, zo wordt ons in de inleiding duidelijk, het zal ook gelijk de laatste biografie zijn van de Finse coureur. Räikkönen is namelijk geen prater. Al helemaal niet over hemzelf. Wereldkampioen Lewis Hamilton, de flamboyante Brit die acteert in Tommy Hilfiger- en Rolexreclames, geeft in één week meer interviews dan Räikkönen in een heel jaar. Dat niet willen praten blijkt er al vroeg in te zitten: de eerste drie jaar van zijn leven spreekt de jonge Kimi geen woord. Daarna gaat het wat beter, maar een echt feestnummer zal Räikkönen nooit worden. Waar hij wel goed in is? In racen. Al op heel jonge leeftijd racet Räikkönen in een skelter of een kart zijn leeftijdgenoten voorbij. Hij is overigens ook niet in staat om rustig te rijden: is er op de snelweg een file dan rijdt hij er links of rechts aan voorbij. Of zoals zijn vrienden het zeggen: ‘In het verkeer is Kimi een klotechauffeur. Maar toch ben je kalm als je naast hem zit.’

Nederland

Als coureur heeft Räikkönen een lange weg afgelegd. Opgroeiend in een niet al te welvarend gezin leert hij om dingen zelf te doen en te repareren. Hij begint aan een opleiding tot automonteur: ieder motorblok wordt minutieus uit elkaar gehaald en weer in elkaar gezet. Kimi wil weten hoe het werkt. Op zijn zeventiende verhuist hij, samen met een vriend die dienst doet als monteur, naar Nederland. Daar gaat hij racen voor het kartteam van oud-wereldkampioen Peter de Bruijn (De Bruijn was volgens Räikkönen zelf ook een begenadigd racer, ware het niet dat de Vlaardingse coureur ‘een schijthekel had aan het dragen van gordels’) en reist in een bestelbus het hele continent over. Tussendoor moet hij nog opdraven voor militaire dienst in Finland, waarna hij zijn loopbaan vervolgt bij de Formule Ford en de Formule Renault (als het ware kleinere varianten van een Formule 1-racewagen). In die zin is de Fin nog een coureur van de oude stempel. Dat ziet hij zelf ook zo: ‘Veel coureurs hebben nu zo’n rijke papa dat ze bijna niets hoeven te doen. Maar daar stond ik niet bij stil toen ik jong was, het was normaal om zelf dingen in elkaar te zetten en te onderhouden. Natuurlijk heb je vandaag de dag van die kloothommels met een pa die miljoenen bezit, die doen echt helemaal niets. Nemen de helikopter en arriveren aan een gedekte tafel.’ Ergens heeft hij een punt.

De prestaties van de hardwerkende Fin blijven niet onopgemerkt: in 2001 debuteert hij in de Formule 1, de koningsklasse van de autosport. Hij rijdt voor het team van Sauber. Twee jaar later wint hij zijn eerste race voor McLaren; in 2007 wordt hij wereldkampioen voor het legendarische Ferrari. Dat hij als eerste eindigt komt vooral omdat zijn naaste rivaal Lewis Hamilton in de twee laatste races zijn zenuwen niet in bedwang kan houden, maar die finesses horen volgens Räikkönen nou juist bij de sport. Het maakt zijn prestatie er in zijn eigen ogen in ieder geval niet minder om. In zijn Finse geboortestad Espoo moet die wereldtitel van één van haar bewoners gevierd worden: het stadsbestuur besluit tot een heuse Kimi Räikkönenweg. Leidend naar de vuilstort aan de rand van de stad, maar toch. Räikkönen zelf reageert niet bijster enthousiast; de naamsverandering van de straat gaat niet door.

Ferrari

Bij het extraverte, temperamentvolle Ferrari worden ze van tijd tot tijd gek van de stoïcijnse Fin. Er worden races gewonnen, maar lang niet zoveel als gehoopt. En Räikkönen is niet de macho-coureur die de Italiaanse krantenkoppen haalt, iets wat in het race-gekke land wel verwacht wordt. Maar hij heeft met zijn onderkoeldheid inmiddels wel een cultstatus onder de racefans. Daarnaast doet hij af en te vreemde dingen: vijf dagen lang zich te pletter zuipen op zijn jacht (‘Ik vertrouw niemand die niet drinkt’), drie jaar lang een overstap maken naar het rallyrijden en de Amerikaanse NASCAR: Räikkönen blijft altijd onvoorspelbaar. Maar inmiddels zit de 38-jarige Fin in de nadagen van zijn carrière. Volgend jaar verruilt hij Ferrari voor het beduidend lager aangeschreven team van Alfa Romeo. Races gaat hij er zeker niet mee winnen. Hij is sowieso wars van de aandacht en de roem. “De Formule 1-wereld bestaat uit een vliegveld, een hotel en een circuit. Ik zal het niet missen,’ zei Räikkönen vorig jaar tijdens een persconferentie. Maar eenmaal in de bolide, met de helm strak over zijn hoofd, is Räikkönen compleet zichzelf. ‘Zodra ik uitstap, beginnen de problemen. Bij 380 km/u is er niemand die vragen stelt.’

Kimi Räikkönen
Kari Hotakainen
ISBN 9789021415161
Uitgeverij Q
Verschenen in november 2018

Bestelinformatie

Koop bij Athenaeum Boekhandel

 

Bestel als paperback bij Athenaeum Boekhandel (€ 20,00)
Bestel als ebook bij Athenaeum Boekhandel (€ 11,99)

 

Koop bij bol.comBestel als paperback bij bol.com (€ 20,00)
Bestel als ebook bij bol.com (€ 11,99)
Sjoerd Muller
Sjoerd Muller
Sjoerd Muller (1982) werkt sinds 2006 als radiomaker bij de KRO-NCRV. Sinds 2010 is hij daarnaast in deeltijd verbonden als predikant aan de Protestantse Kerk in Nederland (PKN).

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in