Op driekwart van zijn boek over Shakespeare schrijft Ton Hoenselaars; ‘Shakespeare is overal. Zelfs op plaatsen die wij als eenvoudige stervelingen niet zo snel zullen bezoeken, vinden wij onmiskenbare sporen van Shakespeare, zoals in de ruimte.’ En als fan van de science fiction-serie Star Trek kan ik dat alleen maar beamen. Shakespeare is vanaf de allereerste serie, uit 1966, met het beroemde tweetal Kirk en Spock, aanwezig in citaten, in hertellingen van toneelstukken (‘The conscience of the king’), in expliciete verwijzingen (Picard heeft het verzameld werk van Shakespeare in zijn kantoor) en generaal Chang van de Klingons, een vreemd en oorlogszuchtig ras dat overigens erg op het menselijke ras lijkt, is Shakespeare toch het beste te begrijpen in in de oorspronkelijk taal: het Klingon. (Hamlet is overigens daadwerkelijk vertaald in deze kunsttaal ).
Een uitstapje, maar alleen om te laten zien dat de titel van dit werk alleszins gerechtvaardigd is. Op de een of andere manier is een man, geboren in 1564 in Straford upon Avon, erin geslaagd om te verwoorden wat in zijn tijd interessante thema’s waren en belangrijke worstelingen. Hij heeft dat op zo’n meesterlijke wijze gedaan dat hij met zijn werken alle grenzen van tijd en ruimte heeft weten te overstijgen.
Strikt genomen is dit boek geen biografie van Shakespeare. Gegeven het feit dat wij bijzonder weinig van zijn leven afweten, zou dat ook een tamelijk heilloze onderneming zijn. Er is, in de woorden van Hoenselaars: ‘een notoire povere oogst aan betrouwbare biografische gegevens over hem – een naam in een geboorteregister, wat notariële aktes, een naam verbonden aan één of twee literaire teksten, en niet veel meer.’
In plaats daarvan heeft Hoenselaars gekozen voor een andere insteek. In de eerste hoofdstukken beschrijft hij wat zijn eigen fascinatie is met Shakespeare en in welke context de werken van Shakespeare ontstaan zijn. Hij beschrijft de toneelpraktijk in de 16e eeuw in Engeland, de status van de toneelspeler en de tekstschrijver en de rol van de beschermheren. De theaterwereld werd in die tijd als een poel des verderfs gezien. Vanaf de kansel werden de kerkgangers gewaarschuwd om niet naar het theater te gaan. Juist vanwege de strenge wet- en regelgeving werden de theaters buiten de stadmuren gebouwd. Daar hadden ze meer vrijheid.
In de volgende hoofdstukken bespreekt Hoenselaars de genres: de blijspelen, de koningsdrama’s en de treurspelen. Hij beschrijft de wisselwerking die de verschillende spelen op elkaar hadden en hoe Shakespeare ideeën van het ene toneelstuk verwerkte in een ander. Ook beschrijft hij de reacties van zowel tijdgenoten als latere critici op het werk.
De laatste drie hoofdstukken gaan over het Nachleben: hoe leeft Shakespeare voort in onze cultuur en wat betekent zijn werk heden ten dage nog voor ons. Hoewel Hoenselaars Star Trek niet noemt, noemt hij wel andere tv-series die door Shakespeare zijn beïnvloed, waaronder House of Cards en The West Wing. Hij laat ook zien hoe de teksten van Shakespeare een rol speelden in concentratiekampen en gevangenissen. De leermeester van Hoenselaars, Fred Bachrach, heeft, toen hij geïnterneerd werd in een Jappenkamp, talloze lezingen over de bard gehouden en hoewel het boek hem als straf werd afgenomen, kreeg hij het later op mysterieuze wijze terug. Hoenselaars laat doorschemeren dat dat kwam omdat ook de Japanners grote bewondering hadden voor Shakespeare.
Heeft het werk van Shakespeare eeuwigheidswaarde? Een lastige vraag. In hoeverre een bepaalde cultuuruiting eeuwigheidswaarde heeft of niet, zal altijd discussie opleveren. Heeft Shakespeare ‘eeuwigheidswaarde’ omdat Engelse scholieren en studenten tot vervelens toe met Shakespeare geconfronteerd worden? Doen wij alsof wij Shakespeare goed vinden, omdat dat nu eenmaal zo hoort? Geven wij daarmee te kennen dat wij bij de ‘elite van de culturele smaak’ behoren? Ook Hoenselaars zelf geeft aan dat die vraag niet te beantwoorden is. Misschien is juist het feit dat de auteur overtuigend aantoont dat Shakespeare diep doorgedrongen is tot de populaire cultuur en tot ons dagelijks leven, wel een bewijs dat de vraag bevestigend beantwoord kan worden. Shakespeare is voor altijd.
Het is bijzonder dat een Nederlander zoveel tijd en moeite heeft gestoken in een standaardwerk over een Engelse schrijver. Toegeven, niet de eerste de beste, maar toch. Maar we mogen dankbaar zijn dat er zo’n Nederlander is. Hoenselaar deelt met ons zijn liefde voor Shakespeare. Hij schrijft dat hij met dit boek de angst probeert weg te nemen voor zo’n ‘moeilijke’ auteur die in verouderd Engels ingewikkelde zinnen op papier heeft gezet. Daar slaagt hij wonderwel in. En hoewel Shakespeare, blijkens dit boek, geen al te hoge pet op had van de Nederlanders, denk ik dat hij over Hoenselaars zeer te spreken zou zijn geweest.
Shakespeare Forever! Leven en mythe, werk en erfenis
Ton Hoenselaars
Uitgeverij Wereldbibliotheek
ISBN 978 90 284 2664 1
Verschenen augustus 2017
Bestelinformatie
Bestel hier als paperback bij Athenaeum Boekhandel (€ 24,99)
Bestel hier als ebook bij Athenaeum Boekhandel (€ 14,99)
Bestel hier als paperback bij bol.com (€ 24,99)
Bestel hier als ebook bj bol.com (€ 14,99)