Louis Andriessen: een geniale componist die zich afzette tegen het establishment

In 2021 overleed Louis Andriessen, na een lang en intens leven van en met muziek. Hij liet een rijk oeuvre na waar generaties muzikanten zich over kunnen blijven verwonderen. ‘The most omnivorous of contemporary composers’ schreef The Washington Post in haar necrologie. Journaliste Jacqueline Oskamp verdiepte zich in de grensverleggende componist en beschreef zijn leven in Groots is de liefde.

Wie zou er niet in een tijdmachine willen kruipen om af te reizen naar het Parijs van 29 mei 1913 om er omver te worden geblazen door Strawinsky’s Sacre du Printemps tijdens de première van dit stuk? De concertgangers in de Franse hoofdstad waren nog niet toe aan de dissonante harmonieën en muzikale vernieuwing. De gemoederen liepen zelfs zo hoog op dat ze met elkaar op de vuist gingen.

Net als in Andriessens leven is de Russische componist ook in dit boek een belangrijk thema. Zijn overrompelende De Staat is schatplichtig aan het werk van Strawinsky. Daar doet de componist niet geheimzinnig over; hij heeft de Rus zelfs ooit een nooit verstuurde brief geschreven waarin hij schrijft hoeveel hij voor hem betekend heeft.

Die openhartigheid is kenmerkend voor de Nederlander. Zijn boezemvriend, dirigent Reinbert de Leeuw, zegt het ook: “Louis is iemand die enorm genereus is in zijn bewondering voor Strawinsky. Dat hoor je in zijn muziek. Er is geen sprake van dat hij dan iemand nadoet, dat wordt dan meteen ‘Louis Andriessen’.” Of zoals zijn vader, Hendrik Andriessen hem ooit bijbracht: Muziek gaat altijd over andere muziek.

Genon-conformeerd

In 1976, Andriessen is dan in eigen land al een coryfee, verschijnt De Staat. “De wieg van de kleine Louis Joseph”, zo schrijft Oskamp, “stond eind jaren dertig in de Utrechtse Herenstraat, maar de geboorte van de componist Andriessen – de enige echte Andriessen, aldus zijn vriend Elmer Schönberger – geschiedde op 28 november 1976 in het Amsterdamse concertgebouw.”

Met De Staat verwierf Andriessen wereldfaam. Vooraanstaande Amerikaanse componisten studeerden bij hem of noemen hem als een belangrijke invloed waaronder Julia Wolfe, Michael Gordon en David Lang, de oprichters van het Amerikaanse componistencollectief Bang on a Can. Andriessen is hun cruciale inspiratiebron.

Veel Amerikaanse studenten trokken naar het Koninklijk Conservatorium in Den Haag in de jaren ’80 en ’90 om bij Andriessen en zijn kring te studeren. Sommigen van hen werden betoverd door de feeërieke Keizersgracht waar hij woonde en werkte, samen met de liefde van zijn leven, Jeanette Yanikian. Andersom aanvaardde hij maar al te graag uitnodigingen uit het buitenland om er te komen lesgeven of te componeren.

Interessant is hoe Andriessens biograaf werk heeft gemaakt van de receptie door de tijd heen. Wanneer hij begin jaren tachtig de centrale componist van het Holland Festival is, vraagt een journalist zich af of hij misschien niet meer de rebel is die hij was. “Ik heb me niet geconformeerd, het Holland Festival heeft zich genon-conformeerd”, was zijn heerlijke antwoord. Het zegt niet alleen iets over de ontwikkeling van de componist, maar ook over die van de muziekkritiek, die vele interpretaties opleverde. De enscenering van De Materie uit 1989 wordt neergesabeld, maar de muziek wordt door de Nederlandse pers goeddeels omarmd. In het buitenland zijn de meningen verdeeld. De componist zelf haalt er zijn schouders over op. Hij vindt het principieel onjuist om te reageren op “de toevallige kritiek van dat ene ventje of dat ene meisje”. “Dat zou alleen zin hebben als er sprake zou zijn ‘van een culturele, politieke artistieke lijn bij een bepaalde krant. De ene keer zit Pietje Puk, de andere keer Truusje Snel. Je bent volkomen afhankelijk van het ventje dat per ongeluk over je werk schrijft.”

Louis Andriessen in 2016 © Ddominykas (CC BY-SA 2.0)

Een Italiaans zwembad

Oskamp heeft gedegen muzikale kennis en zet dat op een prettige manier in. Mooi is de beschrijving van bijvoorbeeld het stuk Hoketus: “In de compositie zijn twee principes in elkaar geschoven: herhaling en ‘hoquetus’, een stijlmiddel dat in verschillende culturen voorkomt, en waarbij twee of meer stemmen om en om de melodielijnen spelen. Andriessen verdeelt het melodisch materiaal over twee identieke instrumentgroepen (met elk een panfluit) die om en om een noot spelen – vergelijkbaar met een potje tafeltennis maar dan in adembenemend tempo, eindeloos herhaald en met een snoeiharde attaque.”

Grondig is de research die ze gedaan heeft; ongetwijfeld zijn er talloze ‘darlings’ gesneuveld. Toch, sommige anekdotes waren te leuk om weg te laten. Als Andriessen ouder wordt krijgt hij hypochondrische neigingen. Hij moet stoppen met roken en dat doet hij. Een rekensom wijst uit dat hij in de loop der jaren ruim 300.000 sigaretten heeft gerookt, ofwel een peuk van 2100 kilometer. Genoeg voor een heel leven, besluit hij plechtig. Oskamp voegt daar nog fijntjes een voetnoot aan toe. Een vergelijkbare rekensom maakt hij twee jaar later ten aanzien van alcohol: “Waarschijnlijk heb ik in mijn leven twee keer het zwembad van Frans Brüggen in Italië leeggedronken.”

Er is veel geschreven over Andriessen én te zien op internet. Maar de meerwaarde van Groots is de Liefde is de toegang die Oskamp had tot het privé-archief van Andriessen en zo kon grasduinen in en citeren uit de grote hoeveelheid brieven die hij schreef, aan zijn ouders, vrienden, studenten. En aan zijn vele vriendinnen. Want hoewel Jeanette Yanikian tot aan haar dood de liefde van zijn leven was, hield hij er vele buitenechtelijke relaties op na (ze trouwden overigens pas laat, toen zij zich zorgen begon te maken over zijn nalatenschap, waar hij voor haar niets geregeld had).

Strijkers zijn zeikerds

Naast Strawinsky speelde Andriessen sr. een belangrijke rol in Andriessens leven. Hij had grote bewondering voor zijn vader, die in zijn tijd ook componist was en directeur van het Haags conservatorium. Zijn stukken werden regelmatig door het Koninklijk Concertgebouworkest uitgevoerd. Louis, zijn zoon, had een andere relatie met dit orkest. Strijkers zijn zeikerds zei hij eens, verwijzend naar symfonieorkesten die altijd maar Mahler, Rachmaninov en Bruckner spelen, alsof er geen nieuwe muziek wordt gemaakt.

Spraakmakend was het Notenkrakersincident op 17 november 1969 tijdens een concert van het Concertgebouworkest onder leiding van Bernard Haitink. Een groep jonge componisten, waaronder Louis Andriessen, Reinbert de Leeuw, Misha Mengelberg, Peter Schat en Jan van Vlijmen onderbrak het concert en eiste een open discussie over het programmeringsbeleid van het Concertgebouworkest.

Goed een halve eeuw later zwichtte hij voor een verzoek van artistiek leider Joel Ethan Fried die hem overhaalde om ter gelegenheid van het 125 jarig bestaan van het orkest een stuk te componeren. Waarom nu wel, na jarenlange weigering? Andriessen: “Ik had ineens een visioen dat hij naast me stond en zei: ‘Jongen, dat moet je nou maar eens doen’.”

Mysteriën, dat teruggrijpt op de teksten van Thomas a Kempis (Magna res est amor) is allesbehalve een knieval aan de esthetiek van het orkest, maar onmiskenbaar Andriessen: strak, geheimzinnig, intens, vol spanningsbogen en ritmische energie. Elmer Schönberger zei erover: “Mysteriën klinkt als een zoon die eindelijk naar zijn vader luistert, maar op zijn eigen manier.”

Eenvoudig is de aanloop naar de première niet. “Ik leef nog. De meeste componisten zijn al dood he?”, zegt Andriessen als hij op een middag langs komt, met de partituur in een plastic tasje om zich voor te stellen aan enkele van de muzikanten.

Er wordt gerepeteerd onder leiding van Mariss Jansons. Het stuk kent ‘moeilijke’, atonale stukken en leidt soms tot blikken van ongeloof bij leden van het orkest. Oskamp verwijst naar de documentaire Imperfect Harmony waarin te zien is hoe de dirigent zijn ergernis niet kan verhullen tijdens de talloze interventies van de componist zelf.

In haar nawoord vertelt Oskamp dat het haar te doen was om Louis Andriessen te leren kennen en te begrijpen. In haar verantwoording refereert ze ‘al lezende met groeiende jaloezie’ naar de biografie van Blake Bailey over Philip Roth, wiens ‘schrijvend’ leven nagenoeg een-op-een terecht kwam in zijn biografie. Dichterbij in ons land had ze ook Willem Otterspeer (W.F. Hermans) of Nop Maas (Gerard Reve) kunnen noemen. Hoe dan ook, in het beschrijven van de mens én muzikant Louis Andriessen is ze voortreffelijk geslaagd; Groots is de Liefde is een boeiend, meeslepend en uitmuntend geschreven boek over een van de grootste kunstenaars die ons land ooit heeft voortgebracht. En dat heeft Jacqueline Oskamp overtuigend en met verve voor het voetlicht gebracht.

Groots is de Liefde Biografie van Louis Andriessen (1939-2021)
Jacqueline Oskamp
Ambo – Anthos
ISBN hardcover: 9789026349133

ISBN e-book 9789026349140
Verschenen in mei 2025

Bestelinformatie

Bestel als hardcover bij bol.com (€ 39,99)
Bestel als e-book bij bol.com (€ 14,99)

Pieter Nabbe
Pieter Nabbe
Pieter Nabbe studeerde Nederlandse Taal & Letterkunde in Nijmegen. Hij is zanger en tekstschrijver van de band Juneville, door een voormalig OOR-recensent omschreven als ‘het best bewaarde geheim uit Nijmegen, tussen Frank Boeijen en De Staat’.

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in