Alles gaat op vroeger terug luidt de voor de hand liggende titel die Annet Mooij haar biografie van Ischa Meijer gaf. Want ja, alles gaat ook in het geval van Ischa Meijer op vroeger terug. Zijn verleden en vooral dat van zijn ouders maakten Ischa Meijer tot de man, de journalist en de entertainer die hij was. Een verleden dat geen excuus is, maar wel een verklaring vormt voor een getormenteerd leven en de manier waarop Ischa Meijer zich manifesteerde.
Annet Mooij ‘adopteerde’ – zo zegt ze het zelf in haar verantwoording – een boek in wording. Dat boek in wording – er stond nog geen letter op papier, maar er was al wel veel research gedaan – had het vervolg moeten worden op Jaap en Ischa Meijer: een joodse geschiedenis 1912-1956, dat in 2008 verscheen. Ischa en Jaap Meijer: een joodse geschiedenis 1956-1995 zou het gaan heten. De schrijfster, Eveline Gans, overleed in 2018, het jaar waarin Annet Mooijs biografie van Gisèle d’Ailly–van Waterschoot van der Gracht verscheen. Annet Mooij had dus haar handen vrij en ‘ontfermde’ zich over het onvoltooide project.
Om het bijna onmiddellijk naar haar hand te zetten. In plaats van een dubbelbiografie te schrijven, koos zij al snel voor één hoofdpersoon. Praktisch gezien was dat wellicht een logische keuze – wie zou zoveel jaar na dato de inhoud van dat eerste boek nog paraat hebben? – maar tegen de argumenten van Annet Mooij voor die keuze – het feit dat de banden tussen Ischa Meijer en zijn ouders verbroken werden toen hij twintig was en de overstelpende hoeveelheid materiaal – valt het een en ander in te brengen. Alleen al het feit dat Ischa Meijer, na verstoten te zijn, een heel leven lang hunkerde naar erkenning van met name zijn vader, en dat deze verstoorde relatie als een rode draad door het boek van Annet Mooij loopt, spreekt tegen dat een dubbelbiografie een doodlopende weg zou zijn geweest.
Ischa, de zoon
In Alles gaat op vroeger terug herneemt Annet Mooij een deel van de (familie)geschiedenis zoals die door Eveline Gans in Jaap en Ischa Meijer: een joodse geschiedenis 1912-1956 werd verteld. Aan het eind van dat boek is Ischa pas dertien, maar de kaarten lijken al geschud. De oorlog heeft onuitwisbare sporen nagelaten. De erkenning van de fanatieke, onverzadigbare en niet inschikkelijke Jaap Meijer als historicus/schrijver is groeiende. Zijn vrouw Liesje schikt zich inmiddels in haar rol als toegewijd echtgenote en secretaresse. En de kinderen – Ischa, zijn zus Miriam en zijn broer Job – zijn in het ontwrichte gezin op zichzelf aangewezen.
Dat op zichzelf aangewezen zijn zal uiteindelijk leiden tot hun verstoting. Een lot dat vooral bij Ischa, zelf feitelijk ook een eerste generatie oorlogsslachtoffer, hard aankomt.
Steeds als het in Alles gaat op vroeger terug over Ischa gaat, gaat het ook over zijn ouders. Over de haat-liefdeverhouding met zijn vader, over de band met zijn moeder. Wat nergens nadrukkelijk genoemd wordt, maar wat blijkt uit de manier waarop Annet Mooij over vader en zoon Meijer schrijft, kan niet anders dan geconcludeerd worden dat zij op een aantal punten zeer op elkaar leken. Beiden waren workaholics, beiden hadden de neiging een ander uit het oog te verliezen tijdens de ratrace die zij van hun (werkzame) leven maakten en beiden waren geobsedeerd door het joodse gedachtengoed.
De behoefte aan een plaatsvervangend thuis
Annet Mooij kiest grote woorden voor de vormende jaren van Ischa Meijer. Ze geeft haar hoofdstukken titels als ‘Terra incognita’, ‘De god, de vader en het kind’ en ‘Woede en verveling’. Behalve het benoemen van de ballast die deze jaren Ischa Meijer bezorgen, zoekt ze ook naar de kiemen van het talent en zijn fascinaties. Het stellen van de juiste vragen gaat volgens haar terug op het joodse lernen dat via zijn vader overgedragen wordt. Een kortstondige emigratie naar Suriname, waar duidelijk wordt hoe wankel het huwelijk van zijn ouders op dat moment is, triggert zijn belangstelling voor hoeren en ‘trutten’. De al vroeg op zichzelf aangewezen Ischa ontwikkelt, zodra hij het huis van zijn ouders gedwongen moet verlaten, manieren om zijn behoefte gezien te worden vorm te geven. Hij zoekt toenadering tot anderen, maar meer nog hunkert hij naar podia waar hij zichzelf en zijn woorden kan laten klinken. Het maniakale dat zijn werklust later typeert, zit er al vroeg in.
Hoewel het grote succes aanvankelijk op zich laat wachten – zijn talent om mensen tegen zich in het harnas te jagen, simpelweg door zich te manifesteren en geen blad voor de mond te nemen, zit hem in de weg – is het duidelijk dat Ischa Meijer op zijn manier doelgericht te werk gaat. Hij praat en schrijft zich naar binnen in levens en werkkringen waar hij zich plaatsvervangend thuis zou kunnen voelen. Dat aspect speelt, naast opportunisme en de overtuiging dat hij op die plaatsen iets teweeg kon brengen, steeds een rol bij de keuzes die hij maakt.
Vrouwen en vriendinnen
In de eerste twee delen van Alles gaat op vroeger terug is Annet Mooij een vrij traditionele biograaf die op basis van de feiten verbanden legt tussen leven en werk van haar verstoten ‘biografeling’. Ze laat zien – waarbij ze dankbaar gebruikt maakt van en voortborduurt op de basis die Eveline Gans heeft gelegd in haar boek over vader en zoon Meijer – hoe uit een verknipt kind een volwassene groeit die wat hij voelt en vindt vertaalt in journalistiek en literair (proza, poëzie en toneel) werk met een autobiografische inslag.
In het derde deel, het deel waarin ‘de vrouwen’ centraal staan, verliest Alles gaat op vroeger terug de nuances die nodig zijn om uiteindelijk een uitspraak te kunnen doen over het verleden als excuus versus het verleden als verklaring voor gedrag. Aan de hand van zijn relaties met Berthe Meijer, Els Timmermans en Jenny Arean probeert Annet Mooij niet alleen patronen in relaties te ontdekken, maar gaat ze ook nader in op Ischa’s fixatie op zijn joodse oorsprong, het ‘hoerendom’ en het theater.
Hoewel Annet Mooij niet alle compassie verliest, komt de nadruk steeds meer te liggen op het verwerpelijke van het gedrag van Ischa Meijer. Zij signaleert een terugkerend patroon in Ischa’s omgang met vriendinnen en grote liefdes: de charmeur ontpopt zich al snel tot een nietsontziend monster dat niet terugdeinst voor het en plein public vernederen van zijn partner(s).
In haar oordeel over Ischa Meijer als partner en vader (Ischa was lang een erg afwezige vader voor zijn zoon en dochter) en over zijn vreemdgaan, is Annet Mooij hard, keihard. Terwijl ze juist hier nalaat de verzachtende omstandigheden en mogelijke verklaringen voor dit dwangmatige gedrag te onderzoeken. Wijzen op overeenkomsten in gedrag tussen vader en zoon, doet ze niet. En over (de onmogelijkheid tot) hechten gaat het ook niet. Alsof zij geen begrip op wil brengen voor het gedrag van Ischa Meijer en de keuzes van degenen met wie hij korter of langer een relatie onderhield. Intimiteit is duidelijk niet Ischa’s grootste kwaliteit. En dat is voor iemand die zich voortdurend – in woord en daad – bloot lijkt te willen geven, een handicap. En ook dat gaat op vroeger terug. Maar dat vroeger is in dit geval geen excuus. Zo had Annet Mooij het ook kunnen verwoorden.
Connie Palmen
Toen Ischa Meijer op 14 februari 1995 overleed, was Connie Palmen zijn partner, al was hij ook toen niet monogaam. In Alles gaat op vroeger terug komt Connie Palmen er bekaaid af. Uit de relativerende toon waarin Annet Mooij over de relatie tussen Ischa Meijer en Connie Palmen schrijft, spreekt een venijn dat doet vermoeden dat er een rekening vereffend moet worden. Dat Connie Palmen in de romans I.M. en Geheel de uwe of het verhaal Home haar versie van en visie op hun relatie geeft, mag voor een biograaf geen reden zijn om die particuliere interpretatie niet bij haar onderzoek te betrekken. De opzichtigheid waarmee Annet Mooij meldt dat Ischa Meijer in de tijd dat hij met Connie Palmen was onroerend goed kocht, zonder haar daarin te kennen, maar zeker de opmerking over I.M.: ‘Ischa werd door dit boek van Connie, meer dan hij bij leven ooit geweest was’, is een stoot onder de gordel. Wederhoor was hier op zijn plaats geweest, al valt een biografie niet onder de journalistieke genres waarop dit principe van toepassing is.
Ischa, de journalist en de schrijver
Na het harde oordeel over de mens Ischa Meijer in relatie tot de vrouwen in zijn leven lijkt het voor zijn biograaf lastig om de draad op te pakken en de journalist die hij was recht te doen. Want ook als journalist was Ischa Meijer geen lieverdje: hij ging niet altijd zachtzinnig met collega’s, medewerkers en gasten om.
Zijn verdiensten – als voorloper in de discussie over oorlogsslachtoffers, zijn reportages en zijn spraakmakende interviews (in diverse bladen en op de radio, op televisie kwamen zijn kwaliteiten minder tot hun recht) – worden op verschillende plaatsen in de biografie benoemd, maar door het slotakkoord van het werkzame leven te vatten onder de noemer ‘roem’ – een thema in het werk van Connie Palmen – wordt de indruk gewekt dat veel van wat Ischa Meijer als journalist beoogde buitenkant en voor de bühne was. Alsof het hem niet om de inhoud ging.
Ook aan de literaire component van het oeuvre besteedt Annet Mooij door de hele biografie heen aandacht. Ze onderzoekt hoe waargebeurd het autobiografisch getinte werk is en oordeelt over de kwaliteit en de impact van de romans, toneelstukken, liedjes en columns. Om te concluderen dat, op enkele uitschieters na, Ischa Meijer de literaire ambities die hij nastreefde nooit heeft kunnen waarmaken. Wellicht omdat het hem aan het geduld ontbrak, dat nodig is om iets dat een lange adem vergt te voltooien.
Waar staat de biograaf?
Hoewel het in het geval van adoptie eigenlijk not done is om het eigene van de geadopteerde onmiddellijk te ontkennen, moet geconcludeerd worden dat de keuze van Annet Mooij om het spoor van de dubbelbiografie te verlaten te verdedigen is, en dat die keuze over het algemeen goed uitpakt. Maar er moet ook niet de indruk gewekt worden dat er in Alles gaat op vroeger terug geen sprake is van het onderzoeken van de verstrengeling van deze twee levens. Als alles op vroeger teruggaat, dan neemt Jaap Meijer in dat vroeger een uitzonderlijke positie in.
Tegelijk is alles gaat op vroeger terug ook een enorme open deur. In de biografie moet onderscheid gemaakt worden tussen het vroeger in de geschiedenis – de Tweede Wereldoorlog: een onderwerp waar zowel het werk van vader als zoon Meijer van doortrokken is, en het vroeger zoals dat in familie- en gezinsverband ge- en beleefd wordt. Een deel daarvan – en dan met name de relatie tussen Ischa en zijn broer en zus – blijft onderbelicht.
Maar dit zijn minor points vergeleken bij een ander punt van kritiek. Uit haar biografie van Ischa Meijer wordt niet duidelijk waar Annet Mooij zelf staat. Wat ze nu eigenlijk beoogt met het ontrafelen van dit specifieke leven blijft tot op zekere hoogte een raadsel. Soms lijkt het zelfs of ze gaandeweg een hekel aan haar onderwerp heeft gekregen, hem een hak wil zetten.
In haar biografie hint Annet Mooij op de mogelijke homoseksualiteit van Ischa Meijer (maar doet dat in de epiloog uiteindelijk af met ‘Er was geen homoseksueel schaduwbestaan om te onthullen, […]’), ze wijst op schatplichtigheid aan Patrick Modiano (alsof Ischa Meijer plagiaat pleegde) en doet geheimzinnig over een langdurige – de langstdurende – verhouding met een vrouw wier naam ze aanvankelijk niet noemt (om die later alsnog te onthullen: ‘die langste verhouding was met haar’). Waartoe dienen deze ‘speldenprikjes’? Is het om haar onderwerp in diskrediet te brengen, is het om de macht van de biograaf te laten zien? Annet Mooij laat zich in dit soort details kennen, maar waarom zij per se zijn biograaf wilde zijn, wordt uit Alles gaat op vroeger terug niet duidelijk. Het feit dat zij goede herinneringen had aan die ene keer dat ze in I.S.C.H.A door Ischa Meijer geïnterviewd werd, kan toch niet doorslaggevend zijn geweest.
Alles gaat op vroeger terug: Ischa Meijer (1943-1995)
Annet Mooij
Prometheus
ISBN 978-90-446-412808
Verschenen in november 2023
Bestelinformatie
Bestel als hardcover bij bol.com (€ 39,99)Bestel als e-book bij bol.com (€ 23,99)
‘Wederhoor was hier op zijn plaats geweest, al valt een biografie niet onder de journalistieke genres waarop dit principe van toepassing is.’ Het principe van wederhoor geldt toch niet alleen voor journalistieke genres? Doel van dit principe is toch vooral om een betoog sterker te maken of een aanname te onderbouwen.
Connie Palmen is op haar pik getrapt..
De recensent hield van Ischa. Dat staat zijn literair oordeel in de weg. Jammer dat verdachtmaking en insinuatie nu de boventoon vormen in zijn epistel. Ischa hoeft niet beschermd en verdedigd te worden. Een biografie is immers geen godsoordeel.
Ten onrechte meende ik dat de recensent een man was. Onnozel, geen man zou Ischa ooit in bescherming nemen! ☺️
Wat een venijnig stuk en ook op veel punten onjuist. Ja, er wordt een rekening vereffend, niet door Annet Mooij maar door deze recensent die zich laat kennen als een….ja, wat? Ik moet ineens denken aan de piepjonge fans van Justin Bieber die journalisten belaagden die het waagden kritisch over zijn concerten te schrijven.
Ik vond het een meer dan uitstekende biografie waarin de mens en het fenomeen Ischa Meijer m.i. van alle kanten wordt belicht en in perspectief geplaatst. Met empathie maar niet kritiekloos.