Geertje Lycklama à Nijeholt. Monument voor een ‘stille kracht’

Net als bij auteur Johanneke Liemburg deed de naam Geertje Lycklama à Nijeholt ook bij mij geen belletje rinkelen. Na het lezen van de biografie Geertje Lycklama à Nijeholt (1938-2014). Feministisch stratege, vraag ik me nog steeds af waarom deze pionierster, want zo zou je haar best kunnen betitelen, zo onbekend is gebleven. Was het haar bescheidenheid of zegt het eerder iets over de rol van vrouwen, die in die tijd onderbelicht bleef? Daar geeft de biografie geen eenduidig antwoord op. Het beeld dat beklijft, is er één van een ‘stille kracht’ met een enorme staat van dienst. Geertje Lycklama à Nijeholt wist bruggen te slaan en hield zich moeiteloos staande in een door mannen gedomineerde wereld. De biografie doet volkomen recht aan haar prominente rol op het gebied van vrouwenemancipatie in binnen- en buitenland.

Liemburg, zelf actief in de politiek, was burgemeester van de gemeente Littenseradeel, daarvoor gedeputeerde voor de provincie Fryslân en Tweede Kamerlid voor de partij waar ook Lycklama lid van was en waarin de laatste een prominente rol gespeeld heeft. Zo werd ze als PvdA-lid gekozen tot de eerste vrouwelijke voorzitter van de Eerste Kamer. Toch had ook Liemburg nog nooit van haar gehoord. Tot auteur Ireen Dubel in het kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis Atria in Amsterdam op het archief van Lycklama suitte. Zij leerde in 1983 de in Lollum geboren hoogleraar en politica op het International Institute of Social Studies (ISS) in Den Haag kennen. Dubel benaderde Liemburg, mede vanwege haar Friese achtergrond, en was meteen geïnteresseerd. Ook omdat er over deze generatie vrouwen nog zo weinig gepubliceerd is. Wat dat betreft mag deze biografie met recht een aanwinst genoemd worden. Het boek geeft een helder beeld van de ontwikkeling van de vrouwenemancipatie in die specifieke periode en laat zien wat deze generatie heeft betekend voor de gelijkberechtiging van de vrouw.

Greidhoeke

Liemburg heeft gekozen voor een chronologische opzet, zo stelt ze in het voorwoord, ‘omdat haar leven zich daarvoor leent’. Een toelichting op deze keuze geeft ze echter niet. De biografie begint dan ook in het geboortedorp van de hoofdpersoon, het Friese Lollum. Lycklama is, anders dan de naam doet vermoeden, niet van adel en groeit niet op in een rijk milieu. Het boerendorp in de ‘greidhoeke’ van de provincie lag eeuwenlang zeer geïsoleerd, pas in 1870 was het mogelijk om het dorp over land te bereiken. Ze groeide, samen met twee zusters en twee broers, op een boerderij op in de dorpskern, in een gereformeerd en harmonieus gezin. De schrijfster schetst een levendig beeld van de geschiedenis van het dorp en het fermidden waarin Geertje op 2 april 1938 ter wereld kwam.

Amsterdam

Het lag in de jaren vijftig niet direct voor de hand dat de leerprestaties van meisjes op waarde werden geschat. Ondanks negens en tienen op het eindrapport van Geertje was de Rehoboth-ulo in Bolsward voor haar goed genoeg. Alleen boerenzonen gingen direct naar het lyceum. Het lukt Lycklama later om ook naar het christelijk lyceum in Sneek te gaan en daarna studeert ze sociologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Van de kloof Randstad – platteland schijnt ze niet zoveel last te hebben gehad getuige dit vrij nuchtere citaat uit een brief aan haar ouders van 10 september 1956:

‘Van de reis valt niet veel te vertellen, om twee uur was ik in Amsterdam, daar heb ik m’n fiets opgepikt en met de tas aan ‘t stuur en de reistas achterop ben ik dwars door de stad gefietst, op een zeker ogenblik stond ik gewoon te ‘toeteren’, want ik zag een stel dat doodleuk in ‘t drukste verkeer op de fiets zat te vrijen.’

Je zou zeggen dat de cultuurshock groot moet zijn geweest maar Lycklama voelde zich snel thuis in de hoofdstad. Ze maakte volgens een medestudente een volwassen indruk, was rustig en bedachtzaam. Interessant om te lezen is, hoe dat studentenleven er in die jaren uitzag. Een voorbeeld: meisjes-studenten bezochten in die tijd geen kroegen, alleen als ze een mannelijke begeleider hadden. Lycklama behoorde, zo beweert althans een model van socioloog Henk Becker, tot de ‘stille generatie’ (1930-1940), die betere mogelijkheden had voor het volgen van voortgezet onderwijs dan de generatie voor hen, maar nog wel traditionele opvattingen hanteerden inzake de seksuele moraal. Ze zijn, zo stelt Becker, te karakteriseren als: niet opstandig maar pragmatisch en tot weinig actie bereid.

Lycklama past in dat profiel. Ze stond niet op de barricaden maar heeft zich haar hele werkzame leven ingezet voor kansengelijkheid voor vrouwen, niet alleen in Nederland maar ook ver buiten de landsgrenzen. Ze studeerde in maart 1963 af en een maand later trouwde ze met economiestudent Henk Thomas, een in het Friese Boksum geboren domineeszoon uit Arnhem. Ze noemde hem ‘een lot uit de loterij’. Hij heeft haar altijd gestimuleerd en gesteund tijdens haar maatschappelijke carrière. Vanuit hun christelijke achtergrond kozen ze voor uitzending naar het buitenland. Pakistan was het land waar ze zich gingen vestigen om daar gereformeerd zendingswerk te gaan verrichten. Een bepaald niet alledaagse keuze. Avontuurlijk ook, omdat Lycklama zeven maanden zwanger was van hun eerste kind. Onder moeilijke omstandigheden deden ze daar samen hun werk, want ook Lycklama kreeg de kans om haar kwaliteiten in te zetten.

Achterlijk land

Na zeven jaar Pakistan, waar ze onder andere. sociologisch onderzoek deed naar de positie van de allerarmsten, maar ook projecten opzette met vrouwen en meisjes, volgde Amerika, een land dat Lycklama en haar man betitelden als ‘een fantastisch rotland’. Het doorgeslagen kapitalisme ging het echtpaar steeds meer tegenstaan. Al deze buitenlandse ervaringen zorgden er voor dat de Lycklama’s politiek steeds meer naar het linker spectrum opschoven. In 1973, na Henk zijn promotie aan de Cornell University, keerden ze terug in Nederland. De overgang was groot. In Pakistan had Lycklama personeel, in Amerika was de kinderopvang goed geregeld maar in Nederland zaten de moeders thuis. Het echtpaar trof een, in hun ogen, ‘achterlijk land’ aan. Het enige lichtpuntje was het satirische programma Hadimassa, waar op een tweedehands televisie naar werd gekeken.

Toch nam Lycklama’s carrière in Nederland pas echt een grote vlucht. Henk ging de kost verdienen zodat zijn vrouw kon promoveren. Het voert te ver om haar lange loopbaan hier de revue te laten passeren. Alle informatie daarover is in het boek te vinden, al wemelt het bij tijd en wijle van afkortingen van instellingen en organisaties. Gelukkig kan de lezer achter in de biografie een lijst raadplegen waarin die allemaal nog eens op een rij worden gezet. Geen overbodige luxe. Een paar van Lycklama’s belangrijkste wapenfeiten: haar aanstelling als eerste (bijzonder) hoogleraar Vrouwenemancipatie aan de Landbouwhogeschool in Wageningen, ze was de eerste vrouwelijke rector van het International Institute of Social Studies (ISS) in Den Haag en zoals al genoemd, de eerste vrouwelijke voorzitter van de PvdA-fractie in de Eerste Kamer.

Politiek

Allerlei bekende en minder bekende namen uit de vaderlandse politiek passeren de revue. Van Jan de Koning tot Jeltien Kraaijeveld-Wouters, van Joop de Uyl tot Jan Pronk, van Wim Kok tot Bas de Gaay-Fortman. Lycklama had met iedereen te maken. De indruk die ze bij mij achterlaat, is iemand die zichzelf nooit op de voorgrond plaatste. Een doorzetter, die onverstoorbaar doorwerkte en diplomatiek was in haar optreden, een persoonlijkheid zonder scherpe randjes, niet echt uitgesproken. Voor een biografe is dat misschien niet de meest dankbare hoofdpersoon. Lycklama heeft een rijk en betekenisvol leven gehad maar van haar binnenwereld kom je alleen indirect, dus via citaten van derden, een en ander te weten. Ik kan me nauwelijks voorstellen dat ze, op bepaalde momenten in haar leven, geen innerlijke strijd heeft gevoerd. Daar had ik als lezer graag iets meer van willen weten, maar Liemburg heeft duidelijk niet gekozen voor een meer psychologiserende, speculatieve benadering.

Toch is dit uiteindelijk een zeer lezenswaardige biografie. Het boek geeft een gedegen overzicht van de imposante carrière van een Friese boerendochter, in een tijdperk dat werkende vrouwen nog een uitzondering op de regel vormden. In november 2014 kwam er – door leukemie – vrij plotseling een eind aan haar leven. Premier Mark Rutte zei tijdens de herdenking in de Eerste Kamer over haar: ‘Geertje Lycklama à Nijeholt was iemand die luisterde en naar wie dus ook werd geluisterd, iemand die ook mensen aan zich bond door haar openheid, eerlijkheid en haar vermogen om ingewikkelde vraagstukken tot de menselijke maat terug te brengen.’ Liemburg concludeert in haar nawoord: ‘Geertje Lycklama zette zich in voor een mooiere wereld met gelijke rechten en kansen voor iedereen. Gendergelijkheid heet dat tegenwoordig.’

Geertje Lycklama à Nijeholt (1938-2014). Feministisch stratege
Johanneke Liemburg
Uitgeverij Noorboek
ISBN hardcover 9789464710090
Verschenen in april 2023

Bestelinformatie

Bestel als hardcover bij bol.com (€ 29,90)

Marita de Jong
Marita de Jong
Marita de Jong is journaliste. Ze werkte jarenlang voor NDC Mediagroep en was als redacteur verbonden aan het cultureel opinieblad De Moanne. Tegenwoordig schrijft ze voor De Moanne, de website Fryslân1 en doet ze ondermeer pr werkzaamheden voor Museum Belvédère en Collegium Vocale Fryslân. In 2008 verscheen bij de Afûk haar boek: 14 schilders uit de Belvédère.

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in