Elizabeth Anscombe, Philippa Foot, Mary Midgley en Iris Murdoch. Vier vrouwen die de filosofie veranderden

Ten onrechte zijn de filosofen Elizabeth Anscombe, Philippa Foot, Mary Midgley en Iris Murdoch in vergetelheid geraakt. Twee nieuwe biografieën brengen deze vier vrouwen, en hun radicale ideeën, weer tot leven.

Op 1 mei 1956 stond een slecht geklede vrouw tegenover de machthebbers van de Universiteit van Oxford. Zij hadden in hun oneindige wijsheid besloten om president Harry S. Truman een eredoctoraat te verlenen. Alle mannelijke hoogleraren van deze eerbiedwaardige universiteit hadden vóór de verlening van dit eredoctoraat gestemd. Onder leiding van de slecht geklede vrouw, Elizabeth Anscombe, stemden de weinige vrouwelijke hoogleraren tegen. Truman was per slot van rekening de man die verantwoordelijk was voor de atoombommen die Hiroshima en Nagaski hadden verwoest.

Het is een tekenend tafereel voor Elizabeth Anscombe. Zij en haar drie vriendinnen Philippa Foot (geboren Bosanquet), Mary Midgley (geboren Scrutton) en Iris Murdoch brachten een revolutie in de filosofie teweeg. Weg met hoogdravende prietpraat, filosofie moet over het geleefde leven gaan. En daarbij hoort ook dat je in opstand komt tegen onrecht en ethische missers, zoals – in Anscombes ogen – het eredoctoraat van Truman.

Vorig jaar verschenen twee biografieën van dit Oxfordkwartet, zoals de vier filosofen ook wel worden genoemd. In Het kwartet concentreren Clare Mac Cumhaill (spreek uit: mac cool) en Rachael Wiseman zich op de Oxfordse jaren van de vier vrouwen. Benjamin J.B. Lipscomb beschrijft de levens van de wieg tot het graf in zijn Engelstalige The Women Are Up to Something.

De kwestie-Truman was nog om een andere reden tekenend voor het Oxfordkwartet. De Tweede Wereldoorlog speelde namelijk een belangrijke rol in hun ontwikkeling als filosofen. Hun denken was misschien – of beter gezegd: hoogstwaarschijnlijk – in de vergetelheid geraakt, ware het niet dat tijdens hun studie de oorlog uitbrak. Een groot deel van de mannelijke studenten en docenten in Oxford verdween naar het front. En dus werd de weg vrijgemaakt voor vrouwen. Daarnaast werd de inhoud van hun filosofie, en vooral hun ethiek, in hoge mate bepaald door de verschrikkingen van de oorlog. Zoals Philippa Foot het omschreef: ze wilden tegen de nazi’s kunnen zeggen: ‘Jullie zijn slecht en wij zijn goed.’

Al die vervloekte intellectuelen

Midgley vergeleek filosofie eens met loodgieten. Het is geen hoogdravend gegoochel met moeilijke termen als ‘metafysica’ en ‘fenomenologie’. Filosofie heeft de bescheiden taak de blokkades en in andermans denken te verhelpen. Als filosofen loodgieters zijn, waar lekte het dan in het huis van het denken?

De vier leden van het Oxfordkwartet waren het erover eens dat de Oxfordse filosofie problemen had. Twee filosofen waren er prominent: Richard Hare en A.J. Ayer. Hare worstelde met het probleem van ethische uitspraken. Wat voor soort zin is ‘Je mag niet stelen’? Drukt het slechts een afkeuring uit, zoals Hares voorgangers dachten? Nee, vond hij. Ethische uitspraken zeggen iets over wat ieder van ons goed en fout vindt. Het is niet zo dat stelen inherent slecht is, dacht Hare, we vinden het alleen slecht; er zijn geen ethische feiten, alleen ethische meningen. Het Oxfordkwartet was het daar absoluut mee oneens. Want als er geen ethische feiten bestaan, kunnen we dus nooit zeggen dat de Holocaust objectief slecht is; volgens Hare zouden we alleen kunnen zeggen dat we de Holocaust persoonlijk slecht vinden. Daar moet dus iets helemaal misgaan.

De andere tegenstander, A.J. Ayer, ging nog veel verder. Een uitspraak als ‘stelen is slecht’ is volgens hem betekenisloos. Elke zin die niet wetenschappelijk controleerbaar is, heeft volgens Ayer geen betekenis. Leuk om het er in het dagelijks leven over te hebben, maar niet iets waar filosofen zich mee bezig moesten houden.

Hoewel dit uitgangspunt ons nu nogal vreemd voorkomt, was Ayer in zijn tijd heel invloedrijk. Ayers gevolg ging driftig aan de gang met het analyseren van de taal, om te zien welke zinnen betekenisvol waren, en welke niet. Het leidde tot een mierenneukerig soort filosofie over de precieze betekenissen van woorden. Midgley schreef eens over Oxfordfilosofen: “ze waren veel banger dat ze zwak over zouden komen dan dat ze iets onverwachts en belangrijks zouden missen.” Murdoch schreef dat ze moe werd van de “pedante schoolfrikkerigheid van al die mensen hier, de nadrukkelijk uitgevente scherpzinnigheid… al die vervloekte intellectuelen.”

Metafysische dieren

Daarentegen waren Murdoch, Midgley, Foot en Anscombe geïnteresseerd in het dagelijks leven, ons lichaam, emoties; de dingen die het leven de moeite waard maken, zoals vriendschap, liefde, en schoonheid. Zoals Murdoch schreef over Oxfordcollega Gilbert Ryle: “Zijn wereld is een wereld waarin mensen cricket spelen, cakes bakken, eenvoudige beslissingen maken, herinneringen ophalen aan hun kindertijd of naar het circus gaan; het is niet de wereld waarin ze zonden begaan, bidden, verliefd worden, of lid worden van de communistische partij.”

Het is geen wonder dat Mac Cumhaill en Wiseman oorspronkelijk kozen voor de titel Metaphysical Animals. Metafysische dieren: zijn wij dat? Terecht willen Mac Cumhail en Wiseman aantonen dat deze vier vrouwen het echte leven in het centrum van hun filosofie plaatsen. Ze waren geïnteresseerd in het dagelijks leven van de mens, in dat wat ons tot een goed mens maakt, in het feit dat wij een dierlijke natuur hebben en dat de maatschappij ons leven bepaalt.

Wat ook opvalt is dat ze alle vier hun ethiek in praktijk brachten. Foot hielp bij Oxfam, Midgley bood tijdens de oorlog onderdak aan gevluchte Joden en maakte zich later hard voor vrouwen- en dierenkwesties, Murdoch werkte na de oorlog voor de UNNRA die oorlogsslachtoffers hielp, en Anscombe bleef haar hele leven als vroom katholiek betrokken bij ethische kwesties, en protesteerde tegen dat eredoctoraat van Truman. Zij zag Truman als de massamoordenaar die bommen op Hiroshima en Nagasaki had gegooid; moest je zo’n man nu eer betonen? (Overigens kreeg Truman het eerbetoon toch toegekend; de vrouwen waren in de minderheid.)

Anscombe, Midgley, Murdoch, Foot

Alleen al hun baanbrekende filosofie maakt het waard om een biografie over het Oxfordkwartet te schrijven. Maar hun levens en persoonlijkheden zijn ook interessant en inspirerend. Ondanks dat ze het eens waren over wat er mis was met de filosofie, worstelden ze alle vier met hun hun rol als filosoof, en vroegen zich af of ze wel goed genoeg waren (antwoord: ja). Ze ontmoetten elkaar vanaf 1948 “in het huis van Foot, in cafés; ze gingen samen naar colleges en voordrachten,” zo beschrijft Lipscomb. Ze werden vriendinnen, ondanks dat ze een zeer verschillende achtergrond hadden.

Anscombe trok, tegen alle conventies in, een broek aan wanneer ze lesgaf. (Naar verluid trok ze na klachten van de universiteit een rok over haar broek aan, zodat ze technisch gezien aan de reglementen voldeed). Ze shockeerde tijdgenoten door hardop ‘shit’ en ‘motherfucker’ te zeggen, en haar huis was één grote chaos. Maar haar drie vriendinnen waren het er ook over eens dat zij de slimste van de vier was. Ze zou hevig geïnspireerd worden door de grote filosoof Ludwig Wittgenstein, met wie ze samenwerkte, en wiens werk ze later zou vertalen. Toen ze in Cambridge bij Wittgenstein ging werken en haar eerste salaris wilde ophalen werd haar gevraagd of ze een van de nieuwe schoonmaaksters was. Anscombe zweeg even en zei toen zacht “Nee, ik ben de nieuwe hoogleraar Filosofie.”

Midgley begon na de oorlog aan een proefschrift over de derde-eeuwse filosoof Plotinus, maar maakte die niet af, omdat ze met Geoff Midgley trouwde en ze voor zijn werk naar Newcastle verhuisden. Ze kreeg werk bij de BBC-radio en gaf daarna een tijdje les op middelbare scholen. Hoewel ze een meer traditionele plaats innam in het huwelijk met Geoff, bleef ze zich naast haar huiselijke taken ontwikkelen. Ze schreef talloze boekrecensies en dacht na over filosofische kwesties. Toen ze een boek van bioloog Konrad Lorenz in handen kreeg bloeide haar liefde voor de natuur op. Ze pleitte voor een minder scherpe scheiding tussen de mens en de rest van de natuur. Ze werd algauw een specialist in de biologie en kruiste met onder andere Richard Dawkins de degens. O ja, en ze richtte met haar man ook nog een filosofieafdeling op aan Newcastle University.

Een burgerlijk bestaan was niets voor Iris Murdoch. Ze beleefde de ene affaire na de andere (onder andere met de vriend van Philippa Foot, en met Foot zelf). Ze was ook de avontuurlijkste van het stel, woonde tijdens de oorlog een poosje in Brussel waar ze Jean Paul Sartre hoorde spreken, flirtte openlijk met het communisme (waardoor ze na de oorlog niet in de VS mocht werken), en ontpopte zich tot groot romanschrijver. Uiteindelijk keerde ze, gedeeltelijk door een onterecht gevoel van onvermogen, de academische filosofie de rug toe.

Foot kon een conventioneler pad bewandelen. Zij kreeg wel een aanstelling aan Oxford en zou beroemd worden om haar ‘trolley’-gedachtenexperimenten. Ondanks haar welgestelde achtergrond (haar familie was upper class enze werd opgevoed door een nanny) zou ze een allergie ontwikkelen voor snobisme; ze vervloekte het feit dat ze wist dat iemand die “Lady  Mary Murray” genoemd werd deftiger was dan iemand die “Lady Murray” genoemd werd. Ze leefde op door haar werk voor Oxfam, waar tenminste niemand viel over het onderscheid tussen ‘serviette’ en ‘napkin’. Dat was ook een reden dat ze in de jaren ’70 in de VS ging werken, waar rangen en standen minder belangrijk waren.

Pittig, maar inspirerend

Het kwartet is een heerlijk boek om te lezen. Het is wel lastig om niet af en toe de draad kwijt te raken, omdat iedereen die een rol speelde in het leven van de vier vrouwen uitgebreid besproken wordt. Ook weiden Mac Cumhaill en Wiseman lang uit over minder belangrijke zaken, zoals de campagne van politiek filosoof Sandie Lindsay voor een zetel in het parlement. Ze hebben daarnaast de neiging om van de hak op de tak te springen, door de tijd heen, van diepfilosofische kwesties naar persoonlijke gebeurtenissen, en weer terug.

Lipscomb koos ervoor om de levens van de vier filosofen af en toe apart te beschrijven. Dat maakt de biografie weliswaar conventioneler, maar ook veel duidelijker voor de lezer. Ontegenzeggelijk heeft Lipscomb veel nabestaanden en kennissen gesproken, want de karakters komen helder naar voren.

In Het kwartet, daarentegen, blijven Midgley en Foot helaas nogal onderbelicht. Begrijpelijk is de keuze van de auteurs om de vier alleen tijdens hun ‘Oxfordse jaren’ (van 1938 tot 1956) te volgen, maar belangrijke episodes van na Oxford worden zo helemaal niet besproken. De invloed van de vier blijft daarmee buiten beeld. Murdoch publiceerde haar 26(!) romans en drie filosofieboeken bijvoorbeeld na die periode, en ook Midgley, Foot en Anscombe publiceerden hun belangrijkste werk na 1956.

Aan de andere kant beschrijven Mac Cumhaill en Wiseman, meer dan Lipscomb, het dagelijks leven en de geuren en kleuren van het Oxford uit die tijd. Zo beschrijven ze uitgebreid de primitieve zolderkamer waar Murdoch en Foot in Londen tijdens de oorlog wonen, waardoor je echt het gevoel krijgt dat je erbij bent. Lipscomb doet het in twee paragrafen af.

Voor lezers zonder filosofische achtergrond zijn beide biografieën best pittig. De filosofische discussies waar het Oxfordkwartet zich in mengde zijn behoorlijk ingewikkeld, en wat meer uitleg over filosofie was dus welkom geweest. Toch slagen zowel Lipscomb als Mac Cumhaill en Wiseman erin om het leven en denken van deze vier onderbelichte vrouwen voor het voetlicht te brengen, en vormen een rijke bron over het Oxford uit de jaren veertig en vijftig. Het zijn welkome biografieën, want deze vier belangrijke denkers zijn ten onrechte wat in vergetelheid geraakt.

Het kwartet. Hoe vier filosofen de filosofie opnieuw tot leven wekten
Clare Mac Cumhaill & Rachael Wiseman
Ambo|Anthos
ISBN paperback 9789026349317
ISBN ebook 9789026349324
Verschenen in oktober 2022

Bestelinformatie

Bestel als paperback bij bol.com (€ 26,99)
Bestel als ebook bij bol.com (€ 12,99)

The Women Are Up to Something. How Elizabeth Anscombe, Philippa Foot, Mary Midgley, and Iris Murdoch Revolutionized Ethics
Benjamin J.B. Lipscomb
Oxford University Press
ISBN paperback
Verschenen in november 2021

Bestelinformatie

Bestel als hardcover bij bol.com (€ 24,99)
Bestel als e-book bij bol.com (€ 17,99)





Laura Molenaar en Norma Montulet
Laura Molenaar en Norma Montulet
Laura Molenaar studeerde Logica aan de Universiteit van Amsterdam, daarvoor studeerde zij wiskunde en filosofie. Zij schreef onder andere voor dagblad Trouw en de filosofiewebsite van de Koninklijke Bibliotheek. Norma Montulet heeft Literatuur en Filosofie gestudeerd en heeft een eigen bedrijf - Basiswerk - dat zich richt op educatieve dienstverlening. Filosoferen met kinderen is een hobby van haar en daarover heeft ze diverse artikelen gepubliceerd. Daarnaast is ze bezig om een biografie over Harriët Freezer te schrijven.

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

1 REACTIE

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in