Mitt Romney – De beroemdste paria van Washington

De presidentsverkiezingen van 2012 in de Verenigde Staten bevestigden een van de weinige wetmatigheden in de  Amerikaanse politiek: een zittende president, dit keer Barack Obama, won en de uitdager, de Republikein Mitt Romney, verloor. Deze Romney zou pas weer volop van zich doen spreken toen hij in 2020 als enige van alle Republikeinen in de Amerikaanse Senaat voor impeachment van zijn partijgenoot Donald Trump stemde (schandaal rond stopzetting militaire steun aan Oekraïne), en hij deed dat nog een tweede keer in 2021 samen met een handjevol andere Republikeinen, vanwege Trumps pogingen de uitslag van de verkiezingen van 2020 ongedaan te maken, inclusief de bestorming van het Capitool op 6 januari 2021.  

Inmiddels lopen er 91 aanklachten tegen Trump wegens felonies, misdrijven dus, verdeeld over vier rechtszaken – en toch staat hij bovenaan in de peilingen om weer de kandidaat van de Republikeinen te worden.

Miljonair Mitt Romney (1947), zeer succesvol business consultant, voormalig gouverneur van de kleine staat Massachusetts, directeur van de Olympische Winterspelen van 2002 in Salt Lake City  en uitdager van Barack Obama in 2012, heeft geen presidentiële ambities meer. De Mormoonse Republikein leidt nog tot 2025 een bestaan als senator voor de staat Utah en heeft aangekondigd zich niet weer verkiesbaar te stellen.

Toch is deze gaande man de hoofdpersoon in een pas verschenen biografie van de journalist McKay Coppins, Romney – a reckoning, een titel die suggereert dat de senator zich wilde verdiepen in waar het fout ging met hem of mis ging met zijn partij, of met beide. Zeker is dat hij sinds 2021, na zijn stem voor impeachment van Trump, wellicht het best omschreven kan worden als de grootste paria onder de Republikeinen – ook een soort eretitel als je leest hoe het gros van de Republikeinse parlementariërs tot op vandaag niet bereid is Trump te laten vallen.

De biograaf lijkt met zijn neus in de boter te vallen wanneer hij begin 2021 een beroep op Romney doet om mee te werken aan zijn biografie. De senator had ooit nog zijn memoires willen schrijven en bleek veel bewaard te hebben. Coppins krijgt toegang tot zijn dagboeken, zijn persoonlijke correspondentie en alle emails “inclusief gevoelige emails met enkele van de machtigste Republikeinen in het land”. “When he couldn’t find the key to an old filing cabinet that contained some of his personal papers, he took a crowbar to it and deposited stacks of campaign documents and legal pads on my lap.”

Ze spreken af dat Romney het manuscript te lezen krijgt maar dat de biograaf  bepaalt wat erin komt. Ook zullen ze niemand vertellen over het project, om te voorkomen dat mensen Romney helemaal gaan mijden. Het klikt tussen de twee, urenlange interviews volgen in Romney’s sobere appartement in Washington waar zijn vrouw niet vaak langskomt en hij zelf zijn broodjes smeert. Hij eet meestal alleen, want “he didn’t have many real friends in Washington”.

Mitt Romney tijdens de uitvaar van Brian Sicknick, de agent die omkwam bij de bestorming van het Capitool op 6 januari 2021. Bron: Office of Senator Mitt Romney (public domain)

Ook mijn fout?

So far, so good. Maar in de proloog waarin dit wordt uitgelegd, bekroop me het gevoel dat er iets niet klopte. In de chaos tijdens de bestorming van het Capitool op 6 januari 2021 ontploft Romney tegen fellow Republicans. Hij kan zich later niet precies herinneren wat hij schreeuwde maar het moet volgens een journalist ter plekke iets geweest zijn als “This is what you’ve gotten, guys!” Wat hij ook gezegd heeft, schrijft Coppins, het gevoel is hetzelfde: “This violence, the crisis, this assault on democracy – this is your fault.”

Romney vraagt zich al snel af “Is any of it my fault, too?” In de samenvatting van Coppins:

“Was the authoritarian element of his party a product of President Trump, or had it always been there, just waiting to be activated by a sufficiently shameless demagogue? Was the rot on the right new, or was it something very old just now bubbling to the surface? And what role had the members of the mainstream establishment—people like him, the reasonable Republicans—played in allowing that rot to fester?”

En wat is er dan mooier dan een biografie in de maak, om kritisch naar een carrière van dertig jaar te kijken, “accounting for the compromises he’d made and looking for clues.”

Boeken

Het kan zijn dat Romney inderdaad pas in 2021 eens naar de geschiedenis van zijn eigen partij en zijn eigen gedrag sinds 2012 ging kijken, maar dat zou betekenen dat hij, tot Coppins opdook, dat amper deed. En dat vind ik nogal ongeloofwaardig.

Om te beginnen: zou Romney nooit een boek lezen?

Hij was in 2021 tijdens zijn eerste kop koffie met zijn biograaf 73 jaar oud. De Republikeinen en hun GOP (Grand Old Party zoals de partij genoemd wordt) broedden toen al decennia op vragen als: waarom gaat maar de helft van de kiezers stemmen bij presidentsverkiezingen (en waarom moeten we daar waarschijnlijk niets aan proberen te veranderen)? Tientallen geestverwante schrijvers (inclusief Coppins) hebben hun nederlagen geanalyseerd: na 1992 toen Bill Clinton won, na 2008 en 2012 toen Obama won. Ook doken onderzoekers de geschiedenis in. Zo’n Republikeinse president als de populaire Theodore Roosevelt (1901-1909) zou nu voor een liberale, progressieve Democraat kunnen doorgaan. Wat was er de afgelopen eeuw op rechts gebeurd?

Romney’s jongere partijgenoot Ross Douthat (1979) was dus niet de enige die de GOP van advies probeerde te dienen, met zijn boek Grand New Party – How Republicans can win the working class and save the American Dream (2009). Een van mijn favoriete auteurs, de journalist en hoogleraar E.J. Dionne schrijft analyse na analyse sinds zijn eersteling Why Americans Hate Politics (1991), gevolgd door onder meer Why the Right Went Wrong: Conservatism from Goldwater to the Tea Party and Beyond (2016). En dan was er nog Strangers in Their Own Land: Anger and Mourning on the American Right, de hooggeprezen lange reportage over de white working class kiezers in het zuiden van de VS met wie de sociologe Arlie Russell Hochschild vijf jaar verkoos samen te leven om hen te snappen, nadat ze massaal op de Tea Party hadden gestemd.

Al in de eerste helft van de biografie moet je tot de conclusie komen dat Mitt Romney vermoedelijk vooral televisie kijkt, opiniepeilingen volgt, kranten spelt, veel vragen aan zijn adviseurs en campagnestrategen stelt en harde woorden of ironisch commentaar op partijgenoten voor zijn geheime dagboeken bewaart, zonder veel analyse, in gemakzuchtige oneliners of moralistisch termen. We zijn als lezers natuurlijk wel afhankelijk van wat Coppins interessant vindt in de dagboeken, maar er is in Romney’s hartekreten blijkbaar geen heftige persoonlijke recensie van welke politieke bestseller dan ook te vinden.

Herverkiezing tot elke prijs

Het aantal boektitels in de VS over de elite en de basis van de GOP is overweldigend, omgekeerd evenredig aan het aantal Republikeinen dat er iets mee schijnt te doen. Liever haalt men rijke donateurs over om tegenwoordig desnoods honderden miljoenen dollars aan verkiezingscampagnes van een presidentskandidaat te spenderen, zoals in 2016 voor The Donald.

Geld wint het van ideeën over lastige partijhervormingen die weer voor meer aanhang zouden kunnen zorgen. Daarmee bevestigen de Amerikaanse Republikeinen een internationale politieke wetmatigheid: regeringspartijen die decennia lang de lakens uitgedeeld hebben, kunnen zich niet meer hervormen. In Nederland, Duitsland, Groot-Brittannië, Zuid-Afrika en andere democratische landen zitten we nu op de eerste rij om deze wetmatigheid in actie te zien.

Minder zichtbaar is de belangrijkste reden: herverkiezing van zittende partijleiders tot elke prijs.

In Romney’s biografie zie je dat gebeuren. Als presidentskandidaat is hij erg veel tijd kwijt aan bijeenkomsten en gesprekken met vermogende donateurs die de bumperstickers, folders, affiches, billboards, reclame op radio, internet en televisie, tientallen bezoldigde medewerkers, evenementen, transporten, hotelverblijven, vlaggen en spandoeken, petjes, t-shirts en opiniepeilingen moeten bekostigen. In de biografie is dit geen groot pijnpunt voor hem, ook  niet als de halve wereld schande spreekt van de obscene bedragen die de Amerikanen aan hun campagnes uitgeven. (Het is wél een groot land natuurlijk, met 168 miljoen kiezers).

Bang voor gekken met geweren

Romney ontmoet als senator vooral zestig- en zeventigplussers die politicus spelen in Washington toch boeiender vinden dan als pensionado te gaan golfen (“We tried that”). Het zijn mensen die genieten van de aandacht en de macht – hoewel ze lang niet altijd zoals Romney een lijstje hebben van dingen die ze nog willen bereiken. Toen Trump eenmaal regeerde, wisten ze dat hij hun herverkiezing in hun staat kon maken en breken, dus bedelden ze beleefd om zijn endorsement, praatten ze hem naar de mond, namen en public zijn leugens over, barstten na een onzinnige toespraak van Trump pas in lachen uit nadat hij het zaaltje had verlaten.

Tijdens de debatten in de Senaat over de bestorming van het Capitool ontdekt Romney naast deze oude rot on the right nog een nieuw argument om niet voor impeachment te stemmen. De senatoren vrezen voor hun leven. Ja, Romney sloot zijn baan als business consultant af met een vermogen van tweehonderd miljoen dollar en kan vijfduizend dollar per dag besteden aan de beveiliging van zijn vrouw, zijn vijf zonen en hun gezinnen, maar minder rijke senatoren zijn bang voor al die gekken die Republikeinse dissidenten en hun families met de dood  bedreigen. Bij andere stemmingen, wanneer enkele afvallige senatoren in het Republikeinse kamp de uitslag toch niet kunnen veranderen, geldt: waarom zou je dan je leven op het spel zetten?

Romney geeft tegenover de biograaf aan dat hij het wel begrijpt, want toen hij in 2012 presidentskandidaat was, moest hij van de veiligheidsdiensten bijna dagelijks leren dat veel mensen hem dood wensten. Maar als het landsbelang niet meer prevaleert boven herverkiezingsambities, kan je een land niet meer besturen, concludeert Romney, en al helemaal niet een supermacht.

Romney is geobsedeerd door het verval van empires en is in feite een van de voorlopers van MAGA, Make America Great Again. de strijdkreet van Trump. In 2010 publiceerde Romney zijn boek No Apology: The Case for American Greatness. Hij vond het maar niks dat Bill Clinton excuses in het buitenland aanbood voor Amerikaans wangedrag tijdens de Koude Oorlog.

Flip-flopper

Romney vindt zichzelf “pragmatisch” en is een groot voorstander van bipartisan politics , de samenwerking van de twee grootste partijen bij totstandkoming van noodzakelijke wetgeving. Maar ook hij ziet dat zijn partij zich liever vastbijt in “orthodoxies”, ideologische scherpslijperij en polarisatie.

Sinds de jaren 90 is de GOP tegen het recht op abortus voor vrouwen en zit de partij vastgeplakt aan de Pro-Life beweging. Belastingverhogingen zijn altijd slecht maar begrotingstekorten en de staatsschuld zijn de schuld van “socialisten” in het Witte Huis die “voor Santa Claus blijven spelen”, door het uitdelen van sociale uitkeringen, studiebeurzen en ander moois. De federale overheid doet aan overreach, Washington bemoeit zich ook via instanties zoals het Environmental Protection Agency veel te veel met beleid dat aan de afzonderlijke vijftig Amerikaanse staten zou moeten worden overgelaten. Ja, eigenlijk zou de hele federale overheid opgedoekt moeten worden.

Last but not least, de invoering van een soort verplichte ziektekostenverzekering zoals Obamacare is een ramp voor gewone mensen (die er dus het meeste baat bij hebben; de verklaring waarom zij er toch tegen demonstreerden, luidde dat zij vreesden dat die ook ten goede zou komen aan mensen die het “niet verdienden”, zoals werkloze profiteurs en immigranten).

Romney was en is het met al deze orthodoxies niet eens. Als gouverneur van Massachusetts zorgde hij al voor invoering van een soort ziekenfonds, wat helemaal niet leidde tot woeste protestmarsen, integendeel. Hij was dan ook niet bereid publiekelijk afstand te nemen van dit succesvolle initiatief maar hij koos er tegelijkertijd voor nogal wazig te blijven over Obamacare, het haatobject van de GOP-elite. Ook wrong hij zich in bochten als vragen gesteld werden over het recht op abortus. 

Zo kreeg hij tijdens zijn campagne voor het presidentschap de naam een flip-flopper te zijn, een opportunist die zijn standpunten makkelijk verandert. Waar konden de kiezers op vertrouwen bij zo’n windvaan?

47%

Romney leek te onderschatten hoezeer zijn gedrag door de Democraten werd gemonitord en als het even kon, zou worden uitgebuit voor eigen gewin. Tijdens de campagne kwam dankzij het linkse blad Mother Jones een gênante geluidsopname van een toespraak naar buiten, waarin hij stelde dat 47 procent van de kiezers geen verantwoordelijkheid voor hun eigen leven wilden nemen en liever hun hand bij de staat ophielden. Die zagen zich als slachtoffer en zouden op Obama stemmen. Nou hadden de Republikeinen veel beweerd, maar dat niet, ze pasten wel mooi op het electoraat te schofferen. Wat een blunder van die Mitt the Twit. Het Obama-kamp herhaalde dus maar weer eens dat Romney als business consultant honderden werknemers had ontslagen na bedrijfsovernames in opdracht van investeerders. Hij was zo’n miljonair die neerkeek op werkende mensen, hun gezinnen de vernieling in hielp en dan volhield dat ze werkschuw waren.

Night after night, Romney castigated himself in his private diary.
“Stupid, stupid, stupid,” he wrote.
“Awful, shameful, sorrowful,” he wrote.
“How I will have let so many down,” he wrote. “I can’t dwell on it. It is overwhelmingly depressing, even agonizing. I am so, so very sorry.”

Maar ook Republikeinen zoals senator Rand Paul vonden dat hij zijn ware gezicht had laten zien en waren later eigenlijk blij met Romney’s nederlaag tegen Obama in 2012:

“Romney’s humiliating defeat might finally expose the GOP’s moneyed, Waspy, corporatist breed of country-club patricians for the frauds that they were… Mitt’s campaign events had been populated by a tribe of aging, white, aggrieved conservatives…  The only shot the party would have at rebuilding a winning national coalition was to shed its hawkish orthodoxies, shred its intolerant dogmas, and embrace a new libertarian future.” *

Einde bipartisan politics

De strategie van de Republikeinen als die van een eeuwige Tegenpartij werd tot in het absurde doorgevoerd. Ten tijde van de tweede termijn van Obama stemden zij simpelweg tegen elk wetsvoorstel van de president, zelfs als Obama een wetsvoorstel uit hun koker opnieuw indiende. Ook onder Biden gaat dat zo, vorig jaar schijnen maar drie wetsontwerpen de hindernissenrace door het Huis van Afgevaardigden en de Senaat gehaald te hebben, omdat de Republikeinen daar de meerderheid van de zetels hebben.

Romney maakt dus geen schijn van kans meer met zijn dromen over bipartisan politics op Capitol Hillen zulke politiek boeit ook de basis van de rechtse kiezers niet, erkent hij, hoe fijn ook  verlaging van begrotingstekorten en de staatsschuld zou zijn. Dat is een te technisch verhaal vergeleken met het massale gevoel, bij de kiezers aangewakkerd door de GOP, dat hun kans op verwezenlijking van de American Dream steeds kleiner wordt omdat vrouwen, zwarten en immigranten voordringen in de rij, met steun van federale maatregelen zoals positieve discriminatie (de kern van het verhaal in het eerder genoemde boek van Hochschild).

In Massachusetts pakte Romney als gouverneur ingenieus het probleem aan van stijgende kosten voor het opvangen van daklozen. Wanneer de bestaande opvang vol zat, kregen nieuwe cliënten een kamer in een commercieel hotel en die regeling kostte inmiddels miljoenen elk jaar. Romney voerde in dat mensen die al langer in de opvang zaten, naar de hotels werden gestuurd en nieuwkomers zich moesten behelpen in de benepener opvang. Na een jaartje hoefde er geen enkele hotelkamer meer geboekt te worden.

Maar op nationaal niveau hoeft hij met zulke wilde ideeën niet aan te komen. Zou het ook daarom zijn dat hij als senator nu vaker openlijk zijn kont tegen de krib gooit, bijvoorbeeld door mee te lopen in een protestoptocht van de Black Lives Matter beweging?

Geloven

Romney mag het laffe gedrag van zijn collega-senatoren afkeuren, in de biografie komt hij ook naar voren als iemand die zijn compromissen gemakkelijk rationaliseert en erg laat die trek in zichzelf  onderkende. Zou het samenhangen met zijn geloof? Coppins onderzoekt het niet, hij had er misschien geen zin in om zijn kennis van The Church of Jesus Christ of Latter-day Saints bij te spijkeren, de Mormonen dus die Romney’s brothers in Christ zijn. Ik ken de details van dit geloof ook niet en evenmin het Boek van Mormon, zeker is dat beter geïnformeerde leiders van andere christelijke stromingen, vooral de evangelicals, grote moeite hadden met het idee van een Mormoonse president. Met Trump hadden ze later en nu in 2024 minder moeite.

Het gaat er mij om dat je, als je in de 21e eeuw nog zoals Romney gelooft in God, in wonderen, in de Apocalyps en in profeten, waarschijnlijk veel compromissen moet sluiten. Politieke keuzes gehoorzamen aan andere geboden, nog afgezien van de anti-wetenschappelijke kanten van het geloof die botsen met het universum van al die academici en technocraten in Washington.

Hoe verhoudt zich dat geloof bijvoorbeeld met Romney’s overtuiging dat de VS hun leidende rol in de wereld moeten behouden of weer veroveren? Wat worden foute christenen, ongelovigen en de heidenen daar beter van als die toch naar de hel gaan?

Wanneer Romney heeft ontdekt dat Republikeinse leiders zich moeiteloos achter Trumps Stop the Steal campagne scharen en feitelijk dus bereid zijn de grondwet te dumpen, vertelt hij zijn biograaf:

“A very large portion of my party really doesn’t believe in the Constitution.” He’d realized this only recently, he said, and it came as a surprise. Romney had internalized the partisan idea that Democrats were the ones who abandoned Constitutional principles in the name of ‘progress’, while Republicans were committed to conserving them.

Toch van huis uit wat goedgelovig die Romney, als kind van Mormoonse ouders?

“A rich guy with a funny religion” was het vage beeld dat Amerikaanse kiezers van Romney hadden toen hij aan de race voor het presidentschap begon. De biografie laat er geen twijfel over bestaan dat hij in zichzelf geloofde, dat hij dacht dat gewone Amerikanen verstandige leiders zoals hem nodig hebben (messias-complex?). Hij vond in 2023 nog steeds niet dat hij zijn halve leven eigenlijk heeft gekozen voor het verkeerde middel, de GOP, de partij die niet bij hem paste en die Trump produceerde. En ja dus, Trumps regime van 2017-2021, that’s his fault too. Door tientallen jaren mee te liften met een partij legitimeer je die.

* Citaat uit The Wilderness – Deep Inside the Republican Party’s Combative, Contentious, Chaotic Quest to Take Back the White House (2015), een eerder boek van Coppins.

Romney – A reckoning
McKay Coppins
Scribner
ISBN hardcover ISBN 978198219623
Verschenen in oktober 2023

Bestelinformatie

Bestel als e-book bij bol.com (€ 16,99)
Bestel als ebook bij bol.com (€ 19,00)

Anneke van Ammelrooy
Anneke van Ammelrooy
Anneke van Ammelrooy (1955) is journalist en vertaalster. Ze schreef onder andere Alles is er niet, een persoonlijk verslag van haar eerste jaar in Irak. Ze was hoofdredactrice van het Leids universiteitsweekblad Mare, Publiek Domein, Keesings Historisch Archief en OR-informatie. Voor de Volkskrant schreef ze over cultuur en politiek. Bij het ANP was ze redacteur Arabische landen. Ze werkt aan een boek over de toekomst van politieke partijen (2003-2010).

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in