Over de Amerikaanse schrijver John Cheever (1912-1982) zijn meerdere biografieën verschenen, onder andere van Philip Roths biograaf Blake Bailey, maar het pas verschenen boek van zijn dochter Susan (1943), When all the men wore hats, is heel bijzonder. Zelf omschrijft ze het als “een soort vervolg” op haar biografie Home before dark, dat twee jaar na het overlijden van haar vader in 1984 verscheen – dus tijd om een biografie te schrijven die op meer dan persoonlijke herinneringen was gebaseerd, had ze toen niet gehad. Waarom destijds die haast? Welnu, de loyale dochter wilde een andere biograaf, Scott Donaldson, vóór zijn om “op een liefdevolle manier” aan Cheevers miljoenenpubliek te onthullen dat haar vader zijn hele leven homoseksueel was geweest.
Ook zij had van niks geweten. Er waren vermoedens, ook in haar omgeving. Ze had het haar vader een keer expliciet gevraagd tijdens een interview met hem voor Newsweek, omdat zijn gevangenisroman Falconer stijf stond van de homoseksualiteit tussen de mannelijke gedetineerden. Hij had lachend geantwoord: “Yes, I have had many homosexual experiences, all between the ages of nine and twelve.” En zij liet het daarbij. Na zijn dood in 1982 ging ze langs bij het verhuisbedrijf waar zijn archief stond opgeslagen, om wat dagboeken op te halen.
I thought it would be fun to look at those journals that had been so dear to his heart. … One of the notebooks fell open. Cocks, hands, sucking, desire, mouths. I flipped through the pages. More cocks, more longing, more sucking. I opened another notebook. What I found out… changed many things in my life. The journals told the story: my father had been hungrily, passionately, furiously gay. He had fucked students and friends and anyone who would have him, and I mean fucked. My patrician literary father, with his elegant manners… – a man adored for his glorious writing – was not the man I thought he was. Not at all.
In haar nieuwe boek werkt Susan Cheever uit hoe de angst voor ontdekking van een of ander beschamend of statusverlagend feit blijft terugkeren in de korte verhalen waarmee haar vader beroemd werd. Je weet echt weer niet wat je leest over die tijd na de Tweede Wereldoorlog, toen bijna elke Amerikaanse homoseksueel, vooral die met enige maatschappelijke status, tot zijn dood in de kast bleef en van zijn leven een toneelvoorstelling maakte: “My father was a gay man with a lovely wife and three children, as many gay men had in those days.” Homoseksualiteit was verboden in 49 Amerikaanse staten (in Nederland was de druk blijkbaar minder groot; Gerard Reve bleef vanaf 1948 maar enkele jaren getrouwd met Hanny Michaelis en ging openlijk met een man samenwonen).

Life & art
Al die geheimhouding in huize Cheever rond het seksleven van John staat haaks op wat vader doet met de rest van de belevenissen in gezin en familie: die worden zeer herkenbaar gebruikt en tot in detail: John is een meester in literatuur op de vierkante centimeter, geen Tolstoj maar “the Chekhov of the suburbs”. Johns oudere broer, drankorgel Fred, staat model voor meerdere alcoholisten in de verhalen. Johns knappe echtgenote Mary Winternitz, met wie hij veel ruzie maakte, wordt omgevormd tot een gevaarlijk kreng of jankende debiel in passages over herkenbaar huwelijksleed. Van dochter Susan wordt haar hele uiterlijk overgenomen en zelfs haar manier van praten als jong kind. De jeugdige Susan werd horendol van de continue ontkenning van haar vader dat hij weer een verhaal over háár had geschreven – en dan ging ze in een drama over een skiongeluk ook nog dood aan het eind, terwijl het in real life allemaal goed was afgelopen. Waarom wilde papa haar dood hebben? Life & art: ze moest nog leren dat autobiografische elementen in de literatuur geen bewijs zijn dat een schrijver een true story over zichzelf en zijn omgeving heeft uitgewerkt, met alleen wat andere namen, een andere tijd en andere locaties.
Suburbia
Susan zou ons als historica en groot kenner van de Amerikaanse literatuur kunnen vertellen of romans en korte verhalen over lief en leed in de Amerikaanse buitenwijken van grote steden, de voorsteden, de suburbs, in de tweede helft van de vorige eeuw niet zijn uitgegroeid tot een apart literair genre, nog even afgezien van beroemde films over robotachtige gelukkige huisvrouwen en psychotische buurmannen. Ik weet dat niet zeker. ‘Suburbia’ lijkt in de Amerikaanse psyche een plek geworden voor je reinste horror, voor diverse nachtmerries van de middenklasse, die er vanaf de jaren 50 achter komt dat het leven daar één grote leugen is: al die vrijstaande huizen met hun pittoreske moderne waterslurpende gazons en oprijlanen voor glimmende auto’s, eigen zwembaden, onschuldige schooltjes voor de kids, lieve grootouders, hardwerkende Afro-American tuinlieden, plus blanke mannen met een hoed die elke dag braaf de trein of de metro pakken naar hun werk in een stadscentrum – het is één grote vertoning.
Ook John Cheever denkt zo over zijn biotoop in de New Yorkse voorstad Scarborough. Aan die omgeving heeft hij veel details ontleend. Susan levert in dit verband een van haar veelzeggende anekdotes: haar vader, die geen baan in het centrum van New York heeft en als schrijver thuis werkt, laat op een dag rond het middaguur in hun wijk Scarborough de hond uit. Hij wordt aangehouden door een politieagent, want wat doet zo’n man met hoed op dat uur in de suburb? Verdacht! Het verhaal The Swimmer is een meesterlijke exercitie in het vertellen over genadeloze welstandsverschillen in Suburbia en hoe dit vermeende paradijs aan zijn einde zal komen. Het is een nogal on-Amerikaanse mix van realisme en surrealisme. Het is ook een van die verhalen die laten zien, aldus Susan, hoe Cheever Bijbelse verhalen (bijvoorbeeld de broedermoord van Kaïn op Abel) en Griekse mythes (Orpheus, Odysseus) gebruikte.
Rehab
In de jaren 50 en 60 “dronk iedereen” in de VS, het was de tijd na het gebruik van stimulerende drugs door Amerikaanse soldaten in WOII en vóór tranquillizers als valium. John Cheever heeft zich bijna doodgedronken en werd gered door een rehab centrum. Hij wist daarna droog te blijven en voltooide zijn roman Falconer, die maandenlang nummer 1 bleef staan op de bestsellerlijst van de New York Times, gebaseerd op zijn ervaringen in de Sing Sing gevangenis als docent van een schrijfworkshop voor gedetineerden. Het is dan ook een van de intelligentste aanklachten tegen het Amerikaanse systeem van mass incarceration (nu zo’n twee miljoen mensen) – en toch ook een soort tragikomedie die goed afloopt.
Susan is ook aan de drank geweest en schreef Note Found in a Bottle: My Life as a Drinker. Ook schreef zij de biografie van Bill Wilson, de oprichter van Alcoholics Anonymous, en een geschiedkundig boek Drinking in America: Our Secret History. Ze presenteert daarom met gemak van die frappante weetjes. Haar vader begon met schrijven in 1930, kort na de beurskrach van 1929: “Sinclair Lewis had just won the Nobel Prize for literature—one of five American alcoholics to win it in the twentieth century.”
In Falconer komt de heroïneverslaafde hoofdpersoon Ezekiel Farragut erachter dat hij helemaal niet meer zijn dagelijkse fix met methadon nodig heeft. Hij is in feite al maanden clean, daar hebben de bewakers stiekem voor gezorgd en hij hoeft dus niet in totale paniek te geraken als hij zijn methadon dreigt mis te lopen. Boodschap aan de lezer?
Eerder schreef Cheever in zijn dagboek dat, wanneer een gewetensvolle romancier “inflates his imagination he inflates his capacity for anxiety and inevitably becomes the victim of crushing phobias that can only be allayed by lethal doses of heroin or alcohol.”
Ongestraft
Susan vestigt de aandacht op het feit dat vernedering van vrouwen in veel van Cheevers verhalen niet gewroken wordt door echtgenotes, vriendinnen, secretaresses en werksters. Maar soms wel. Een van de zes korte verhalen die zij achterin het boek heeft laten opnemen, is The Five-Forty-Eight, een soort MeToo-verhaal uit… 1954, over een man die zijn secretaresse ontslaat nadat hij haar voor zijn lusten heeft gebruikt. Zij neemt wraak en haar straf voor zijn seksuele wangedrag, moet de lezer aannemen, is bijzonder effectief.
Susan Cheevers boek wordt niet uitsluitend met uitleg over de achtergronden van haar vaders verhalen gevuld. Ik was verbaasd te lezen dat John, voordat hij schrijver werd, in Greenwich Village in New York lang haar had en openlijk meedeinde in de gay clubs van de salonrevolutionairen daar. Ze vertelt ook wat er gebeurde als ze ruzie had met een boyfriend (“While drinking, he always took the other guy’s side. While sober in the last seven years of his life, he always took my side”), ze spreekt schande van de slechte betaling die John van zijn uitgever The New Yorker kreeg, ze verhaalt hoe zijn laatste grote verhalenbundel tot stand kwam en ze analyseert waarom lezers, zelfs aan de andere kant van de wereld, dachten dat hij zich werkelijk tot hen richtte. “He understands me! He is writing to me!”
“My father used to say that reading a story was like a kiss—you could not do it alone. Reading is an intimate act. The connection between the reader and the writer, who is whispering in the reader’s ear, is as close to being in the same heart and head as humans can get.”
Ik vond haar boek ook informatief om te lezen, omdat het laat zien hoe de Amerikaanse literaire wereld in elkaar zat, hoe bijvoorbeeld een staking bij de New York Times een schrijver bijna fataal kon worden of welke waanzinnig hoge bedragen je als short story writer kon verdienen.
Van John Cheever is vrijwel alles in het Nederlands vertaald. De verhalen in dit boek zijn behalve The Five-Forty-Eight: Goodbye My Brother, The Sorrows of Gin, The Housebreaker of Shady Hill, The Swimmer en Reunion – geschreven in lijn met zijn credo, dat hij uiteenzette in Carnegie Hall toen hij de National Medal for Literature ontving, twee maanden voor zijn dood:
“A page of good prose is where one hears the rain… A page of good prose is where one hears the noise of battle.… A page of good prose is the most serious dialogue that… men and women carry on today in their endeavor to make sure that the fires of this planet burn peaceably.”
When All the Men Wore Hats: Susan Cheever on the Stories of John Cheever
Uitgever Farrar, Straus and Giroux
ISBN 9780374600990
ISBN e-book 9780374601003
Verschenen in oktober 2025
Bestelinformatie
Bestel als hardcover bij bol.com (€ 34,97)Bestel als e-book bij bol.com (€ 14,99)









