Zelfs bij haar verscheiden wist ze het land te verdelen. Seumas Milne vroegt zich in The Guardian af waarom er een staatsbegrafenis van tien miljoen pond werd uitgetrokken voor een premier onder wier bewind de werkloosheid en inkomensongelijkheid schrikbarend is toegenomen en die de reële economische groei wist terug te brengen tot het niveau van de jaren zeventig. Alleen de uitvaart van Winston Churchill kon qua kosten tippen aan die van de Iron Lady. Charles Moore, voormalig hoofdredacteur van The Daily Telegraph, is in zijn geautoriseerde biografie van Margaret Thatcher beduidend positiever over haar nalatenschap. Thatcher benaderde hem in 1997 om haar hofbiograaf te worden. Hij kreeg volledige toegang tot haar persoonlijke archief, zolang ze zijn schrijfsels maar niet hoefde te lezen. Thatcher stelde als voorwaarde dat de biografie pas na haar dood zou worden gepubliceerd – reden waarom Life of Margaret Thatcher zestien jaar op de planken is blijven liggen. Penguin kocht het manuscript in wording al in 1998 voor een slordige 750.000 pond, een langetermijninvestering. Volgens hoofdredacteur Stuart Proffitt is het een meesterwerk. ‘Quite apart from the material that is new, it is an exceptional book: simply as a piece of biographical art, I think it is in the very front rank of political biographies of the past 50 years – a very impressive piece of work.’
Charles Moore heeft volgens de sociaal-liberale Guardian wel degelijk iets nieuws te melden. Het publieke statement van Thatcher niet met terroristen te onderhandelen, blijkt alleen voor het oog van de camera waar te zijn. Er vonden tijdens het Thatcher era wel degelijk besprekingen met de IRA plaats, zeker toen Bobby Sands in 1981 in hongerstaking ging. Thatchter stelde geheimhouding als voorwaarde aan de Ierse onderhandelaars: ‘Britain would deny any contact if the republicans revealed the dialogue,’ deelde ze hen mee. Ook blijkt haar innige vriendschap met bondgenoot Ronald Reagan iets minder innig te zijn dan ze in haar memoires, The Dowing Street Years, deed voorkomen. Thatcher had het er maar moeilijk mee dat Reagan haar tijdens de Falklandoorlog niet onvoorwaardelijk steunde. Washington sloot diplomatieke besprekingen met de Argentijnse Junta niet uit, Thatcher vond haar kruistocht voor democratie in de zuidelijke Atlantische Oceaan een principekwestie. Lord Carrington, haar eerste minister van buitenlandse zaken, stelde zich politiek verantwoordelijk voor de Argentijnse invasie van de Falklandeilanden en trad af. Hij omschreef Thatcher onder intimi als een ‘fucking stupid, petit bourgeois woman’.
Ze had in haar gloriedagen sowieso criticasters binnen haar partij. Vertrouweling Sir John Hoskyns deelde haar in een intern memorandum mee: ‘You break every rule of good man-management. You bully your weaker colleagues. You criticise colleagues in front of each other and in front of their officials. They can’t answer back without appearing disrespectful, in front of others, to a woman and to a prime minister. You abuse that situation. You give little praise or credit, and you are too ready to blame others when things go wrong.’ Hoskyns waarschuwde haar. Die stijl van leidinggeven kon haar weleens lelijk opbreken. Wellicht had ze Labour niet nodig voor haar onttroning. Daar had ze haar eigen partijleden voor. Maar dat koningsdrama komt pas in het tweede deel aan de orde.
Margaret Thatcher. The Authorized Biography
Charles Moore
Penguin Books
ISBN 0713992824
Verschenen april 2013
[…] nog voor haar overlijden die voorspelling van ’92 uitkomen. Met gemengde gevoelens heeft ze vast en zeker een ‘I told you so’ […]