Coco Chanel en haar wereld

Als Winston Churchill persoonlijk onder de indruk is van je kracht en standvastigheid, moet je wel heel veel in je mars hebben. Dat had Gabrielle “Coco” Chanel dan ook. Churchill stelde in een brief aan zijn vrouw dat Coco een “empire” zou kunnen runnen. Dat deed ze ook, zij het in een andere leefwereld. Ze bouwde een imperium op in de mode. Een imperium met een missie. In een prachtig koffietafelboek, Living With Coco Chanel: The Homes & Landscapes that Shaped the Designer geeft Caroline Young verfijnd en spannend haar levensverhaal weer. Dit doet ze via een thematisch traject van plaatsen, en ze biedt en passant een bruisend verslag van het talent, vakmanschap en de vernieuwingsdrang van misschien wel de grootste legende van de modewereld.

De naam Chanel heeft magie. Hoe kreeg Coco Chanel dat voor elkaar? Flair, kwaliteit en luxe zijn begrippen die aan die magie toebehoren, maar haar verklaren kunnen ze niet. De Chanelstijl laat zich niet volledig analyseren door naar de mooie buitenkant te kijken, het mysterieus glimmende oppervlak van kettingen en make-up doosjes weerspiegelt maar geeft niets prijs. Biografie kan de magie ook niet verklaren maar is wel uitermate geschikt om die magie iets dieper in te gaan. Dieper in de kern neemt de magische dichtheid toe. Caroline Young creƫerde een biografie die met een soort verslaggeving ter plaatse de creatieve ontwikkeling van Chanel in kaart brengt. Zo komen we verrassend dicht bij de ontwerpster.

De film Coco avant Chanel (2009) bevat twee korte momenten die ik heel saillant vond, buiten het liefdesdrama, dat deze film met Audrey Tautou tevens is, om. Er is een korte scĆØne op het strand, waar Coco vissers ziet in hun gestreepte truien – dat geluksmoment zien we later als invloed terug in haar collectie. En er is het ultrakorte moment dat Coco met een terloops gebaar iets verschikt aan een kledingstuk op een van de poppen in haar Parijse winkel. De kunstenaar en de vakvrouw. Via deze korte, beeldende momenten geeft de film een hele wereld van creativiteit weer. Die momenten leidden me naar deze biografie, die juist deze aspecten, kunstenaar en vakvrouw, op de voet volgt – via de genoemde invloed van plaatsen op haar creatieve talent.

Ik denk niet dat ik ooit een ander boek heb gehad dat zo felroze was, het geeft bijna licht. Het boekontwerp is van Paileen Currie. Lay-out, lettertypen en dergelijke zijn van hoge kwaliteit. De kaft heeft een linnen structuur, waar ook de zwart-wit cover foto van Coco in gedrukt is. Mooi is het spel met de letterkleuren, minimalistisch maar sprekend, net als Chanel haar mode. De indruk is understated en chique, heel stijlvol.

De adembenemend mooie stilering en fotografie dragen bij aan de impact van dit boek. Landschapfoto’s zijn groot en mooi en brengen je in de werelden van Chanel. Modefoto’s showcasen haar bijzondere talent. Andere prachtige illustraties, van een klassieke Cecil Beaton modetekening tot soms heel onverwachte keuzes, zoals een prachtige ets uit 2014 van Charlotte Orr, maken dit een schatkist van Chanelcultuur. Via de afbeelding van een Chanel No. 5 reclame uit 1921, getekend door cartoonist Sem (Georges Goursat), toen zo spannend en nieuw, proef je even de jaren 1920. Een door Sem met simpele lijnen getekend figuurtje – een New Woman in een toen shockerend moderne avondjurk – staat te reiken en te springen naar een Chanel no. 5 fles die bijna zo groot is als zijzelf en lokkend boven haar hangt. De sublieme boodschap werkt nog steeds. Dit soort bijzondere afbeeldingen ondersteunen het sobere, maar toch spannende en rijke verhaal van Young.

Georges Goursat en Chanel

Hoewel Young zich maar een enkele keer waagt aan het gebruik van de Franse taal, gaat dit bijna elke keer mis door kleine grammaticale foutjes. Dat niet beheersen van het Frans is denk ik de reden dat de eindnoten allemaal naar Engelse bronnen verwijzen. Dat zou eigenlijk ook moeten kunnen, er is immers ontzettend veel over Chanel in het Engels – origineel en vertaald – te vinden. Maar… soms mist daar iets in. Umberto Eco stelde ooit al nadrukkelijk dat je als onderzoeker altijd moet proberen om de originele bron te bekijken in plaats van via derden te werken. En dat deed Henri Ponchon bij zijn onderzoek naar de kindertijd van Chanel. In 2016 verscheen – niet vertaald en nu bijna niet meer te krijgen – zijn boek L’Enfance de Chanel: D’un Lieu L’Autre. (Op de kaft is de titel: L’Enfance de Chanel: EnquĆŖte & DĆ©couvertes). Als je dit nog wilt hebben, moet je snel zijn of hopen op een herdruk of vertaalde uitgave, want het is bijna nergens meer te vinden. Maar ik heb een exemplaar en kan wel een idee geven van wat hij zoal ontdekte en in hoeverre dit wel en niet overeenkomt met wat in Youngs biografie staat over de jeugd van Chanel.

Henri Ponchon koos er bewust voor om archieven door te ploegen en had de originele Franse bronnen tot zijn beschikking. Hij stelt dat de mythevorming door Chanel zelf vaak overheerste, omdat niemand bijvoorbeeld de moeite nam om haar doopakte – waarop Chanel claimde dat de naam Bonheur was toegevoegd als vernoeming naar een non die haar moeder verzorgd had en Gabrielle Bonheur heette – te bekijken. De doopakte (afgebeeld in L’Enfance de Chanel) toont geen spoor van de naam Bonheur, wel is er de naam van haar moeder Jeanne voor de naam Gabrielle geplaatst. Interessant is ook dat Ponchon door archiefonderzoek vaststelde dat het verhaal van de fout in haar geboorteakte wel gewoon waar is, zoals al die jaren terecht werd aangenomen. Haar vader, grootouders en alle verdere familie van vaderszijde heetten Chanel, en de toegevoegde s in haar geboorteakte (Chasnel) was incorrect: doordat de aangifte werd verzorgd door wildvreemden in een stadje waar Coco’s moeder een vreemdelinge was en niemand haar naam kende of deze kon spellen, ging dat fout. Young stelt, net als zovelen, dat de vader van Chanel niet aanwezig was rond de geboorte, omdat hij als handelsreiziger (en dat lijkt dan zo logisch) op handelsreis was. Young wekt de indruk dat dit op desinteresse van zijn kant duidt, zijn jonge vrouw zo alleen te laten. Maar Ponchon haalde ook daar andere feiten naar boven. Het reisverhaal blijkt een creatieve strategie van de lieve, door tragiek getergde moeder van Coco. Als vreemdelinge, net bevallen in een ziekenhuis in een onbekend stadje, had zij er belang bij, ook voor haar jonge kinderen, om met enig respect behandeld te worden. Dus haar man was op reis. Ponchon stuitte echter op een rechtbankverslag van een kleine twee maanden voor de geboorte van Coco. Albert Chanel kreeg daar drie maanden gevangenisstraf toebedeeld.

Wat het boek van Ponchon vooral belangrijk maakt is dat hij in twijfel trekt of Chanels mythe dat ze door tantes opgevoed werd, wel een mythe was. Ponchon stelt dat sinds de invloedrijke (en prachtige!) biografie van voormalig Franse Vogue hoofdredacteur Edmonde Charles-Roux – waar ook de film met Tautou op is gebaseerd – algemeen wordt aangenomen dat Chanel in het weeshuis van een klooster in Aubazine opgroeide en dat ze verzon dat ze bij tantes had gewoond. Maar hij vond geen enkel spoor van haar in de archieven van het klooster. Wel bij een tante in Triers, een census plaatst haar daar na de dood van haar moeder, inwonend. Vermoedelijk sprak ze dus de waarheid tegen de vier biografen die ze haar herinneringen toevertrouwde. Wel stelt ook Ponchon dat ze het klooster gekend kan hebben, het was dichtbij haar grootouders en haar jongste tante had een connectie met het weeshuis. Dit maakt dus het mooie gedeelte in Youngs boek over het klooster en het weeshuis toch relevant als mogelijke invloed. De Ponchon biografie geeft belangrijke feiten. Maar mythen en mysteries omgeven Chanels jeugd..

Caroline Young heeft de gave van story telling. De huizen leven en herleven en met de stenen en sferen ook het meisje uit het arme gezin, vastberaden, de elegante durfal met voor haar vrienden een groot hart. Smaak, talent en ambitie waren de vleugels van Coco Chanel. Het traject voert langs het klooster, de eerste werkplek bij een naaiatelier, een cafĆ©, een landhuis, een chique kustplaats waar Coco haar allereerste winkel opent, gestaag naar… Parijs natuurlijk:

‘Chanel was Paris, and Paris was Chanel.’

Aan het begin van de carriĆØre van Coco, stelt Young, is de moderne tijd begonnen in de stad Parijs, met de nieuwe metro als symbool van alle veranderingen, en alles ziet er eigenlijk anders uit behalve de kleding van de vrouwen. Dit is onhandig met de nieuw verworven vrijheid (zoals zelf met de metro reizen). Young laat goed zien waar de plaats voor Chanel zich aandient in de wereld om haar heen.

En Chanel gaf de vrouw haar vrijheid. Ze gaf vrouwen kleding die hen beweging toestond en schoonheid verleende, ze ontdeed hen van een mode die niet alleen activiteit bemoeilijkte maar ook hun figuur aan de aandacht onttrok door een al te grote nadruk op versiersels. Zij luidde de twintigste eeuw in. Caroline Young maakt duidelijk hoe intens nieuw de stijl is die zij lanceert en die prompt door andere modehuizen wordt gevolgd. Chanel verkocht geen kleding, maar een nieuw leven, met ongekende bewegingsvrijheid en flatterende, minimalistische chique.

De ontwerpen van 1917

Chanel was zich bewust van het feit dat ze (mee)bouwde aan een nieuwe samenleving met nieuwe normen voor vrouwen en deed dat met Ć©clat en enthousiasme:

‘If there was one time and place that defined Coco Chanel, it was Paris in the 1920s, thatexciting, frivolous era, known in France as les annĆ©es folies.’

Na enige jaren was ze zo rijk dat ze zich riant kon vestigen in Parijs. Ze neemt een lease, een contract voor een lange huurovereenkomst, op een pand dat grenst aan de Britse ambassade en aan het huis van de Rothschilds. In de Rue Cambon, met soms meer, soms minder panden in bezit van Chanel, komen haar atelier en winkel.

Chanel komt in de biografie van Young naar voren als een boeiend, onvoorspelbaar wezen, met veel tegenstrijdige elementen en eigenschappen. Haar mode kenmerkt zich door minimalisme, maar is ook exotisch. Chanel durfde veel, ze zocht het nieuwe. De artistieke groep waar Chanel deel van uitmaakte, was pure avant-garde. Een van haar vrienden – ze gaf hem een werkruimte in haar grote huis in Parijs zodra ze dat had – is Picasso. Qua persoonlijkheid hebben ze wel iets van elkaar weg, al was Chanel denk ik warmer. Maar er is hetzelfde doorzettingsvermogen, dezelfde meeslepende drive om te creĆ«ren en het eigen talent, eigen licht te volgen. Chanel is trouw; zelfs als ze Igor Stravinsky als minnaar dumpt voor groener gras bij Russische adel, blijft ze deze componist – die heel arm is in deze periode – financieel steunen. Er hangt over haar hele leven, vrijbuiter als ze was, opportunist als ze soms lijkt, een waas van innerlijke beschaving dat heel aantrekkelijk is.

De RiviĆØra vormt het decor van een van de spannendste perioden uit de Chanel-saga. La Pausa, heet haar huis hier, het ligt dicht bij Monte Carlo op een paradijselijke plek. Churchill (die er, toen zijn literair agent het huis later kocht, zijn memoires schreef) was er vaak te gast, te midden van een uitgekiend gezelschap, waartoe ook Salvador Dali en zijn vrouw Gala behoorden. Dali maakte er enkele van zijn bekendste werken. De Amerikaanse Vogue noemde La Pausa in 1930:

‘one of the most enchanting villas that ever materialized on the shores of the Mediterranean (…).’

Chanel liet het van de grond af opbouwen. Het was subliem in eenvoud en soberheid.

In navolging van Chanel streek een glamoureus gezelschap neer aan de RiviĆØra. De Amerikaanse auteur F. Scott Fitzgerald, die met zijn vrouw Zelda de Franse RiviĆØra tot een van hun pleisterplaatsen maakte, schreef er onder de palmen van zijn hotel zijn magnus opus The Great Gatsby. Hij begreep hoezeer Chanel hoorde bij de mondaine, vrijgevochten vrouwen om hem heen en gaf in Tender is the Night (1934) personage Nicole Diver een flesje Chanel in handen: Chanel No. 16. Nicole

‘(…) crossed herself reverently with Chanel Sixteen.’

en is gebaseerd op zijn eigen intelligente, legendarisch mooie en tragisch depressieve vrouw en het flesje vormt een insider grapje: hoewel er veel genummerde Chanel parfums zijn geweest (waarvan er nog enkele bestaan als Ć¼ber-klassiekers) was er nooit een “Chanel Sixteen”. Een stukje Chanel satire dus, misschien wel het grootste compliment.

De Tweede Wereldoorlog geeft Young maar enkele pagina’s. Ze heeft Sleeping with the Enemy, het boek van Vaughan uit 2011, tussen haar bronnen staan, maar is heel wat genuanceerder dan Vaughan die een soort aanvalsbiografie schreef. Young toont begrip voor de omstandigheden en laat Chanel zelf aan het woord. Het Ritz hotel, waar Chanel woont, lijkt in demografie op Rick’s CafĆ© AmĆ©ricain in de film Casablanca (1942), gefrequenteerd door zowel het verzet als hoge nazi-officieren. Bij de bevrijding deelt Coco flessen Chanel No. 5 uit aan de Amerikaanse G.I.’s. Na de oorlog duurt het even voor de oude luister weer is bereikt.

Haar grote comeback in 1954 had ze in eerste instantie vooral te danken aan de belangstelling van Amerikaanse vrouwen: zij vonden nergens anders die mix van chique en praktische draagbaarheid. Beroemde vrouwen dragen haar kleding. Weer was het de essentie van haar collectie die het grote succes aantrok. Dit zorgde dat ook Europa haar weer in de armen sloot. Chanel, die La Pausa had verkocht om de nieuwe collectie mogelijk te maken, werd gered door de oude fans Ʃn door wat ze nog steeds bood, ofwel de echtheid van haar werk, de ideƫle basis ervan. Ook toen later de minirok (die Chanel voor de meeste vrouwen totaal ongeschikt achtte) en de lange hippiejurk hun opmars maakten, hield Chanel vast aan haar eigen stijl en haar signatuur roklengte van net onder de knie. Toen die modes verdwenen wachtte haar stijl geduldig. En bleek de magie nog volop aanwezig. Het lijkt onmogelijk, maar eigenlijk, bedenk ik als ik de foto zie van haar laatste collectie in 1971, creƫerde Chanel alleen maar klassiekers.

Korsetten, hoeden met fruitmanden… het kon allemaal het modemuseum in nadat Coco Chanel in de beginjaren revolutionair nieuwe ontwerpen lanceerde. En zelfs toen dat bereikt was ging ze in de finesses nog verder met het geven van extra comfort, extra praktische dingen om het leven vloeiend te maken. Ze vergeleek haar ontwerpen met Zwitserse uurwerken: alles moest kloppen.

De missie van haar imperium was simpel maar groots, zoals bijna alles dat de Chanel naam droeg: een wereld creƫren waarin ze zelf wilde wonen.

ā€˜Elegance in clothes means being able to move freely, to do anything with ease,ā€™ zo stelde ze in een interview in de Britse Vogue in 1954. Let op het woordje ‘anything’. Dat overstijgt ‘everything’. Het houdt ook nog ongekende mogelijkheden in. Het is die ultieme vrijheid voor vrouwen die haar legacy vormt.

Mode, zo laat Caroline Young duidelijk zien, is een belangrijke cultuurcomponent. Het kan nemen en geven. Chanel zag alle implicaties glashelder en koos met hart en ziel positie. Haar beroemdste signatuurstuk is zoveel meer dan een stukje basisgarderobe. De beroemde Little Black Dress was in eerste instantie een bevrijding en werd in de Verenigde Staten vergeleken met de Ford-auto; een jurk voor iedereen. Het was de revolutie van 1926, chic, maar weg van de tirannie van korset en jurken die de vormen bepaalden, de vrouw kreeg haar lichaam terug.

Ooit kreeg ik van een oudere dame een aantal designerstukken cadeau, waaronder een antieke (en dus niet meer te gebruiken) fles Chanel no. 5 eau de parfum. Na het lezen van deze biografie kijk ik daar toch met andere ogen naar: ja, het is maar een parfumflesje, maar ik weet nu dat die fles in alle bescheidenheid onderdeel was van een beweging. Young vangt in haar prachtig geĆÆllustreerde, vloeiend vertelde biografie het fenomeen Chanel als culturele stroming. Natuurlijk heeft Coco Chanel niet eigenhandig het Westerse feminisme veroorzaakt of opgestart. Dat was een grote gevarieerde al actieve groep met een complexe structuur. Maar ze was wel hun eerste haute couture kostuumontwerper. Zij kleedde de nieuw verworven vrijheid – chique en gericht op actie. Dat was toen sensationeel en trendsettend: anderen volgden. Chique kleding die lekker zat werd de norm. Dit vergrootte de groep en de mogelijkheden. In haar kleding kun je sporten, in haar kleding kun je fietsen. Net als haar goede vriend Winston Churchill gaf zij anderen moed en ruimte op een belangrijk moment in de geschiedenis. ‘Chanel made clothes to enhance a woman’s life’ stelt Young. Haar mode faciliteerde de bewegingsruimte die leidde naar een nieuwe leefwereld voor westerse vrouwen. Glamourgirls of the world unite – dat is haar imperium.

Living With Coco Chanel: The Homes & Landscapes that Shaped the Designer
Caroline Young
White Lion Publishing
ISBN
978-0711240346
Verschenen in september 2019

Bestelinformatie

Bestel als hardcover bij bol.com (ā‚¬ 22,90)

Koop bij Athenaeum Boekhandel

Bestel als hardcover bij Athenaeum Boekhandel (ā‚¬ 28,99)
Laurina van den Nieuwendijk
Laurina van den Nieuwendijk
Laurina van den Nieuwendijk studeerde Engelse Taal en Cultuur aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Ze houdt van museumbezoek en lezen. De culturele biografie is een van haar fascinaties. Ze werkt aan een biografie van schrijfster Leni Saris.

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in