Jan ‘Poncke’ Princen (1925-2002) vocht eerst tegen en later met de Indonesische onafhankelijkheidsstrijders. Sommigen beschouwden hem daarom als een landverrader, anderen (waaronder hijzelf) zagen hem als iemand die opkwam voor de zwakkeren. ‘Bij het zoeken van een verklaring voor zijn switch begon men aan de verkeerde kant. Als biograaf zoek ik antwoorden vanuit zijn achtergrond en geschiedenis.’
Als journalist bij de Groene Amsterdammer schrijft Niels Mathijssen over kolonialisme, het slavernijverleden en over de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd. Tijdens zijn onderzoeken naar dit laatste thema dook telkens dezelfde naam op: Poncke Princen. ‘Toen ik als gastcurator van Beeld & Geluid de beelden hierover ontsloot, kwam ik hem steeds weer tegen.’ Door een gesprek met Eva Rovers, die net een biografie van Boudewijn Büch had geschreven, begon het te borrelen en ontstond het idee om een biografie te gaan schrijven. Hij belde biografieprofessor Hans Renders, bij wie zij gepromoveerd was, en zo ging het balletje rollen.
Als een malle
Mathijssen maakte een onderzoeksplan en wilde in 2020 van start gaan, maar de pandemie gooide roet in het eten. Zijn vrouw kreeg long-Covid, waardoor hij pas vorig jaar de draad weer op kon pakken. ‘De tijd dringt want veel mensen die Princen gekend hebben zijn op leeftijd. Ik ben daarom nu als een malle interviews aan het doen.’ Soms was hij nog maar net op tijd. ‘Kort na de oorlog kreeg Princen een relatie met de Joodse Elsa Nol met wie hij veel idealistische gesprekken had over een nieuwe wereldorde. Ik ben een week bij haar langs geweest in Benidorm en interviewde haar dan iedere ochtend. Zes weken na mijn bezoek overleed ze. Volgens haar dochter had ze op me gewacht.’
Vanwege het belang om snel mensen te spreken, heeft Mathijssen niet gewacht tot hij de financiering van zijn project rond had. De fondsenwerving loopt nog volop. Zo mogelijk wil hij langere tijd in Indonesië doorbrengen voor onderzoek. ‘Daar heeft Prince tenslotte twee derde van zijn leven gewoond.’ Als het financieel mogelijk is hoopt hij zich zo’n vier jaar min of meer fulltime onder te dompelen in het fenomeen Poncke Princen. Lezers moeten dus nog even geduld hebben.
Switch
Waarom koos Princen er eind jaren 40 voor om het Nederlandse leger de rug toe te keren en mee te vechten aan de zijde van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijders? ‘Die vraag kreeg Princen in interviews keer op keer en dan antwoordde hij altijd dat hij koos voor de zwakkeren. Maar dat verklaart nog niet zijn radicale en extreme acties. Als biograaf wil ik weten wat hem deed switchen: vreesde hij in de gevangenis te komen? Was hij bevangen door het existentialisme? Speelde zijn contacten met Indonesische vrouwen een rol? Waarschijnlijk was het een optelsom van verschillende factoren. Een optelsom die nooit op een goede manier is gemaakt. Bij het zoeken van een verklaring begon men aan de verkeerde kant, nam men niet zijn achtergrond en geschiedenis – zijn jeugd, de Tweede Wereldoorlog – mee om zijn motieven te verklaren.’
Wisselwerking
Wat Mathijssen ook opviel was de wisselwerking tussen de omgang van Nederland met de onafhankelijkheidoorlog en de omgang van Nederland met Princen. ‘Het bleken communicerende vaten te zijn. Naarmate Nederlandse oorlogsmisdaden in Indonesië aan het licht kwamen en men kritischer werd over de “Politionele acties”, groeide het begrip en de waardering voor Princen. In die zin is hij een spiegel van de samenleving.’
Princen stond graag in het middelpunt en schreef en vertelde graag over zijn avonturen. ‘Als biograaf moet je een gezonde scepsis hebben en de feiten checken. Maar je moet ook empathie hebben – en dat is wat anders dan sympathie – voor je hoofdpersoon om je goed in te kunnen leven.’
Gewetensbezwaarden
Mathijssen merkt dat mensen die in de jaren 90 oud genoeg waren om het nieuws te volgen, Poncke Princen nog kennen. In 1994 kwam hij namelijk in het nieuws doordat toenmalig minister Hans van Mierlo hem een visum voor Nederland verstrekte nadat hem dit eerder door de ambassadeur in Jakarta geweigerd was. Menigeen beschouwde hem nog als een landverrader en zijn terugkeer lag gevoelig. Als voorwaarde werd gesteld dat hij zich ‘onopvallend’ zou gedragen.
Volgens Mathijssen kan zijn biografie bijdragen aan het begrip van de motieven van gewetensbezwaarden en inzicht geven in hoe er door de jaren heen tegen begrippen als vrijheid en gewetensbezwaar werd aangekeken. ‘Daar is nog weinig onderzoek naar gedaan.’