De KB, onze nationale bibliotheek waar digitale, gedrukte en geschreven erfgoedcollecties van Nederland worden bewaard en waar onderzoeksprojecten worden uitgevoerd voor de bibliotheek- en erfgoedsector, lijkt behoorlijk van het pad af.
Als biograaf van de Dordtse schrijver-dichter-vertaler C. (Kees) Buddingh’ (1918-1985) viel me onlangs op dat in de landelijke catalogus van de bibliotheken zijn naam verkeerd wordt gebruikt: Cees Buddingh’ in plaats van de naam waaronder de auteur zijn leven lang publiceerde: C. Buddingh’.
Niet te beroerd zaken recht te zetten ging er daarom een mailtje naar Den Haag om het Accountmanagement van de KB op de fout te wijzen.
‘Dank voor uw bericht,’ mailde de senior adviseur van de ‘Landelijke digitale openbare bibliotheek Stafafdeling Bibliotheekstelsel’ op maandagmorgen. ‘Ik zal dit checken bij mijn collega’s. Wij baseren onze data op de namen die in de fysieke boeken staat, dus mocht het in het boek als Cees en niet als Kees genoteerd zijn dan is dat de oorzaak en kunt u zich beter tot de uitgever wenden. Ik zal in ieder geval vragen om dit te controleren.’
Mijn vrouw en ik keken elkaar niet-begrijpend aan en gingen er eens goed voor zitten. Dit was ons antwoord:
‘Mijnheer, Dank voor uw prompte antwoord, al verbaast het mij hogelijk, want we hebben het over 225 jaar KB, daar moet toch enorm veel kennis aanwezig zijn! En ook al het werk van C. Buddingh’ is bij u voorhanden! Ik kan een omissie van zo’n groot instituut niet begrijpen. Dat ik mij tot de uitgever – er zijn er diverse overigens – zou moeten wenden zodat een zo bekende schrijver met de juiste auteursnaam in de catalogus van het KB vermeld wordt, ik kan er met mijn verstand niet bij. Sinds 1940 publiceerde Kees Buddingh’ consequent onder de naam C. Buddingh’ (de C. is van Cornelis). Al zijn werk is onder die naam verschenen, voornamelijk bij De Bezige Bij. Na zijn dood is de foutieve benaming Cees Buddingh’ helaas steeds vaker gebruikt. Dit is echter net zo fout als dat we K. Schippers (overigens een pseudoniem) de naam Karel Schippers zouden geven of zouden spreken over de auteur Johannes Voskuil. In de biografie Dichter bij Dordt. Biografie van C. Buddingh’ wijdt biograaf Wim Huijser een paragraaf aan deze kwestie (zie bijlage).
Daarbij is C. Buddingh’ nog altijd een geliefde schrijver/dichter; zijn oergorgelrijm De Blauwbilgorgel wordt ieder jaar wel ergens op een basisschool gebruikt om kinderen aan te zetten tot lezen, tekenen of een eigen gorgelgedicht te maken.’
Het antwoord dat we zeven uur later ontvingen was verbijsterend, al was de senior adviseur slechts doorgeefluik van zijn deskundige collega’s:
‘Mijn collega’s die hier over gaan geven aan dat er werk verschenen van hem onder verschillende namen, en deze zijn allemaal opgenomen als naamsvariant. Maar dat er internationale regels zijn waar wij als KB ons aan houden. Die internationale beschrijfregels en het consequente gebruik daarvan zijn voor de KB het belangrijkst. En die dicteren dat we de naam als Cees Buddingh’ invoeren en publiceren. Mijn collega’s geven aan dat ze bij deze invoer en dit standpunt blijven.’
Even slikken, tot tien tellen, nog eens diep zuchten en daarna de mail rustig nog eens lezen. Ja hoor, het staat er echt: ‘die dicteren dat we de naam als Cees Buddingh’ invoeren en publiceren’.
Even naar de plank lopen waar het volledige werk van de auteur te vinden is was ongetwijfeld te veel moeite. Fysieke boeken zijn blijkbaar eng. Maar wij hebben natuurlijk ook geen idee hoeveel strekkende kilometer de KB-collectie omvat. Dan toch maar reageren, al is het tegen beter weten in. Want ja, de KB moet zich aan internationale afspraken houden.
‘Mijnheer, Dit is werkelijk onbestaanbaar! Wát een krankzinnig antwoord. De persoon heette zo niet en de auteur schreef niet onder deze naam. U zet een foutief gebruik, waar Buddingh’ zelf een enorme hekel aan had, consequent voort. U heeft duidelijk mijn bijlage niet gelezen of voorgelegd aan de ‘deskundige’. Duik in de literatuurgeschiedenis die bij u aanwezig is, waaronder ook al het werk van C. Buddingh’, en ja, incl. de werken waarin anderen zijn auteursnaam foutief gebruikten.
Ik dacht dat de KB een instituut was waar nog naar de letter wordt gewerkt; degenen die er nu ‘over gaan’ slaan de plank volledig mis en het schermen met internationale afspraken is dieptriest! Wát een misplaatst argument om te volharden. Nog één keer: ik heb de auteur persoonlijk gekend; hij zou met stomheid geslagen zijn als hij wist hoe de KB het juiste gebruik van zijn naam offert ten behoeve van internationale afspraken. Daarbij zou ik mij schamen als ik medewerker bij de KB was en op deze fout zou worden gewezen. Maar nee, het omgekeerde is het geval: we papegaaien de fout na, want dat is waar we over gaan en voor staan! Waar ging het mis in bij de Koninklijke?’