Wilhelmina Drucker: een uiterst onafhankelijke vrouw  

Marianne Braun heeft haar biografie Wilhelmina Drucker. Een vrouw in de oppositie op een goed moment gepubliceerd. Op 5 december aanstaande is het honderd jaar geleden dat Drucker in haar woning aan de Weesperzijde in Amsterdam stierf. En in het afgelopen voorjaar werd de naar haar genoemde radicaal-feministische Dolle Mina-beweging die in 1969-1970 ontstond, nieuw leven ingeblazen. Het jaar 2025 werd door de Wilhelmina Drucker Fundatie tot herdenkingsjaar uitgeroepen om zo de herinnering aan haar feministische pionierswerk levend te houden. Er werden verschillende activiteiten en evenementen georganiseerd, die deels bij het aan haar gewijde monument aan de Amsterdamse Churchilllaan plaatsvonden.

Hoewel de Dolle Mina-beweging erg bekend is, geldt dat niet voor de naamgeefster. In ons collectieve geheugen neemt ze als feministe van het eerste uur een veel minder grote plaats in dan Aletta Jacobs. De politicologe Marianne Braun komt als biografe goed beslagen ten ijs. Zij is in 1992 gepromoveerd op een onderzoek naar de kritiek van de eerste feministische golf op de huwelijkswetgeving. Daarnaast heeft ze tientallen artikelen geschreven over verwante onderwerpen, vooral over de vrouwenbeweging en ook in het bijzonder over Wilhelmina Drucker.

Een wrange familiegeschiedenis

Een belangrijk thema van het boek is de invloed van de familiegeschiedenis van Wilhelmina Elisabeth Lensing op haar leven. Ze werd in september 1847 geboren als onwettig kind van Louis Drucker, een rijke financier en rentenier van Duits-joodse afkomst en de katholieke modiste Constantia Lensing. Het ongetrouwde paar had twee jaar eerder al een dochter gekregen, Louise geheten. De zusters Lensing lieten zich van jongs af aan Drucker noemen.

De vader had gezorgd voor huisvesting van moeder en dochters en droeg waarschijnlijk ook bij in hun onderhoud. Het enige contact dat Wilhelmina met haar vader had, was dat ze eens in de drie weken bij hem op bezoek ging. De schok was groot voor moeder en dochters Lensing toen in 1857 Therese Temme bij Louis Drucker ging wonen met haar tweejarig zoontje. Kort daarna kwam een zoon Hendrik Lodewijk ter wereld. Er volgden nog enkele andere kinderen. Met een akte van erkenning trok Louis Drucker in 1865 een scheidslijn tussen zijn kinderen bij Therese Temme en zijn oudste dochters. Vier jaar later trouwden  Drucker en Temme, waardoor de burgerlijke status van Louise en Mina in relatieve zin nog lager werd.

Wilhelmina Drucker (1847-1925) (public domain)

Over de eerste helft van het leven van Wilhelmina Drucker is weinig bekend,. Ze was naaister en bracht het tot patroon van een klein naaiatelier. Door intensieve zelfstudie maakte ze kennis met vele onderwerpen, zoals de Franse letteren, de geschriften van Multatuli en rechtskundige studies. Toen Louis Drucker in 1884 overleed, werden moeder en dochters Lensing in zijn testament afgescheept met een klein en verwaarloosd huis en een gering  geldbedrag. De vijf wettige kinderen konden daarentegen een miljoenenvermogen verdelen.

De wrok was groot bij de verongelijkte zusters Lensing-Drucker, die een verbeten strijd gingen voeren met hun familie. In de zomer van 1885 werd een roman  gepubliceerd door G. en E. Prezcier, pseudoniemen van de beide zusters. Het was een smaadschrift, dat in bedekte termen de familie Drucker in een kwaad daglicht plaatste. Voor de goede verstaander was duidelijk welke familieleden van de schrijfsters bedoeld werden. Het boekje hield vooral een aanval in op hun halfbroer Hendrik Lodewijk Drucker, inmiddels een veelbelovend jurist met politieke aspiraties. Op grote schaal werden presentexemplaren verspreid. In september 1886 publiceerden de zusters een tweede uitgave van het smaadschrift met kritiek op uitgebrachte recensies en zelfs correspondentie met de familienotaris. Enige tijd later volgde nog een feuilleton in 23 afleveringen in een weekblad dat opnieuw in bedekte termen een doelbewuste aanslag inhield op naam en faam van H.L. Drucker. Na enkele verwikkelingen leidde dit alles uiteindelijk toch tot een schikking, waardoor Wilhelmina Drucker verder financieel geheel onafhankelijk in een zekere welstand door het leven kon gaan.

De biografe geeft veel aandacht aan deze zeer wrange familiegeschiedenis, omdat zij terecht meent dat deze grote invloed heeft gehad op het leven van Wilhelmina Drucker. Zij volgt ook het leven van de andere gewettigde familieleden, in het bijzonder dat van H.L. Drucker. Daarbij stelt ze vast dat deze sociaal-liberale politicus het tegendeel zou blijken te zijn van de ‘baantjes-jager of posten-najager’ uit het smaadschrift van zijn halfzusters. Verschillende malen plaatst de biografe de parlementariër Lodewijk tegenover de activiste Wilhelmina. De verhouding tussen beiden veranderde van een bittere strijd in belangstelling op afstand, toch was van een echte verzoening geen sprake. Lijfelijk kwamen ze elkaar niet tegen, maar hun ideeën zouden elkaar vaak kruisen.

Ontluikende denkbeelden over emancipatie en politiek

Haar persoonlijke ervaring als achtergesteld onwettig kind legde bij de verongelijkte Mina Drucker ook de kiem van haar politieke bewustwording. Zij werd een felle pleitbezorgster van  de gelijkberechting van onwettige kinderen en van gelijke kansen van de vrouw naast de man. Ook kreeg ze belangstelling voor algemene politieke vragen. In de loop van 1886 bezocht zij voor het eerst het Amsterdamse Volkspark waar de Sociaal-Democratische Bond (SDB) van Ferdinand Domela Nieuwenhuis zijn openbare bijeenkomsten hield. In het jaar daarna begon ze te publiceren in het Groninger Weekblad van de radicalen, een groepering die zich tussen de socialisten en liberalen had geplaatst. Al gauw werd ze een vaste medewerkster, die vooral tegen de achtergestelde positie van de vrouw schreef. Ze begon nu ook ingezonden stukken te schrijven in Recht voor Allen, het blad van de SDB. Ze sloot zich echter niet aan bij de Bond, maar bleef zich links-radicaal noemen. Toch had ze blijkbaar sympathie voor de socialisten, want ze droeg  financieel bij aan een eigen gebouw van de Amsterdamse SDB. 

Strijd voor vrouwenrechten

Eind 1888 werkte Drucker mee aan de uitgave van een weekblad De Vrouw, dat het drie maanden volhield. Het jaar daarna richtte ze met vijf andere vrouwen de Vrije Vrouwenvereeniging (VVV) op. Druckers credo was, dat deze radicaal-feministische vereniging vrij moest blijven ‘van partij, dogma, klasse of coterie’. Dat credo liet ze ook gelden voor een weekblad Evolutie, dat ze in 1893 samen met haar vriendin en medestrijdster Dora Haver opzette.

Drucker ging nu ook in het openbaar het woord voeren, ze werd in de jaren negentig een gewild spreekster, niet alleen bij de VVV, maar ook bij de SDB. Ze schreef en sprak steeds op een agressieve en ruwe toon over tegenstanders. Ze sloeg dikwijls wild om zich heen, wat haar de naam van lawaaimaker bezorgde. Wel werkte ze mee aan de oprichting van een gematigde  Vereniging voor Vrouwen Kiesrecht met een nieuw ledenblad. Daarin hield Drucker zich bewust op de achtergrond, vanwege haar slechte imago. Toch handhaafde Mina bij de verdere verbreding van de vrouwenbeweging met nog andere organisaties en periodieken in de VVV en het blad Evolutie haar felletoon en onafhankelijke positie.

Andere politieke activiteiten

Bij haar spreekbeurten voor de SDB behield ze haar onafhankelijke positie. Met de naam Evolutie onderscheidde ze zich zelfs bewust van het revolutionaire socialisme van Domela Nieuwenhuis. Ze was verder actief in de atheïstisch-humanistische vrijdenkersvereniging De Dageraad en in de op geboortebeperking gerichte Nieuw-Malthusiaanse Bond. Haar antimilitaristische inzichten brachten haar tot protesten tegen de Nederlandse militaire acties in de Indische archipel.

Ommekeer

Begin 1902 stierf moeder Lensing. Niet lang daarna ging Mina Drucker aan de Weesperzijde wonen, een fraaie straat voor mensen die het konden betalen. Zij was nu in de vrouwenstrijd meer tot samenwerken bereid. Zo nam zij deel aan de activiteiten van de Nationale Vrouwenraad, die op eenheid in de vrouwenbeweging was gericht. Ze had verder een druk leven met het blad Evolutie, de VVV, spreekbeurten voor de Dageraad en feministische bijeenkomsten in het land. Ze toonde een zeer harde werker te zijn. In 1912 stierf haar ‘zuster in de geest’ Dora Haver, waarmee ze negentien jaar lang het blad Evolutie had geproduceerd.

Radicaal-rechtse en anti-parlementaire opvattingen

Intussen was ze politiek opgeschoven naar rechts-radicale politieke opvattingen vanuit een klassiek-liberale filosofie waarin het particuliere eigendom heilig was. Ze was tegen de verplichte acht-urendag, omdat daarmee de vrijheid van werkgevers werd beperkt. Ze nam het op voor de huiseigenaren die huurders die de huur niet konden betalen uit hun woningen lieten zetten. Ze ondersteunde de ‘worgwetten’ van Abraham Kuyper die het staken door overheids- en spoorwegpersoneel strafbaar stelden. Concreet ageerde ze in het blad van de Bond van Belastingbetalers tegen de in haar ogen onrechtvaardig hoge belastingen waarmee steeds nieuwe overheidsuitgaven op sociaal terrein werden gefinancierd. Ze werd lid van het hoofdbestuur van de Bond.

Al vanaf het ontstaan in 1894 van de strak georganiseerde Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP) had ze strijd gevoerd met partijleider Pieter Jelles Troelstra. Daarbij was aanvankelijk voor haar vooral het motief geweest dat voor de SDAP de vrouwenrechten ondergeschikt waren aan de algemene politieke strijd, die bij voorrang op de emancipatie van mannelijke arbeiders was gericht. Na de invoering van de evenredige vertegenwoordiging met een dominante invloed op de kieslijsten keerde ze zich in haar blad Evolutie ook fel tegen wat ze de partijendemocratie noemde. Haar artikelen werden overgenomen in De Controleur, een fel anti-socialistisch blad. Langzamerhand voerde de kritiek op het invoeren van sociale maatregelen door politieke partijen en de daarmee verbonden vakbonden bij haar meer de boventoon dan de vrouwenstrijd. De journalist H.J. Scheffer, die in 1981 onderzoek verrichtte naar de reikwijdte van de radicaal-rechtse uitingen van Drucker, meende dat ze als het ware twee levens leidde.  Maar biografe Braun bestrijdt dat. Voor haar is Drucker een vrouw uit één stuk gebleven, omdat ze met Wilhelmina onderschrijft dat het feminisme niet vast zit aan een of andere politieke partij of groepering.

Conclusie  

Wie interesse heeft voor Wilhelmina Drucker en voor haar plaats in de vrouwenbeweging kan niet om dit boek heen. Mijn indruk is, dat alle wetenswaardigheden die Marianne Braun bij haar uitgebreide en zorgvuldige onderzoek naar Wilhelmina Drucker onder ogen zijn gekomen, zowel rechtstreekse als soms ook zeer zijdelingse, in haar boek zijn opgenomen. In dat opzicht is het wel jammer dat een zakenregister op namen van organisaties en periodieken ontbreekt.

Daarbij past de kritische kanttekening dat een veel stringentere selectie tot een betere biografie zou hebben geleid. Dat voelt de auteur blijkbaar zelf ook aan. In haar verantwoording maakt ze de verdedigende opmerking, ‘dat de mensen die mij verzekerden dat ook dikkere dan dunne boeken recht van spreken hebben, mij goed deden’. Maar de overladenheid van het boek met 670 bladzijden tekst maakt het moeilijk een afgerond beeld van Wilhelmina Drucker voor ogen te krijgen. Bovendien is bij een traditionele chronologische opzet van het boek in grote lijnen de compositie binnen de blokken en hoofdstukken vaak onoverzichtelijk.    

Daar komt bij dat het door de biografe gepresenteerde beeld van een ‘vrouw in de oppositie’ niet overeen komt met het veel complexere beeld dat de lezer aan het boek overhoudt. Met enkele woorden duidt de auteur dat bredere beeld in het begin wel even aan, maar een beter uitgewerkt analytisch, verklarend concept over de hoofdpersoon en haar werk zou het boek ten goede zijn gekomen.  

Nu dringt pas heel geleidelijk bij de lezer door, dat het oppositionele beeld van Drucker, dat in de ondertitel van de biografie is vastgelegd, veel te beperkt is. Hoewel Wilhelmina Drucker uiterst eigenzinnig en individualistisch was en ze steeds volkomen haar eigen gang ging, kon ze wel degelijk diplomatiek, tactisch en coöperatief zijn, zeker als het haar zelf goed uitkwam. Doorgaans was ze agressief en ruw in haar bejegening van tegenstanders, maar vaak was ze toch ook weer beminnelijk in de persoonlijke omgang met hen. Verder kwam in publicaties en spreekbeurten tot uiting, dat ze erg erudiet was door zelfstudie. Voor haar drastische politieke verschuiving in de loop van de tijd van links-radicaal naar extreem-rechts kan een verandering in de eigen economische positie en haar zeer individualistische reactie op de snelle maatschappelijke veranderingen een verklaring zijn. Een dergelijk breder concept dat door de gehele biografie heen als rode draad had kunnen fungeren, ontbreekt in het boek. Kortom, het gaat om een monumentaal en informatief boek over een indrukwekkende en markante vrouw, waarbij vanuit het oogpunt van het biografische genre vele kritische kanttekeningen zijn te plaatsen.

Wilhelmina Drucker. Een vrouw in de oppositie
Marianne Braun
Uitgeverij Querido
ISBN hardcover 978 90253 1958 8
ISBN e-book 9789025319595 
Verschenen in oktober 2025

Bestelinformatie

Bestel als hardcover bij bol.com (€ 29,99)
Bestel als e-book bij bol.com (€ 13,99)

Jan Postma
Jan Postma
Jan Postma is econoom en historicus. Hij is een liefhebber van biografieën en promoveerde zelf in 2017 in Leiden op de de biografie van Alexander Gogel (1765-1821), de eerste bewindsman van Financiën van ons land.

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in