Renate Dorrestein: een ‘klerewijf’ aan de literaire top

Altijd te paard is een complete, maar toch compacte biografie van de schrijfster Renate Dorrestein (1954-2018). Het is biografe Iris Pronk gelukt om de omvang beperkt te houden en dat was geen sinecure, want Renate Dorrestein was een productieve schrijfster die ook maatschappelijk zeer actief was. Het levensverhaal van deze eigenwijze en originele vrouw leest als een van haar beste romans: spannend, vlot en geestig.

In thematische én chronologisch geordende hoofdstukken beschrijft Iris Pronk de vliegende start van de journalistieke carrière van Renate Dorrestein. Het begaafde meisje, dat op haar dertiende op tv haar goocheltrucs liet zien, ging als achttienjarige bij het tijdschrift Panorama werken, een mannenbolwerk. Op haar negentiende versloeg ze de oorlog in Cyprus en kocht ze haar eerste auto. Gedesillusioneerd diende ze enkele jaren later haar ontslag in, kreeg columns in OpzijDe Tijd en Viva, en werd uiteindelijk redactrice van Opzij. Samen met Cisca Dresselhuys vormde ze kern van dit toonaangevende tijdschrift. Daarmee werd Dorrestein een van de boegbeelden van de tweede feministische golf. Ze initieerde onder andere de Anna Bijns prijs voor de bekroning van een Nederlandstalige schrijfster. In haar feministische stukken kon ze vaak boos zijn, woedend zelfs. Dan verloor ze de nuance uit het oog en de zelfspot die haar andere werk zo aangenaam maakt.

Pronk legt de link tussen Dorresteins moeilijke verhouding met haar moeder en haar keuze om zich, als ‘drieste twintiger’, te laten steriliseren.

‘Ik moet de eerste vrouw nog tegenkomen die niet ergens in haar binnenste een zachtjes overkokend keteltje vol verwijten jegens haar eigen moeder heeft staan pruttelen. Hoe kunnen al die jonge moeders toch menen dat zij het anders en vooral beter zullen doen?’

Die beslissing kwam Dorrestein op onbegrip en ook kritiek te staan. Ze heeft zelf nooit spijt gehad van haar keuze en was een prettige stiefmoeder en bonusmoeder voor de twee dochters van haar jong overleden vriendin Liesbeth Hendrikse. 

Renate Dorrestein tijdens een signeersessie in Atheneum Boekhandel. Bron: Noord-Hollands Archief / Fotoburo de Boer (cc0)

Buitenstaander

De start van haar carrière als romancière was lastig en laat vooral Dorresteins doorzettingsvermogen zien. Na drie mislukte romans had ze in 1983 een droomdebuut met Buitenstaanders. Hilarisch is de scene waarin Dorrestein op haar allereerste signeersessie een breiwerk tevoorschijn haalde. Tot verbijstering van de eveneens debuterende Thomas Rosenboom, die zich op deze mijlpaal verheugd had: “Maar ik zat naast een breiende vrouw. Dat bedierf het voor mij totaal.”

Na Buitenstaanders verscheen bijna jaarlijks een nieuwe titel. Dorrestein kreeg een vast lezerspubliek dat dol was op haar spannende, duistere gothic novels met licht of zwaar getikte personages. Niet alles was even geslaagd, maar “een goede Dorrestein lees je met een grijns en met een steen op je maag,” vindt Pronk. In 1997 mocht Dorrestein het Boekenweekgeschenk schrijven: Want dit is mijn lichaam. Zijging uiteraard naar het boekenbal, schrijft Pronk:

Renate genoot volop, al hield ze normaliter liever afstand van het literaire wereldje.

‘Knoop dit in je oren: een dame gaat niet naar het boekenbal, tenzij zij dat niet vermijden kan,’ schreef ze in 2000 aan een vriend. ‘Het boekenbal bestaat voor 1% uit Harry Mulisch en voor 99% uit andere proleten, dus tel uit je winst. Voor de deur word je opgewacht door een cameraploeg, en dan moet je iets snedigs zeggen, enzoverder, enzoverder. Het is echt een tragisch dieptepunt.’

De gouden eeuw

Omdat ik altijd geïnteresseerd ben in ‘broodschrijvers’, was ik blij dat Altijd te paard een helder beeld geeft van de zakenvrouw Renate Dorrestein. Zij publiceerde in wat zij zelf ‘de gouden eeuw’ (1990-2007) voor literaire auteurs noemde. Dorrestein was een van de weinige schrijvers die kon leven van haar literaire werk. Met haar romans, film- en vertaalrechten verdiende ze genoeg voor een mooi huis in Aerdenhout en zelfs ruim genoeg om veel weg te geven. Ze bedacht originele plannen om haar werk onder de aandacht te brengen, zoals een advertentie voor een vaginale gel in Mijn zoon heeft een seksleven en ik lees mijn moeder Roodkapje voor (2006). Hoewel ze een, voor Nederlandse begrippen, uitzonderlijk hoog voorschot kreeg van een Amerikaanse uitgever, zijn haar boeken in de VS nooit een succes geworden. Toch te duister?

Voor haar uitgevers, Contact en Podium, was Dorrestein lastig. Soms terecht kritisch (ze was een van de weinige auteurs die een royalty-afrekening werkelijk kon lezen en betaalde haar eigen secretariële ondersteuning), soms onterecht veeleisend. De breuk met haar trouwe ‘redacteur voor dag en nacht’ Caroline van Tuyll van Serooskerken levert pijnlijke passages in de biografie op. Met critici had ze een moeilijke verhouding: ze noemde ze ‘horzelkoppen’ en reageerde vaak gestoken op negatieve recensies. Voor haar lezers ging ze door het vuur. Zij zag de lezer als bondgenoot en was tijdens het schrijven voortdurend bezig met leesproces. Ook als schrijfdocent was ze in haar element, bijvoorbeeld als gastschrijver in de VS.

‘De ziekte van Dorrestein’

Het is bijna onvoorstelbaar hoe lang Dorresteins publicatielijst is, als je bedenkt dat ze zich bijna tien jaar ‘als een dweil’ voelde. In het voorjaar van 1990 voelde ze zich als een kwijnende ‘Eline Vere de tweede’. Haar uitputtingsverschijnselen beschreef ze in een IKON-radio-uitzending in 1991 en gaf zelf de diagnose myalgische encefalomyelitis (ME). Zes bestsellers schreef Dorrestein tijdens deze ziekteperiode, waaronder het autobiografische Heden ik over haarziekteverloop en haar wonderlijke ervaringen met alternatieve geneeskunde. Omdat ze de publiciteit zocht én het ME-Fonds oprichtte, werd ME wel ‘De ziekte van Dorrestein’ genoemd. In 2000 verdwenen de verschijnselen bij Dorrestein langzamerhand en genas ze helemaal. Omzichtig, met behulp van medische experts en ervaringsdeskundigen, beschrijft Pronk de maatschappelijke en wetenschappelijke controverse over de diagnose en behandeling van ME. Ze schrijft: “Renate was, concludeerde ze zelf in 2005, toch niet de ideale pleitbezorger geweest van de ME-zaak. Een te afwijkend en te uitgesproken boegbeeld.” Haar belangrijkste biografische conclusie is dat Dorresteins zwakke gezondheid van haar een empathischer schrijfster had gemaakt.

Een schrijversleven

Een goede schrijversbiografie geeft verhelderende achtergronden bij het werk en dat is in Altijd te paard goed gelukt. Bij Dorrestein waren leven en werk intens met elkaar verbonden. De griezelige peristaltiek van het gezin Dorrestein met ‘moeilijk opvoedbare ouders’ komt vaak terug in de disfunctionele families in haar werk. Ze schreef non-fictie boeken over wat haar overkwam in haar persoonlijke leven zoals ME en een writersblock. Dat writersblock beperkte zich wel tot fictie. Ze zat helemaal vast met een roman, tot ze ontdekte, zoals ze De blokkade (2013) beschrijft, dat ze de suïcide van haar jongste zusje nog niet had verwerkt. Iris Pronk besteedt veel aandacht aan dit grote verdriet in haar leven. Uiteraard gaat ze ook uitvoerig in op Dorresteins ingewikkelde liefdesleven oftewel ‘het tussenbeense’. Na een paar Nederlandse relaties, twee Schotse ‘verloofdes’ en een pijnlijk afgebroken verhouding met Joop Boezeman werd ze gelukkig met Maarten de Boer, met wie ze op de valreep trouwde. In 2016 was namelijk slokdarmkanker bij Dorrestein geconstateerd.Waar andere biografen het soms moeilijk hebben om de aandacht van de lezer vast te houden bij de tragere, stillere levensjaren van een ouder wordende schrijver, kon Iris Pronk in hetzelfde tempo doorschrijven. Want Dorrestein ging door als het werkpaard dat ze altijd was geweest. In Heden ik had ze immers de Eerste Wet van Dorrestein geformuleerd: ‘Een ziekte omhelst men niet, die bevecht men.’ Ze schreef gestaag door aan Reddende engel “als er toevallig even niemand bezig is een slang door een van mijn lichaamsopeningen naar binnen te duwen.” Zodra haar roman was gepubliceerd, verzamelde ze haar stukken óver het schrijven voor de bundel Dagelijks werk. Een schrijversleven. Een maand voor haar dood presenteerde ze dit boek, alleen voor haar lezers, bij haar favoriete boekhandel Blokker van Arno Koek in Heemstede.

Altijd te paard is een voorbeeldige schrijversbiografie en net zo gevarieerd als het leven en originele oeuvre van Dorrestein. Dorresteins ironische stijl en hyperbolen leveren beeldende hoofdstuktitels op en heerlijke citaten. Gelukkig neemt Pronk ook voldoende afstand en ze signaleert te boude of onware uitspraken van Dorrestein.  Omdat de biografe een overvloed aan bronnen had kon ze de ontstaansgeschiedenis van romans reconstrueren en haar reacties op de wisselende receptie van haar romans analyseren. De maatschappelijke context van haar werk, met name het feminisme, is echter de rode draad. Pronk plaatst Dorrestein nadrukkelijk in haar tijd: als schrijver, als feministe, als journaliste, als actievoerster en als patiënt. Natuurlijk houdt iedere lezer wat te wensen over. Zo had ik nog meer over haar katholicisme en haar kattenliefde willen lezen.

In vrijwel ieder straatbibliotheekje tref ik tegenwoordig een boek van Renate Dorrestein aan. Een bewijs van haar enorme productie en hoge oplagen. Maar ook een teken dat Dorresteins trouwe lezerspubliek aan het opruimen en uitsterven is? In Echt sexy zegt Fiebie van dertien: “Je zult maar een boek zijn. Het ene moment word je nog gelezen, het volgende ben je een weesboek en houdt niemand je ooit meer vast.” Misschien zijn het uiteindelijk niet Dorresteins romans die zullen voortleven, maar juist de twee non-fictie boeken van het werkpaard dat een enorm oeuvre bij elkaar schreef: Het geheim van de schrijver en Dagelijks werk.

Altijd te paard. Renate Dorrestein 1954-2018
Iris Pronk
Querido
ISBN hardcover 9789021460741
Verschenen 12 september 2025

Bestelinformatie

Bestel als hardcover bij bol.com (€ 34,99)

Petra Teunissen-Nijsse
Petra Teunissen-Nijsse
Petra Teunissen-Nijsse werkt als freelance redacteur, journalist en biografisch onderzoeker. Zij publiceerde over Louis Couperus, Carry van Bruggen en Clare Lennart. In juni 2017 promoveerde zij op het proefschrift Voor ’t gewone leven ongeschikt. Een biografie van Clare Lennart. Haar tekstbureau heet Leven in Woorden

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in