Achter iedere grote tennisster staat een fanatieke ouder die zich weinig gelegen laat liggen aan de ideële boodschap van SIRE dat je kinderen hun spel moet teruggeven. Ga maar na. Melanie Molitor wist al bij de conceptie dat haar dochter een heel grote zou worden, want met haar genen (ik bedoel die van Melanie Molitor) was Martina Hingis zo’n beetje in de wieg gelegd voor de finale van Wimbledon. Toen Richard Williams via de beeldbuis vernam dat Virginia Ruzcki, winnares van Roland Garros in 1978, met een weekje tennis 40.000 dollar verdiende, dacht hij: ‘Dat kunnen die koters van mij ook.’ Williams begon Venus vanaf haar derde en Serenea vanaf haar vierde te drillen. Damir Dokic noemde scheidsrechters bij voorkeur ‘nazi’s’ en dreigde, toen dochterlief Jelena in Melbourne verloor, de Australische ambassade op te blazen; hij meende het nog ook, in zijn huis werden explosieven gevonden. Mary Pierce kreeg, als ze er een potje van maakte, klappen van vader Jim, want die zocht de oorzaken van een nederlaag dichter bij huis. Peter Graf schermde Steffi op een ziekelijke manier af voor de grote gevaren van het leven, zoals vriendjes, vriendjes en vriendjes. Richard en Michaëla Krajicek verbraken beiden de banden met hun vader, omdat ze de kadaverdiscipline van hun jeugd niet meer wisten te appreciëren toen ze op een dag ontdekten dat die jeugd onherroepelijk voorbij was. Justine Henin zei het thuisfront eveneens vaarwel, vanwege de ziekelijke bemoeizucht van haar vader en haar broers. De mentale druk kan desastreus zijn voor het gemoed van een tiener. Jennifer Capriati, die op haar veertiende de halve finale van Ronald Garros bereikte (de jongste halvefinalist ooit) is daarvan een schoolvoorbeeld. Zij raakte psychisch in de problemen, zocht een uitweg in alcohol en drugs en werd gearresteerd voor winkeldiefstal. Haar miraculeuze wederopstanding in 2001 maakte duidelijk dat er hoop is voor de gevallen kindsterretjes van het centercourt: als je echt van het spelletje houdt en je hebt het talent van een Capriati kom je er wel, ook zonder pak slaag van mammie of pappie, maar dan moet je eerst wat sterker in je schoenen staan.
Tennissen doe je voor de lol
‘Je hebt niet verloren, je hebt twee uur gesport,’ zei Leo Clijsters, als zijn dochters na een nederlaag troost bij hem zochten. Zowel Kim als Elke waren uitzonderlijke talenten, die bij de junioren onder de veertien jaar toernooien wonnen, in het enkel- en het dubbelspel, en met Justine Henin, een jaar ouder dan Kim Clijsters, België in 1996 de Europese titel bezorgden. Ondanks die successen mochten ze, als ze er geen zin meer in hadden, altijd nog wat anders gaan doen: zwemmen, paardrijden. ‘Ik baal van ouders die hun mislukte sportcarrière op hun kinderen projecteren en daarin hun tweede kans zien,’ sneerde Leo naar het elitaire tenniswereldje om hem heen. ‘Ik weiger dat er druk op mijn kinderen wordt uitgeoefend.’ Als profvoetballer kende hij de klappen van de zweep. Leo Clijsters won met KV Mechelen een Europabeker en maakte in 1986 de gloriedagen van de Rode Duivels op het wereldkampioenschap voetbal in Mexico mee – grotendeels op de bank, maar toch. ‘Voor hem kwam het er meer op aan om zo veel mogelijk te zijn dan om zo veel mogelijk te hebben,’ zo peilt Frank Van de Winkel het ondoorgrondelijke karakter van pa Clijsters. Hij was de anti-held ‘die niet wilde meedraaien in de materialistisch-kapitalistische maatschappij,’ en roem maar iets betrekkelijks vond, zeker toen hij in 1984 met kanker werd geconfronteerd, een ziekte die hij overwon. Toch bewaakte Clijsters de zakelijke belangen van zijn dochters als een kloek. Van de Winkel kreeg als sportjournalist vaak met dwarse Leo te maken. Aanvragen voor interviews wees hij steevast af, wie een slaatje wilde slaan uit het sportieve succes van zijn dochters kon op een telefoontje van zijn advocaten rekenen.
Rolmodel?
Dat ondervond onder andere Delta Lloyd. De bank leek het een leuk idee om een paginagrote advertentie af te drukken, met Kim Clijsters als Marianne, die op het schilderij van Eugène Delacroix, Liberté guidant le peuple, de opstandelingen van de Julirevolutie in 1830 op de barricades strijdvaardig voorging. De vlag van Frankrijk werd vervangen door de driekleur van België, het hoofd van Marianne door dat van Kim Clijsters, alleen de ontblote boezem op het schilderij van Delacroix werd ongemoeid gelaten. Clijsters had in Parijs een heroïsche finale tegen Capriati gespeeld, die ze in de laatste set met 12-10 verloor, en Delta Lloyd wilde haar namens het gehele vaderland met deze gevoelige prent voor die sportieve prestatie hartelijk bedanken. Leo dreigde met een forse schadevergoeding, ook al was Delta Lloyd hoofdsponsor van de Vlaamse Tennis Vereniging. De zaak werd geschikt, maar: ‘Wij zullen voortaan twee keer nadenken vooraleer we nog iemand succes wensen,’ tekent Van de Winkel deemoedig op uit de mond van het verontwaardigde Belgische bedrijfsleven.
Intussen ontpopte Kim Clijsters zich tot de koningin Astrid van het vrouwentennis; ze kon het met al haar tegenstanders goed vinden, was zeer begaan met weeskinderen, zieke kinderen en slachtoffers van natuurrampen en droeg op iedere persconferenties blijmoedig uit dat ze van haar hobby haar beroep had gemaakt. Haar mentale veerkracht blijkt uit haar opmerkelijke comeback in 2009. Leo was er niet meer bij: in het voorjaar van 2008 werd voor de tweede keer huidkanker bij hem geconstateerd, dit keer met uitzaaiingen naar de longen. Hij overleed in het bijzijn van zijn dochters op 4 januari 2009. Kim was inmiddels moeder geworden, en had afscheid genomen van het professionele tennis. Op die beslissing kwam ze terug. Ze won voor de tweede keer de US Open en voor het eerst in haar carrière de Australian Open.
Maar is ze daarmee ook een rolmodel, zoals Van de Winkel beweert? Billie Jean King brak in de jaren zeventig een lans voor een gelijkwaardige beloning van het vrouwentennis en gaf schoorvoetend toe dat ze biseksueel was, Martina Navrátilová kwam in 1981 met volle overtuiging uit de kast. Beide vrouwen zijn voor de homo-emancipatie in de Verenigde Staten van onschatbare waarde geweest. Voor de gezusters Williams was tennis hun enige ontsnappingsroute uit het getto van Compton in Los Angeles. Ze groeiden er op tussen de drugsdealers, gemiddeld vielen er tachtig slachtoffers per jaar tijdens de gangoorlogen die op straat werden uitgevochten. Venus Williams voerde als eerste niet-blanke de wereldranglijst aan, vijf maanden later gevolgd door haar zus Serena. Ze kregen te maken met racisme in het overwegend blanke profcircuit. Het WPA-tournooi van Indian Wells wordt door de familie Williams geboycot. In 2001 werden de gezusters er uitgefloten en voor nigger uitgemaakt. Sindsdien weigeren ze voor deze ‘lynchbende’ te spelen. Serena weet dat ze het van ‘bulldozertennis’ moet hebben. ‘Ik heb een grote boezem en een dik achterste. Zo ben ik – en ik ben er blij mee!’ Black Consciousness in het kwadraat.
Waarom hoort Kim Clijsters tot dit rijtje van heroïsche tennisiconen? ‘De voornaamste reden lijkt me dat ze door haar gedrag eeuwig en altijd de oproep verspreidt om je positief te gedragen, om je talenten te gebruiken en je medemensen niet op de eerste plaats als concurrenten te bekijken maar als medestanders en zelfs potentiële vrienden met wie je samen de wereld een beetje beter probeert te maken,’ aldus Frank Van de Winkel. Euh…tja, een pracht van een meid dus.
Kim Clijsters. Een portret
Frank Van de Winkel
Uitgeverij Het Spectrum
ISBN 978 90 00 30640 4
Verschenen maart 2012
Bestelinformatie
Bestel hier als paperback bij bol.com (€ 19,99)
Bestel hier als digitaal boek bij bol.com (€ 15,99)
Bestel hier als digitaal boek in de iBookstore (€ 15,99)