Joop den Uyl. De tweede biografie kwam er wel

Tijdens de Bezetting leerde Joop de Uyl uitgever en rokkenjager Geert van Oorschot kennen. Ze discussieerden over poëzie en politiek. Van Oorschot bracht hem met het werk van Jacques de Kadt, Rosa Luxemburg en Leon Trotski in aanraking. Ook raadde Van Oorschot de gereformeerde zoon van een mandenmaker aan iets losser in de omgang te worden, vooral wat meisjes betreft. Hij bracht zijn bleue vriend met Elisabeth van Vessem in contact. Wat Geert er niet bij vertelde was dat hij een relatie met deze Liesbeth had, en dat hij van haar af wilde. Hij was stapelverliefd op een ander geworden. Om te onderzoeken of de klik serieus was, vroeg Den Uyl aan Liesbeth een essay te schrijven over Het land van herkomst van E. du Perron, dan deed hij dat ook. Het was serieus aan. Beiden vonden Het land van herkomst prachtig. Hij viel voor haar bondigheid (4 A-viertjes), zij voor zijn onstuimige eruditie (zestien kantjes). Ze trouwden in 1944.

Toen op 8 mei 1945 de Canadezen bevrijd Amsterdam binnentrokken, geloofde Den Uyl niet langer in God en had Colijn plaatsgemaakt voor Jacques de Kadt. En hij had natuurlijk ruzie met Geert van Oorschot gekregen.

Verdwenen betovering

In De gedrevene. Joop den Uyl 1919-1987 schetst Dik Verkuil het portret van een schuchtere en preutse, diepgelovige jongen, die bepaald niet populair was onder zijn leeftijdsgenoten aan het Christelijk Lyceum in Hilversum en al vroeg een tomeloze ambitie voor de politiek aan de dag legde. Ooit zou hij minister worden. Den Uyl keek met enig ontzag naar de ontwikkelingen in Duitsland, al was het nationaalsocialisme vanwege zijn rassenleer niet te verzoenen met zijn gereformeerde levensovertuiging. De steuntrekkers aan de onderkant van de samenleving tijdens de depressie van de jaren dertig riepen een gevoel van weerzin bij hem op. En Colijn moest harder optreden tegen het ‘rode gevaar’, want daarin vond hij zijn politiek leider, voor wie hij in 1937 actief campagne voerde, veel te laks. Kortom, bepaald niet de opstandige, sociaal bewogen jongeling, die door de Holocaust tot de ontdekking kwam dat de gereformeerde God uit zijn jeugd niet bestond, of in ieder geval dood was. Volgens Verkuil had Anet Bleich die ‘aaibare Den Uyl’ veel te zwaar aangezet in háár biografie uit 2008, Joop den Uyl 1919-1987. Dromer en doordouwer. Daarom schreef hij er nog een. Ook is Verkuil oprecht verbaasd wat menigeen in de man gezien heeft. ‘De betovering van Den Uyl, van zijn ideeën en van zijn optreden, is al lang verdwenen. Als ik nu een van zijn toespraken terugzie, voel ik verwondering: hoe hebben zoveel mensen zo lang in hem kunnen geloven?’

Spreiding van kennis, macht en inkomen

Wat waren dan die abjecte ideeën, waarvan de glans volgens Verkuil allang vervlogen is? Den Uyl schreef als directeur van de Wiardi Beckman Stichting, het wetenschappelijk bureau van de PvdA, in 1951 een rapport dat De weg naar de vrijheid heet. Den Uyl beweert daarin dat economische groei niet zozeer particuliere consumptie moet bevorderen, maar vooral geïnvesteerd moet worden in publieke voorzieningen die de kwaliteit van het leven verbeteren. Een planeconomie, waarin vooral ‘de vraag’ wordt gesocialiseerd. Groei van het bruto binnenlands product zegt op zichzelf niet zoveel, als dat NBP vooral aan spiegeltjes en kraaltjes wordt besteed. Om voor mensen een zo optimaal mogelijke vorm van vrijheid te creëren, moet die vrijheid georganiseerd worden. De overheid schept de voorwaarden voor culturele ontplooiing, algemeen vormend onderwijs en zinvolle vrijheidsbesteding in de publieke sector. Het morgenrood, dat was ‘een gemeenschap van vrije mensen’.

Joop en Liesbeth den Uyl, 8 september 1982 © Rob Croes / Anefo (cc0)

Den Uyl vreesde vooral een wereld waarin vrijemarktwerking het toverwoord was van een kapitalisme dat arbeidskrachten en grondstoffen tot op de bodem exploiteerde. De titel van zijn rapport was een kwinkslag naar De weg naar de slavernij van Friedrich Hayek, de geestelijk vader van het neoliberalisme. Die zag in iedere vorm van dirigisme het gevaar van de totalitaire verleiding. Den Uyl dacht die te voorkomen door ‘democratische planning’. Een planmatige verdeling van kennis, macht en inkomen moest vooral met de nodige ‘democratische controle’ worden doorgevoerd.

Verkuil beschrijft met vaart de stormachtige carrière van Joop den Uyl, en plaatst de nodige kanttekeningen bij de afzonderlijke rollen die hij in de naoorlogse sociaaldemocratie heeft gespeeld. Zijn wethouderschap van Amsterdam was van te korte duur om het aanzien van De Pijp en de Jordaan voorgoed te veranderen. De ‘betonsocialist’ zag een ‘city’ van kantoorgebouwen en parkeergarages aan de horizon, met brede toegangswegen door de binnenstad.

Als minister van Sociale Zaken in het kabinet-Cals had hij de moed de mijnen in Limburg te sluiten. Door de vondst van de aardgasbel in Slochteren en de grootschalige vervanging van steenkool door olie en aardgas, een noodzakelijke maatregel. Den Uyl hoopte door investeringsregelingen en herscholingssubsidies de 45.000 mijnwerkers een toekomstperspectief te bieden. Dat beleid oogstte – ook in Limburg – alom bewondering, maar werd door het centrumrechtse kabinet-De Jong de nek omgedraaid. Een nasleep waaraan Verkuil geen aandacht heeft besteed.

Spreiding van kennis, macht en inkomen – dat was ook het motto van zijn kabinet. Aanvankelijk had Den Uyl I de wind mee. Er was door de economische groei wat te besteden. Het rapport van de Club van Rome bevestigde de noodzaak om het ongebreidelde kapitalisme te beteugelen. De eerste twee jaar waren volgens Wim Meijer, staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk in het kabinet, ‘een feest’ van de progressieve beweging; daarna kwam de klad erin. Uiteindelijk is geen enkele progressieve doelstelling – de sanering van de grondpolitiek, de wet op de ondernemingsraden, de vermogensaanwasdeling en de wet selectieve investeringsregeling (die investeringen moest toetsen aan maatschappelijk belang) gerealiseerd. De here zij geprezen, zal de directeur van de Nederlandse bank Jelle Zijlstra hebben verzucht. En met hem Hans Wiegel, die door Den Uyl van lieverlede weer in Sinterklaas ging geloven .

Den Uyl werd de verpersoonlijking van de verderfelijke spilzucht van de sociaaldemocratie. Een Telegraaf-columnist als Leo Derksen kreeg spontaan jeuk van de voorman van de PvdA. In huize Derksen lieten de bloemetjes van het bloemetjesbehang zelfs beteuterd het kopje hangen, als Den Uyl op de treurbuis verscheen. Tegelijkertijd had Den Uyl het ongekende vermogen jong en oud met elkaar te verzoenen – al slaagde hij daar slechts gedeeltelijk in. De jonge garde van Nieuw Links bleef binnenboord, oude strijdmakkers als Jacques de Kadt en Frans Goedhart herkenden zich niet meer in een PvdA die aandrong op de onvoorwaardelijke erkenning van de DDR of de Vietcong.

Tweede biografie

Verkuil zingt terecht de lof van de ‘tweede’ biografie of – zoals in het geval van Churchill –de ‘duizendste’. Volgens Pieter Geyl is geschiedenis een discussie zonder eind, hoe waar in het geval van Joop den Uyl. Op hoofdpunten ben ik het volstrekt met Verkuil oneens, maar dat zegt uiteindelijk niets over de kwaliteit van zijn biografie. Ik vind niet dat Den Uyl is ingehaald door de tijd of dat zijn ideeën er niet meer toe doen. Integendeel, ik denk dat die na de kredietcrisis van 2007-2008 en de huidige milieucrisis actueler zijn dan ooit. ‘Progressief kapitalisme’ heet dat gedachtengoed tegenwoordig. Zie hier een analyse van Joseph Stiglitz.

Den Uyls angst voor de desastreuze gevolgen van het neoliberalisme zijn tot op zekere hoogte terecht gebleken. Op zijn sterfbed fluisterde hij tegen zijn discipel Ed van Thijn, die nooit een echte vriend werd: ‘De solidariteit. Verdedig de solidariteit. Die is in gevaar.’

Ik mis Den Uyl.
Wanneer u spontaan jeuk heeft gekregen bij het lezen van dit artikel, bied ik u daarvoor mijn oprechte excuses aan.

De gedrevene. Joop den Uyl 1919-1987
Dik Verkuil
Nieuw Amsterdam
ISBN hardover 9789046825648
ISBN e-book 9789046825655
Verschenen in augustus 2019

Bestelinformatie

Koop bij Athenaeum Boekhandel

Bestel als hardcover bij Athenaeum Boekhandel (€ 34,99)
Bestel als ebook bij Athenaeum Boekhandel (€ 14,99)

Koop bij bol.com Bestel als hardcover bij bol.com (€ 34,99)
Bestel als ebook bij bol.com (€ 14,99)
Eric Palmen
Eric Palmen
Eric Palmen is historicus en hoofdredacteur van Biografieportaal. Hij schreef onder andere Kaat Mossel, helleveeg van Rotterdam en Dwaze liefde, een familiegeschiedenis, uitgegeven bij Prometheus. Voor Historisch Nieuwsblad, de Volkskrant,Vrij Nederland, Het Parool en Elsevier Weekblad schreef hij artikelen over de biografie.

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in