Johann Friedrich Herbart (1774-1841) keek in de laatste jaren van zijn leven met bitterheid terug op zijn loopbaan. Aanvankelijk was die voorspoedig verlopen. Na een studie in Jena en betrekkingen als huisleraar bij een vooraanstaande Zwitserse familie en hoogleraar filosofie in Gƶttingen was hij in 1808 benoemd op de prestigieuze leerstoel van Immanuel Kant aan de universiteit van Kƶnigsberg in Oost Pruisen. Naast filosofie doceerde hij psychologie en pedagogiek en stichtte hij een pedagogisch instituut. Hij zag zichzelf in de eerste plaats als filosoof. Zijn ambitie was een filosofisch systeem te bouwen dat vergelijkbaar was met wat Newton voor de natuurwetenschappen had gedaan. Maar dat kwam er niet uit. Hij zou altijd in de schaduw blijven van zijn voorganger Kant (1724-1804) en van zijn tijdgenoten Johann Gottlieb Fichte (1762-1814) en Georg Wilhelm Friedrich Hegel (1770-1831).
Een ongelukkig einde
Toen Hegel onverwacht aan de cholera stierf werd Herbart gepasseerd voor diens opvolging als hoogleraar filosofie aan de universiteit van Berlijn. Hij besloot Pruisen te verlaten en opnieuw een hoogleraarspost aan te nemen in Gƶttingen. Dat pakte ongelukkig uit. Zijn gezondheid ging achteruit, het pedagogisch instituut in Kƶnigsberg werd meteen na zijn vertrek gesloten, de leidende filosofen van zijn tijd namen zijn filosofie niet erg serieus en zijn psychologisch werk werd geridiculiseerd. Zijn ideeƫn over opvoeding maakten geen school omdat ze ver afstonden van waar Pruisen op dat moment mee bezig was, het opzetten van een kwalitatief hoogwaardig en nationalistisch onderwijsstelsel na de catastrofale nederlagen tegen Napoleon en de vernederende Vrede van Tilsit die daarop volgde. En om het allemaal nog erger te maken, in Gƶttingen raakte hij betrokken bij een strijd tussen liberale en conservatieve hoogleraren die in hoofdzaak ging over het bewerkstelligen van staatkundige hervormingen en de vorming van een Duitse eenheidsstaat. Als decaan van de filosofiefaculteit koos hij de kant van de conservatieven, maar na de verwijdering van een zevental liberale hoogleraren daalde het aantal studenten op de universiteit drastisch, ook bij Herbart. Toen hij in 1841 overleed leek het duidelijk dat Herbart geen blijvende plaats in de geschiedenis had veroverd.
Grondlegger van de pedagogiek?
Maar wat gebeurde? In het laatste kwart van de negentiende eeuw ontdekte een aantal pedagogen de waarde van zijn pedagogisch werk. Herbart had een gedachte ontwikkeld die tegenwoordig zo vanzelfsprekend is dat hedendaagse onderwijskundigen zich niet kunnen voorstellen dat die gedachte ooit niet heeft bestaan en dat de formulering ervan op het moment van ontstaan revolutionair was. Herbart verbond het onderwijzen met het leren. Hij koppelde het formuleren van pedagogische doelen met de middelen om deze te bereiken. Dat onderscheidde hem van een vernieuwer als Jean Jacques Rousseau (1712-1778), wiens Emile ou De lāeducation grote invloed had op het denken over opvoeding. Het onderscheidde hem ook van Johann Heinrich Pestalozzi (1746-1827) die levensecht onderwijs met een actieve inbreng van de leerlingen (āhoofd, hart en handenā) realiseerde op een eigen pedagogisch instituut, waar half Europa, inclusief Herbart kwam kijken. Maar noch Rousseau, noch Pestalozzi kwamen tot een doordachte visie op de relatie tussen het vaststellen van onderwijsdoelen en de middelen waarmee deze bereikt konden worden. Dat deed Herbart wel.
De recente biografie van Herbart door de Vlaamsehoogleraar Carlos Martens heeft als ondertitel āgrondlegger van de pedagogiek.ā Het afsluitende hoofdstuk heeft dezelfde titel, maar dan met een vraagteken er achter. Martens is wat minder stellig dan zijn uitgever. Hij houdt wat slagen om de arm, maar hij stelt wel dat Herbart een begrippenkader ontwierp voor een pedagogiek met een doelgericht karakter en een schets van de middelen om dat doel te bereiken. Als het te ver gaat om Herbart de grondlegger van de pedagogiek te noemen, dan is hij in elk geval de grondlegger van de academische pedagogiek.
Stilzitten en luisteren
Een doel-middelbenadering in de pedagogiek heeft onvermijdelijk een zekere mate van abstractie. Herbart probeerde zijn pedagogisch systeem concreet te maken, maar werd daarbij gehinderd door de gebrekkige psychologische kennis in zijn tijd. Er bestond geen harde wetenschappelijke kennis over de ontwikkeling van kinderen of over het leren. Bruikbare kennis over intelligentie of motivatie ontbrak eveneens. Toen dit alles vanaf het derde kwart van de negentiende eeuw wel beschikbaar kwam ontdekte een aantal pedagogen de waarde van Herbarts benadering van de pedagogiek. Deze herbartianen pikten het idee op dat de leerstof zorgvuldig van gemakkelijk naar moeilijk geordend moest worden zodat kinderen in staat zijn de stof in een logische volgorde tot zich te nemen. Die ordening in formele leertrappen leidde tot gedetailleerd opgebouwde leergangen per vak en kreeg grote invloed in Duitsland en daarna in andere delen van Europa en de Verenigde Staten. Vooral in Duitsland ontstond een rigide didactisch onderwijssysteem met strak georganiseerde luisterscholen waarin de kinderen weinig ruimte kregen. Daarom kwam het herbartianisme vanaf 1900 onder vuur te liggen van de nieuwe- schoolbeweging. Onderwijsvernieuwers als Ellen Key, Maria Montessori en John Dewey ontwikkelden vanaf het begin van de twintigste eeuw alternatieven die meer beroep deden op de actieve inbreng van kinderen in het leerproces. Herbart werd verguisd. De Utrechtse hoogleraar M.J. Langeveld vatte de kritiek op het herbartianisme in een lezing ter gelegenheid van de honderdste sterfdag van Herbart in 1941 samen onder de termen āformalistischā en āmechanischā. Herbart leek definitief dood en begraven.
Herwaardering
Maar zie, vanaf de tweede helft van de twintigste eeuw ontstond er opnieuw belangstelling voor zijn ideeĆ«n. Herbart bleek bij nadere bestudering helemaal niet de rigide āPruisischeā pedagoog waarvoor hij altijd werd gehouden. Wat de herbartianen van zijn pedagogiek gemaakt hadden was grotendeels het gevolg van selectief winkelen in zijn gedachtengoed. In Herbarts geschriften staan ook moderne ideeĆ«n. āKinderen moeten hun kinderlijke geest behoudenā zegt hij. āGeduld is heel belangrijk en vooral ook het kind observeren en rekening houden met zijn eigenheid.ā Daarmee is Herbart niet in Ć©Ć©n klap weer een modern pedagoog, maar het loont de moeite zijn geschriften opnieuw te bestuderen en dat gebeurt ook weer. Carlos Martens houdt zich al zijn hele leven met Herbart bezig. Hij promoveerde in 1981 op een proefschrift over de invloed van het herbartianisme in het Belgische onderwijs en is sindsdien Herbart blijven bestuderen. Zijn nu verschenen biografie is het eerste deel van een werk dat uit twee delen moet gaan bestaan. Dit eerste deel bevat de levensbeschrijving van Herbart en een schets van diens pedagogische erfenis. In een later te verschijnen tweede deel wil Martens ingaan op de invloed van het herbartianisme, de verspreiding, de kritiek en de ondergang ervan en op de ontwikkelingen sinds de Tweede Wereldoorlog die leiden tot een langzame herwaardering. Kortom, hij wil Herbart op de juiste manier positioneren in de geschiedenis van de opvoeding en het onderwijs.
Doelgroep
Het eerste kwart van de bijna 500 paginaās dikke biografie beschrijft Herbarts leven. Daarna volgt de beschrijving van de pedagogische erfenis. Daarin doet Martens die levensbeschrijving nog eens dunnetjes over en koppelt hij Herbarts leven aan de ontwikkeling van diens ideeĆ«n over opvoeding en onderwijs. Je kan erover twisten of die opzet geslaagd is. Als Martens de bedoeling heeft om Herbart voor een groot publiek tot leven te brengen, dan had een verweving van leven en ideeĆ«nontwikkeling een spannender boek opgeleverd, dat bovendien 200 paginaās korter had gekund. Waarschijnlijk heeft Martens echter een ander soort lezer voor ogen. De pedagoog die zich niet wil laten leiden door de beschrijving van Herbart in de meeste handboeken over historische pedagogiek en die zelf kennis wil nemen van diens ideeĆ«n over opvoeding binnen hun historische context. Voor wie daarbij de negentien Duitstalige banden verzameld werk van Herbart en de boekenkasten die over hem zijn geschreven links wil laten liggen, is dit een bruikbaar boek. Ook voor de historicus die geĆÆnteresseerd is in de geschiedenis van het onderwijs in het Duitse taalgebied tijdens de Napoleontische oorlogen en de opbouw van een Pruisisch onderwijssysteem daarna is deze biografie interessant. De tragiek van Herbart was dat hij probeerde buiten de politieke ontwikkelingen van zijn tijd te blijven. Hij was een geharnast tegenstander van staatsonderwijs, waarmee hij zich buiten de leidende stroming in Pruisen plaatste. Dat heeft zijn loopbaan negatief beĆÆnvloed. Wat dan weer voor hem pleit is dat hij ook de invloed van de kerk op het onderwijs zoveel mogelijk wilde beperken.
Johann Friedrich Herbart, grondlegger van de pedagogiek. Levensverhaal en pedagogische erfenis
Carlos Martens
Eburon
Verschenen in september 2022
Bestelinformatie
Bestel als paperback bij bol.com (ā¬ 39,50)Koop bij Athenaeum Boekhandel Bestel als paperback bij Athenaeum Boekhandel (ā¬ 39,50)