Vanaf zijn doorbraak met de roman Gimmick in 1989 tot zijn dood was Joost Zwagerman (1963-2015) als auteur, columnist en televisiepresentator volop aanwezig in de media. In Zwaag. De zeven levens van Joost Zwagerman beschrijft Maria Vlaar niet alleen zijn fascinerende leven maar duidt zij het ook met de blik van nu. De biografie geeft een ontluisterend beeld van de keerzijde van de roem.
Schrijversleven
De titel Zwaag verwijst naar de naam waarmee hij werd aangesproken ten tijde van zijn roman Gimmick (1989). Voor de ondertitel van de biografie, ‘De zeven levens van Joost Zwagerman’, liet Vlaar zich inspireren door zijn gedicht ‘Zeven Joosten’ over zijn innerlijke gespletenheid. Auteur, recensent en bestuurder Vlaar is weliswaar een leeftijdsgenoot en bevond zich in dezelfde literaire kringen maar was niet bevriend met Zwagerman. Dat pakt voor de biografie goed uit. Met afstand en vol empathie beschrijft ze zijn leven als succesvolle schrijver en mediapersoonlijkheid.
Zwagerman was een archivaris van zijn schrijversleven. Hij bewaarde zijn eerste typemachine en zijn vroege werk. Dit typeert zijn zelfbewuste houding. Bij het doornemen van de persoonlijke documenten als agenda’s, dagboeken, financiële papieren en correspondentie kreeg Vlaar de indruk dat Zwagerman tot zijn latere biograaf sprak: let je wel hierop, Vlaar? En daarop? Aanvankelijk twijfelde ze toen ze een jaar na zijn overlijden werd gevraagd als zijn biograaf. Uit de dozen spatte echter enorm veel levenswil en vitaliteit en dat trok haar over de streep. Het werd een project dat haar bijna tien jaar in beslag zou nemen en een fascinerende biografie heeft opgeleverd.
De biograaf beschrijft Zwagermans leven achtereenvolgens als zoon, schrijver en lezer. Ze heeft gekozen voor deze thematische aanpak, wat als nadeel heeft dat personen in verschillende hoofdstukken opnieuw worden geïntroduceerd. In het eerste deel belicht Vlaar grotendeels chronologisch de jeugdjaren van Zwagerman, die opgroeide in de jaren zestig en zeventig in een nieuwbouwwijk in Alkmaar. Regelmatig waren er ruzies tussen Joost en zijn moeder. Vlaar typeert alle vier gezinsleden, tien jaar na hem werd zijn broer geboren, als snel van begrip, gevat en rap van de tong. Van zijn vaderskant stamt Zwagerman af van sociale klimmers. Dit verklaart volgens Vlaar de afkeer die hij later als schrijver heeft van het bohemienbestaan dat andere schrijvers van zijn generatie vaak koesteren. Geld verdienen met zijn schrijverschap is voor hem belangrijk.

De Zwagergids
Wellicht had Vlaar het niet gedacht toen ze het eerste exemplaar opende, maar zijn zorgvuldig bewaarde jeugdwerk bleek voor de biografie een ware goudmijn. Als schrijver in spe scherpte hij zijn pen in de door hem zelf samengestelde Zwagergids, net als kort daarna in de schoolkrant. De wekelijkse Zwagergids en afgeleide tijdschriftjes waren eenmansprojecten met als resultaat een oplage van één exemplaar, waarin hij al zijn fascinaties kwijt kon. Hij overziet op tienjarige leeftijd al alle facetten van het maken van een tijdschrift. Vlaar citeert uitgebreid uit dit jeugdwerk en legt verbanden met de toekomstige schrijver en zijn fascinatie voor televisie, muziek, film, seks, politiek, plagiaat en humor.
Al jong koestert Zwagerman een grote droom: schrijver worden. Hij bestookt tijdschriften met zijn teksten, koestert bij iedere poging opnieuw hoop op publicatie en wordt daarin vaak teleurgesteld. Met zijn diploma van de pabo op zak vertrekt hij naar Amsterdam om aan de UvA Nederlandse Taal- en Letterkunde te studeren. Niet om docent Nederlands te worden, zoals hij de toelatingscommissie voorspiegelt, maar om de basis te leggen voor zijn literaire ambities. Om het te maken als schrijver, zo weet hij inmiddels, moet je niet alleen veel lezen en schrijven maar ook werken aan je contacten in de literaire wereld. In Amsterdam belandt hij al snel in kringen met gelijkgestemde zielen.
Debuut
Door zijn publicaties in literaire tijdschriften komt hij in het vizier van verschillende literaire uitgeverijen. Uitgeverij De Arbeiderspers weet hem als veelbelovend auteur binnen te slepen. Hoe dit verliep en hoe door eigenwijs optreden van redacteuren het nog bijna misliep, vertelt Vlaar met veel details op een aanstekelijke wijze. Deze en latere negatieve ervaringen verklaren volgens haar de argwanende houding van Zwagerman tegenover uitgevers.
Met zijn debuut De houdgreep is hij op tweeëntwintigjarige leeftijd een uitzonderlijk jonge schrijver, iets wat hij daarna nog vaak in interviews zal benadrukken. Al snel volgen een dichtbundel en een verhalenbundel. Als jonge dichter wordt hij het gezicht van een literaire beweging, de Maximalen. Daarbij komen zijn contacten in de mediawereld, onder ander bij de Haagse Post, goed van pas. Dat De Arbeiderspers met Zwagerman een bestsellerauteur in huis heeft, blijkt als hij in 1989 de roman Gimmick publiceert. Vlaar beschrijft uitgebreid de setting waarin Gimmick zich afspeelt. Zwagerman begeeft zich in Amsterdam in de wereld van beeldend kunstenaars, die hem niet alleen inspireren bij het schrijven van Gimmick maar zijn leven lang zullen fascineren.
De keerzijde van de roem
In Zwagermans schrijversleven in de jaren tachtig en negentig volgen literaire gebeurtenissen, vriendschappen en ruzies elkaar in rap tempo op. De vetes met collega-schrijvers nemen in het tweede deel van Zwaag veel ruimte in en halen de vaart uit het verhaal. Op de momenten dat Vlaar als biograaf in de tekst haar stem laat horen, prikt ze vanuit het heden met rake opmerkingen de opgeblazen schermutselingen effectief door. Ze hekelt de macho-sfeer in de literaire wereld van de jaren negentig en noemt het ‘een apenrots waar louter mannen elkaar vanaf proberen te duwen’.
Als aanstormend schrijver is Zwagerman vastbesloten naar de top te klimmen. Hij sluit vriendschappen met auteurs die hoger op de piramide staan en laat oude bondgenoten vallen. Deze meedogenloze ambitieuze houding levert hem status op, maar brengt hem door zijn beperkte verdraagzaamheid en relativeringsvermogen ook in lastige situaties. Vlaar analyseert zijn geldingsdrang en valkuilen. Ze concludeert: ‘Joost botst. Hij kan zich enorm opwinden, over mensen met ‘foute’ meningen, over al dan niet vermeend onrecht, over belangrijke zaken en over onbenulligheden. Zijn neiging om overal een kwestie van te maken, brengt hem veel: de wil tot presteren, het plezier van de polemiek. Maar het kost hem ook veel: vriendschappen, welwillende ontvangst van zijn boeken, positieve recensies.’
Romans zijn voor Zwagerman het ultieme doel van zijn schrijverschap. In interviews vertelt hij over zijn ideeën voor nieuwe romans, die uiteindelijk nooit zullen verschijnen. Zijn indrukwekkende productiviteit als schrijver zette hij steeds vaker in voor columns en polemieken. Alles om het schrijven van romans heen, zo constateert Vlaar, is brood op de plank, want van alleen zijn royalty’s kan hij onmogelijk leven. Daarmee komen zijn plannen voor nieuwe romans na de bestsellers Gimmick, Vals licht en De buitenvrouw in het nauw. Na het boekenweekgeschenk Duel (2010), dat hij zelf nog aankondigt als het beginpunt van een nieuwe reeks romans, zullen er geen romans meer van zijn hand verschijnen.
Televisie
Zijn fascinatie voor televisie bleek al in de Zwagergids, waarin hij televisieprogramma’s beschrijft en een pleidooi houdt voor een soepeler tv-beleid in huize Zwagerman. Hij koesterde al jong de ambitie om op tv te komen en net als zijn ambitie om schrijver te worden, slaagde hij erin. Dat begon al met Gimmick, wanneer hij te gast is in de veelbekeken talkshow van Sonja Barend. Televisie was voor Zwagerman de aanjager van het succes als schrijver maar werd daarna een belangrijke inkomstenbron waar hij niet meer zonder kon. Beide successen hebben echter een keerzijde. Zijn televisiegezicht wordt uiteindelijk een masker dat hij niet meer van zijn hoofd krijgt, constateert Vlaar.
Zijn bekendheid bereikte een nieuw hoogtepunt toen Joost Zwagerman als kunstduider regelmatig aanschuift bij het veelbekeken televisieprogramma DWDD. Hierin kwamen veel kanten van zijn persoonlijkheid samen: zijn welbespraaktheid, enthousiasme, kennis en zijn verscholen talenten als onderwijzer. Daarnaast vertelde hij aan tafel bij Matthijs van Nieuwkerk en in andere interviews in die tijd over moeilijkheden in zijn persoonlijk leven en zijn worsteling met depressies. Vlaar kreeg inzage in medische documenten en beschrijft in het derde deel van de biografie de ingrijpende gevolgen van zijn mentale en fysieke lijden.
Bronnen
Bij haar optreden in Biografie op de Bühne op 8 december j.l. vertelde Vlaar dat ze voor de biografie werd gevraagd door haar redacteur van de Arbeiderspers, die haar daarbij toevertrouwde dat ze nadrukkelijk op zoek waren naar een vrouwelijke biograaf voor dit project. Een vrouwelijke blik op het leven van Zwagerman en zijn wereld zorgt zeker voor een meerwaarde in deze biografie. Vlaar plaatst vraagtekens bij zijn vrouwbeeld, dat ze in de Zwagergidsen en ook in zijn latere literaire werk tegenkomt. Ze wijst ook op het onverholen seksisme en racisme in de correspondentie van zijn uitgever over de roman De buitenvrouw. Bij het verschijnen van deze roman in 1994 constateert ze: ‘Dit is de tijdgeest. Witte mannen bespreken onderling hoe er over zwarte vrouwen gesproken en geschreven moet worden’. Bij de typering van de literaire wereld in de jaren negentig merkt ze op: ‘Vrouwen zijn, of ze willen of niet, een trofee in de felle onderlinge concurrentiestrijd van mannen’.
Voor de biografie had Vlaar de beschikking over het persoonlijk archief van Zwagerman, verzameld in 42 dozen. Deels was het archief al voor zijn overlijden door hemzelf ondergebracht bij het Literatuurmuseum. Door haar grondige bronnenonderzoek toont Vlaar aan dat Zwagerman, als het hem uitkwam, zijn herinneringen herschreef. Daarnaast laat ze met bronnen uit zijn privéarchief ook overtuigend zien dat zijn romans autobiografischer zijn dan hij zelf in interviews beweerde. Voor de biografie sprak Vlaar met nabestaanden, onder wie zijn moeder en broer. Ook jeugdvrienden, (ex-)vriendinnen en vrienden uit de literaire wereld werden geïnterviewd, vaak over gebeurtenissen van decennia geleden. Bij de verwerking van deze mondelinge bronnen in de biografie lijkt haar kritische blik helaas vaak afwezig. Ze neemt opmerkingen met een hoog ‘van horen zeggen’-gehalte over vrouwen voetstoots aan en dat doet mijn inziens afbreuk aan de serieuze intenties van haar werk.
Het achtste leven
Tien jaar na zijn overlijden staat het leven van Joost Zwagerman met het verschijnen van Zwaag weer volop in de aandacht. De biograaf voorzag het al in haar woord vooraf; velen die hem kenden stond een andere Joost voor ogen. Direct na publicatie van de biografie verschenen niet alleen besprekingen en interviews met de biograaf, maar reageerden in columns en ingezonden stukken ook tijdgenoten en intimi van Zwagerman om hun herinneringen aan hem publiekelijk te delen. De ondertitel De zeven levens van Joost Zwagerman duidt op de vele kanten van zijn persoon. Met haar biografie is Vlaar erin geslaagd een achtste leven daaraan toe te voegen: de gebiografeerde Joost over wie weer nieuwe verhalen worden gepubliceerd.
Zwaag. De zeven levens van Joost Zwagerman
Maria Vlaar
Uitgeverij De Arbeiderspers
ISBN 9789029528849
Verschenen november 2025
Bestelinformatie
Bestel als hardcover bij bol.com (€ 45,00)Bestel als e-book bij bol.com (€ 19,99)









